maandag 11 maart 2019

STEVEN VAN STALEN SCHIP.

 

    IETS WAT IEDER SCHIP HEEFT, 

               OUD VAN HOUT OF 

                NIEUW VAN STAAL.



STEVEN.

STALEN SCHEEPSBOUW.

VOORSTEVEN.

De voorsteven is een verticaal verbanddeel waaraan de voorzijde van de scheepsromp de boorden samenkomen. 
In de stalen scheepsbouw vormt de voorsteven de afsluiting van de plaatvlakken in de zijden van het schip.

Voorschip van een geheel gelast vrachtschip.



Verklaring van de cijfers:

1. Bakdek; 2. Shelterdek; 3. Hoofddek; 4. Tussendek; 5. Bovenkant dubbele bodem, tanktop;
6. Beplating van het vlak; 7. Schot; 8. Schotverstijving; 9. Deur; 10. Verschansing;
11. Verschansingstut; 12. Dekblak; 13. Langscheepse balk; 14. Dwarsscheepse balk;
15. Spanten; 16. Schotverstijving; 17. Stringer (versterkingsbalk); 18 Aanvaringsschot;
19. Versterkingen of verstijving van de kettingbak; 20. Kettingkoker; 21. Kettingbak;
22. Waterdicht dek voorpiek; 23. Langscheeps schot; 24. Stringerplaten;
25; Tussen gevoegde verticale kiel; 26. Piekwrang; 27. Waterdichte wrang; 28. Wrangen;
29. Langscheepse bodemversterking; 30. Langscheepse tanktopversterking.

(Bulbsteven.)

De contouren van de voorsteven of boeg wijzigden in de loop der tijden zoals in figuur a is aangegeven.
De eigenlijke voorsteven-constructie moet met de aansluitende huid goed verbonden zijn, 
terwijl ook de verbinding met stringers, dekken en wrangen in het voorschip zeer hecht dient te zijn.
Een schema van deze verbindingen is weergegeven in figuur b.



OP sommige schepen die speciaal voor de vaart door ijs zijn ontworpen is een ijsbrekerboeg of -steven
aangebracht (maiersteven)

De voorsteven van snelle schepen, zoals de passagiersschepen hebben een sterk vallende steven die scherp uitloop op een lange bulbsteven.

Zeer brede schepen zoals tankers en bulkcarriers hebben een matig vallend voorsteven die uitloopt in bulbsteven in druppelvorm (rechts).


BULBSTEVEN.

Een bulbsteven is een min of meer bolvormige uitstulping aan de voorsteven van een schip onder de lastlijn. Na 1963 is de toepassing van een bulbsteven op nieuw te bouwen schepen sterk toegenomen. De bulb kan variëren van druppel- , peer. tot die van een uitstekende cilinder aan het vooreinde van de voorsteven. 


Wanneer een schip is uitgerust met een bulbsteven is dit door het links staande teken voor op de boeg aangegeven.
De bulbsteven zorgt voor een weerstandsvermindering voornamelijk bereikt door afvlakking van het golfpatroon.
Dit gaat niet op wanneer een tanker of bulkcarrier geladen is, maar alleen in ballast varen.






ACHTERSTEVEN.

Achterschip van een geheel gelast vrachtschip.


Verklaring van de cijfers:

1. Sloependek; 2. Kampanjedek; 3. Shelterdek; 4. Hoofddek; 5. Bovenkant schroefastunnel;
6. Bovenkant dubbele bodem, tanktop; 7. Beplating van het vlak; 8. Schot; 9. Schotverstijving;
10. Dekbalk; 11. Langscheepse balk; 12. Dwarsscheepse balk; 13. Langsversterking dek;
14. Stutten; 15. Langscheeps schot; 16. Kruiserdek; 17. Verticaal spant, hekspant. 19. Spanten;
20. Trap; 21. Stut achterkant luik; 22. Achtepiektank; 23. Slingerschot, langscheeps schot;
24. Waterdicht schot; 25. Bovenplaat achterpiektank; 26. Hoge wrang, piekwrang; 27. Cement-vulling; 28. Achtersteven;  29. Roersteven; 30. Roer; 31. Taats of taatspot; 32. Vingerling;
33. Roerkoning; 34. Hennegatskoker; 35. Pakkingbus; 36. Schroefraam; 37. Schroef;
38. Achter draagbus; 39; Schroefkokermoer; 40. Schroefaskoker; 41. Schroefas; 42. Pakkingbus
schroefaskoker; 43. Koppelingsflenzen; 44. Tussenas; 45. Tunnelblok; 46. Fundatie tunnelblok;
47. Tunnel; 48. Bodemwrang; 49. Langscheepse bodemversterking; 50. Langscheepse tanktop-
versterking; 51.. Hiel of hak van de roersteven.

De constructie kan zeer verschillend zijn naar gelang het schip  van een of meer schroeven is voorzien. Bovendien is de vorm afhankelijk van het toegepaste type roer. De achterstyeven moet vooral bij enkelschroefsschepen sterk geconstrueerd zijn en is in verreweg de meeste gevallen zodanig dat de achtersteven de vorm van een raam krijgt, zodat men twee stevens heeft, welke voor elkaar op het kieleinde, drempel of zool staan. Aan de bovenkant zijn zij verbonden door het boogstuk. De voorste van de stevens is de schroefassteven, de achterste de roersteven.


(Achterschip met achtersteven, bestaande uit schroefsteven en roersteven voor Simplex balansroer.)

Het raam waarin de schroef draait heet schroefraam. De binnen dit raam liggende ruimte noemt men de schroefkapel. Op halve hoogte is de schroefsteven verbreed rond een busvormige opening voor de doorlating van de schroefaskoker, waardoor de schroefas naar buiten wordt gevoerd. De verdikking met opening in de schroefsteven noemt men de knoop. Op grotere schepen wordt de schroefsteven voorbij het boogstuk doorgetrokken in de romp en aan een vangplaat verbonden. De roersteven loopt eveneens door in de romp en wordt meestal aan de transomplaat (ook wel stevenwrang, hek- of wulfplaat genaamd) verbonden. Aan de achter van de roersteven kunnen op regelmatige afstanden aangegoten of -gesmede ogen worden aangebracht, die vingerlingen heten en die dienen als draaipunten voor het roer.



(Roersteven, stevenhak en stevenzool.)


Als steunpunt van het roer dient dan het achter de steven uitstekende deel van het kieleinde, dat cilindrische is uitgeboord en hak of hiel wordt genoemd.
Het hangt af van het type roer of vingerlingen worden aangebracht. Soms zelfs is de roersteven een los gedeelte in de vorm van een roeras waarom het roer draai, bijvoorbeeld bij een simplex-balansroer.




(Marinerroer, hier in combinatie met 'clear water' achtersteven. Een schroefuithouder steekt ver achter de steven uit; daardoor kan het water gemakkelijk naar de schroef toe stromen.)

Bij veel  moderne schepen enkelschroefschepen ontbreekt de stevenhak. De roersteven is dan een kort sterk draagstuk voor een half-balansroer geworden.
Het hieleinde loopt nog tot ongeveer drie spanten voorlijker door en wordt dan aan de platte kiel bevestigd. het is meestal zodanig gevormd dat het zuiver in de platte kiel past.
Schroeframen worden gewoonlijk gemaakt van smeedstaal of gietstaal. Zij worden voor grotere schepen dikwijls gegoten daar dit sneller en goedkoper geschiedt. Bij reparatie zijn zij echter niet zo gemakkelijk te herstellen. Bij bepaalde typen roer worden  schroeframen van een afwijkende constructie toegepast. Toepassing van elektrisch lassen heeft ertoe geleid dat zij tegenwoordig meestal worden opgebouwd uit gelaste staalplaat.
Bij dubbelschroefschepen bestaat de achtersteven in de regel uit een eenvoudig maar zwaar gietstalen verbanddeel dat loodrecht op het kieleinde staat waarmee het één geheel vormt. Aan weerszijden zijn de huidplaten aangelast. De gehele rompconstructie bij de achtersteven moet zeer sterk zijn om de grote krachten te kunnen weerstaan die door het roer bij vaartlopend schip hierop worden uitgeoefend.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten