NIET OM EEN BOOT AAN VAST TE
LEGGEN, MAAR OM SNELHEID TE
VERMINDEREN.
HET DRIJFANKER.
Drijfanker, ook sleepzak, stopzak is een kegelvormige zeildoekse zak met een ronde of vierkante monding aan de ene kant en een kleine ronde opening aan de andere kant.
Een dikke sleeplijn is bevestigd aan een spruitstuk van de wijde opening. Een dunne kaai- of keerlijn aan de top van de zak dient om haar binnen te halen.
Het drijfanker behoort tot de inventaris van kust- en scheepsreddingsboten, maar komt ook voor op de oceaan overstekende zeiljachten.
Aan boord van de eerste twee van deze boten wordt het bij terugkeer gebruikt om bij het passeren van de branding te voorkomen dat de boot door een aankomende breker wordt meegesleurd en gaat snijden, dwars op de golven komt te liggen en gevaar loopt te kenteren.
Het drijfanker wordt door de reddingsboot gesleept en fungeert dan als een rem.
Bij de koopvaardij dient het om sloepen bij zware zeegang of in de branding 'kop op zee' te doen houden. Het wordt uitgevierd over de boeg, de sleeplijn belegd om het voorste doft, kikker of bolder.
Door een oliestortzakje of -bus met het drijfanker te verbinden, kan bovendien golfstillende werking worden verkregen.
Bij het gebruik van een drijfanker verlijert het vaartuig sterk, zodat de manoeuvre slechts kan worden uitgevoerd bij voldoende ruimte aan lij. Bij het van de windzeilen met zeegang kan het drijfanker over de achtersteven worden uitgevierd; dit voorkomt dat het vaartuig op de toppen van de golven blijft rijden, zijn vaart ten opzichte van de zee verliest en daarmee zijn roerwerking verliest, tengevolge waarvan het dwars op de golven kan komen te liggen.
Bovendien voorkomt men aldus overmatig gieren.
Een dikke sleeplijn is bevestigd aan een spruitstuk van de wijde opening. Een dunne kaai- of keerlijn aan de top van de zak dient om haar binnen te halen.
Het drijfanker behoort tot de inventaris van kust- en scheepsreddingsboten, maar komt ook voor op de oceaan overstekende zeiljachten.
Aan boord van de eerste twee van deze boten wordt het bij terugkeer gebruikt om bij het passeren van de branding te voorkomen dat de boot door een aankomende breker wordt meegesleurd en gaat snijden, dwars op de golven komt te liggen en gevaar loopt te kenteren.
Het drijfanker wordt door de reddingsboot gesleept en fungeert dan als een rem.
Bij de koopvaardij dient het om sloepen bij zware zeegang of in de branding 'kop op zee' te doen houden. Het wordt uitgevierd over de boeg, de sleeplijn belegd om het voorste doft, kikker of bolder.
Door een oliestortzakje of -bus met het drijfanker te verbinden, kan bovendien golfstillende werking worden verkregen.
Bij het gebruik van een drijfanker verlijert het vaartuig sterk, zodat de manoeuvre slechts kan worden uitgevoerd bij voldoende ruimte aan lij. Bij het van de windzeilen met zeegang kan het drijfanker over de achtersteven worden uitgevierd; dit voorkomt dat het vaartuig op de toppen van de golven blijft rijden, zijn vaart ten opzichte van de zee verliest en daarmee zijn roerwerking verliest, tengevolge waarvan het dwars op de golven kan komen te liggen.
Bovendien voorkomt men aldus overmatig gieren.
GOLFSTILLENDE OLIE.
Golfstillende olie, ook stormolie of stortolie, is een hulpmiddel om bij bijzondere omstandigheden de vorming van brekers in een hevig bewogen zee tegen te dempen. De mono-moleculaire olielaag die zich als een elastisch vliesje over het zeeoppervlak verspreidt, kan de windkoppen doen verdwijnen en heeft een kalmerende werking op een woeste zee.
Met dikke plantaardige- of dierlijke olie worden betere resultaten bereikt dan met minerale olie, wat ook milieu vriendelijker is. Koud of ondiep water verminderd het golfstillend effect.
Bij het zg. oliestorten wordt slechts een geringe hoeveelheid olie gebruikt. Het kan geschieden door een vaste tank met olie, die met een dun pijpje onder water uitmondt of met behulp van een zeildoekse oliezak of blik waarin een aantal kleine gaatjes is aangebracht.
Het beste resultaat wordt bereikt door de olie aan de loefzijde, de kant waar geen wind staat, uit te brengen, bijvoorbeeld in scheepsreddingboten door de oliezak te bevestigen aan het drijfanker of, bij hulpverlening aan een in nood verkerend schip, dit aan de loefzijde in zee te storten.
Een bijliggend schip kan een oliezak hangen in een pot van een doorstromend toilet, wat wel rechtstreeks moet lozen in zee.
Aan boord van kustreddingboten wordt de olie meegevoerd in vaste tanks; het oliestorten wordt veel toegepast in stormweer en in de branding.
Hoewel bij de koopvaardij het oliestorten bijna niet meer wordt gedaan, schrijft de wet, het Schepenbesluit,nog voor dat een hoeveelheid golfstillende olie en middelen om deze te storten aan boord aanwezig moeten zijn. Ook behoren een blik van 4,5 liter olie en oliezak tot de voorgeschreven inventaris van scheepsreddingboten.
Het beste resultaat wordt bereikt door de olie aan de loefzijde, de kant waar geen wind staat, uit te brengen, bijvoorbeeld in scheepsreddingboten door de oliezak te bevestigen aan het drijfanker of, bij hulpverlening aan een in nood verkerend schip, dit aan de loefzijde in zee te storten.
Een bijliggend schip kan een oliezak hangen in een pot van een doorstromend toilet, wat wel rechtstreeks moet lozen in zee.
Aan boord van kustreddingboten wordt de olie meegevoerd in vaste tanks; het oliestorten wordt veel toegepast in stormweer en in de branding.
Hoewel bij de koopvaardij het oliestorten bijna niet meer wordt gedaan, schrijft de wet, het Schepenbesluit,nog voor dat een hoeveelheid golfstillende olie en middelen om deze te storten aan boord aanwezig moeten zijn. Ook behoren een blik van 4,5 liter olie en oliezak tot de voorgeschreven inventaris van scheepsreddingboten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten