dinsdag 31 januari 2017

'MANHATTAN'. (TANKER)

EEN IJS BREKENDE

TANKER VOOR DE

NOORDWESTELIJKE

DOORVAART.


'MANHATTAN'.

(De 'Manhattan' voor de ingrijpende verbouwing.)

De 'manhattan' een Amerikaanse mammoettanker die, verbouwd en uitgerust voor de vaat door ijsgebieden, in het najaar ba 1969 een experimentele reis van Philadelphia naar de noordkust van Alaska maakte, heen en terug via de Noorwestelijke Doorvaart.
Hiermee werd de mogelijkheid aangetiind ruwe olie van de vindplaatsen aan de Baai van Prudhoe, over zee naar de Amerikaanse oostkust en verder te vervoeren.
De expeditie ging uit van , en werd grotendeels voorbereid door, Humble Oil Co, een dochter van Standard Oil Co. (Esso) die voor 50 miljoen dollar in deze onderneming investeerde, terwijl de BP-groep (Britisch Petrol) en Atlantic Richfield voor ieder 2 miljoen participeerden.
De U.S. Coast Guard en vele andere overheidsdiensten verleenden medewerking, terwijl ook buitenlandse ondernemingen en wetenschappelijke instellingen bij de voorbereidingen werden betrokken.

Voor het expeditie schip viel de keuze op de 'Manhattan', van de Sea Train Lines, omdat dit schip een relatief groot machinevermogen bezat van 43.000 apk voor haat tonnage van 141.000 t/dwt en voorts twee schroeven en twee roeren had, die het een goede manoeuvreerbaarheid gaven.
Bij Sun Shipbuilding and Drydock Co. in Chester (Pa) had een ingrijpende verbouwing van het schip plaats naar een ontwerp aan de hand van praktijkervaringen, modelproeven en sterkteberekeningen van onder andere het Franse instituut voor hydraulica SOGREAH en de Finse ijsbrekerwerf Wartsila.
De  'Manhattan' werd in drie segmenten gesneden, waarvan het voorste door een geheel nieuw rompdeel werd vervangen en de overige delen van 2,5 inch dikke en 7 meter brede stalen gordel werden voorzien en voorts inwendig opgestijfd door een dwarsdiagonaal verband.

Het nieuwe voorschip kreeg een iets grotere breedte om het achterschip in het pakijs meer vrijheid van beweging te geven, terwijl een zeer extreme ijbrekersteven werd aangebracht die het wateroppervlak sneed onder een hoek van 30 graden, en bovenwater voorwaarts boog en onder een hoek van 18 graden met de waterlijn ver naar voren doorliep.
Het gewicht van het schip was hierdoor met 9000 ton tot 150.000 ton toegenomen en de lengte met 18 meter tot 306 meter.


(De 'Manhattan'  na de verbouwing.)

Door het gehele schip was meet- en registratieapparatuur aangebracht om spanningen en vervormingen gedurende de vaart vast te stellen.
Bij vertrek bevonden zich aan boord behalve de speciaal op ijsbrekers opgeleide bemanning van 54 koppen, ook 72 oceanografen, meteorologen, ijsloodsen en specialisten in de poolnavigatie, helikopterpiloten en telecommunicatie-experts.
De zend en ontvangapparatuur was in staat om via een steunzender in Cedar Papids (Iowa) voortdurend contact te houden met Houston (Texas) ondanks de elektromagnetische storingen in het poolgebied. Een plaatsbepalingssysteem gebaseerd op satellietwaarnemingen onderving de moeilijkheden die men bij de klassieke instrumenten kon verwachten doordat de route bijvoorbeeld over de magnetische pool zou gaan en in verband met de geringe richtkracht van het gyrokompas.
Twee hefschroefvliegtuigen werden meegevoerd, zowel voor wetenschappelijke waarnemingen als voor ijsverkenning, hoewel het laatste ook werd verricht door een DC4 vliegtuig uitgerust met infrarood- laser apparatuur. De brandstofvoorraad bij vertrek was 27.600 ton stookolie.

De 'Manhattan' vertrok op 24 augustus 1969 en stoomde langs New Foundland en door Straat Davis naar Thule (Groenland), alwaar het op 4 september arriveerde.
Via Lancaster Sound en Straat Barrow bereikte het schip door een laag van ruim 1 meter dik pakijs op 8 september Melville Sound, waar gestopt werd om wetenschappelijke waarnemingen, lodingen enz. te verrichten.
Op 13 september werd gepoogd via Straat Mc Clure de Noordelijke IJszee te bereiken.
In een zeer vaste ijslaag van bijna drie meter werden ontoelaatbare boegspanningen geconstateerd, zodat het schip op tegenkoers moest komen, welke manoeuvre een gehele dag duurde.
Daarna werd via de zuiderlijker gelegen Straat Prins van Wales op 21 september Kaap Borrow bereikt.

Hierop keerde de 'Manhattan' terug en bereikte op 12 november New York, na de gehele maand oktober in de Noordwestelijke Doorvaart ervaring te hebben opgedaan en het wetenschappelijk team de gelegenheid te hebben gegeven voor onderzoekingen naar ijsdikten en ijsstructuur.
De op deze reis verzamelde gegevens waren onder andere bestemd om te worden gebruikt voor een nadere bestudering van de kosten en de risico's die bij het regelmatig bevaren van deze route kunnen worden verwacht.
Tegenover de ongetwijfeld hoge kosten staat het voordeel van een betrekkelijk korte aanvoer route van ongeveer 4000 mijl naar zowel Noord-Amerikaanse raffinaderijen als de industriecentra in West-Europa en Japan, in tegenstelling tot de langere vaarweg van 12.000 mijl vanaf de toen nog geheten Perzische Golf naar bovengenoemde gebieden.

Ander transportmogelijkheden zijn en blijven echter in studie, waaronder een spoorweg van Alaska door Canada naar de VS, een pijpleiding, en zelfs nucleair gedreven onderzeese tankers die onder het pakijs kunnen doorvaren. Economische uitkomsten gaven in 1970 reden het plan voor een tankerroute via de Noordwestelijke Doorvaart naar de oostkust van de VS voorlopig op te schorten.
De reis van de 'Manhattan' heeft echter aangetoond dat er een mogelijkheid is uit de inmense olievoorraden aan de Noordelijke IJszee te putten, hetgeen economisch, politiek en strategisch een belangrijk gegeven is.
Maritiem gezien is het voornaamste resultaat dat een goed inzicht is verkregen in wat een modern, voor de ijsvaart gebouwd schip in de Poolzeeën kan verblijven.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten