VEEL NAMEN EN VERSCHILLENDE
TYPES.
PRAUW.
Ook wel prao, praoe, perrahu, een generieke benaming voor een reeks vaartuigen uit de Indische Archipel. Maar ook een uitgeholde boomstam uit Afrika noemen we een prauw.
Deze vaartuigen zijn variërend in grootte en inrichting. Sommige zijn gedekt, andere ongedekt, met of zonder uitleggers of vlerken.
Het kunnen zowel boomstam kano's zijn als uit planken gebouwde vaartuigen die geroeid, gepagaaid of gezeild worden.
(Tekening van zijaanzicht Madura prauw.)
De benaming die de talrijke bestaande types dragen zijn afhankelijk van de plaats waar ze gebouwd werden, de bouwwijze, de afmetingen en het gebruik dat er van wordt gemaakt.
Ze dienen voor de visserij, het vervoer van goederen, als veerboot, als staatsievaartuig en ook als oorlogschip.
(Een oude afbeelding van een zeilende Madura prauw met twee latijnzeilen.)
Enkele voorbeelden uit de tientallen soorten zijn onder andere de 'beleonkang', een opgeboeide boomstamkano en de soortgelijke 'prahu lumas'.
De 'pentjalang' of residentieprauw was voorzien van een kajuit en een zich over de gehele lengte uitstrekkend dek.
( Een statieprauw voor vervoer van regerings- functionarisen op de Molukken.)
Op de Filipijnen en Celebes, het huiduge Sulawesi is bekend de 'prau tumbilung' of toembiloeng, een uit één stuk bestaande smalle prauw voor de visserij, voorzien van twee vlerken.
Op Java en Bali komt de dubbelvlerkprauw van het djoekoeng-type voor, die een latijnzeil voert.
Op de Molukken zijn de fraai versierde feestprauwen van Tanimbar, evenals de 'perahu Taliabu' en de 'prau senban' van Ambon bekend.
( Een woonprauw met twee vlerken.)
Een 'vlerk' wordt ook wel een drijver genoemd en zorgt voor de stabiliteit van de prauw.
Veel landen uit de Indische Archipel kennen ook de 'zeemensen'. Een volk dat leeft van de visvangst en leeft op een grote prauw voorzien van een woning. Het is een soort nomaden volk dat van eiland naar eiland trekt en hun vangst ter plaatse op de markt brengt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten