NAVIGATIE- EN COMMANDO-
CENTRUM VAN EEN SCHIP.
BRUG.
Brug, in het Engels bridge of wheelhouse, is de benaming voor de plaats in de opbouw van een schip van waaruit wordt gestuurd, gecommandeerd en genavigeerd.
In de loop van ruim een eeuw mechanische voortstuwing van zeeschepen heeft de brug een ontwikkeling gehad die in overeenstemming is met de technische ontwikkeling van communicatie, afstandbediening, elektrische en elektronische apparatuur en de noodzakelijke bescherming van deze uitrusting.
De eerste stoomschepen voerden ook zeilen, van een brug was nauwelijks sprake. De kampanje was naar voren verlengd en voor de schoorsteen bevond zich de commandoplaats, stuurkompas, stuurwiel, spreekbuis naar de machinekamer enz.
De kaartenkamer was nog de hut van de kapitein.
MIDSCHEEPS.
(Tanker sts. Arca met middenschip.)
Met het groter worden van de schepen verdween het zeiltuig en werd ook een hoger gelegen brug nodig om het schip te overzien.
Met het groter worden van de schepen verdween het zeiltuig en werd ook een hoger gelegen brug nodig om het schip te overzien.
Zo ontstond in de 20e eeuw het scheepstype dat zich met veel variaties tot WO-II en daarna, het drie eilanden schip (three castles ship).
De kampanje werd ver doorgetrokken en in tweeën verdeeld, waarvan het voortste deel in de scheepsbouw brug wordt genoemd, in de zeemanstaal midscheeps of midship.
Aan de voorkant van deze opbouw verhief zich het brughuis dat een of meer dekken omvatte waarop de kapiteinshut en later de radiohut en kaartenkamer waren gelegen. Daarboven bevond zich de brug. Soms lagen kaartenkamer, radiohut en brug op één dek. Het standaardkompas was bovenop het dek van de brug geplaatst, het zo geheten schavotje of monkey bridge, dit heeft via een soort periscoop een afleesmogelijkheid op de brug.
(Van links naar rechts; navigatiebrug, kaartenkamer en radiohut.)
(Het schavotje van het ss. Kabylia, boven de brug met standaardkompas, radio-peilantenne geheel voorop, en radar- en navigatieverlichting- mast.)
De inrichting van de brug was simpel: voor de besturing: stuurwiel met roerstandaanwijzer, stuurkompas; voor de communicatie: telegraaf, spreekbuizen naar kapiteinshut, machinekamer en radiohut.
Voor de roerganger een verlichte klok, een bord waar de koers op geschreven werd en een bel om de glazen te slaan. De voorkant van de brug was meestal met teakhout beplankt. Rondom stonden de scepters opgericht die strevels droegen voor het uitspannen van de zonnetent.
Aanvankelijk schaars, later algemeen, hadden de vleugels van de brug een schuilhok; aan de zijkanten van de brugvleugels waren de boordlichten bevestigd.
Op passagiersschepen was al spoedig het centrale deel van de brug overdekt en dicht gemaakt: het stuurhuis. Hierin was dikwijls de kaartenkamer ook ondergebracht, benevens controle panelen voor brandmelding en andere doeleinden. Telefoon voor communicatie met voor- en achterschip, nodig voor het meren en ontmeren, een faculteit die ook op de meeste grote vracht- en tankschepen
aanwezig was.
Na WO-II heeft zich een grote verandering voltrokken. De ontwikkeling op het gebied van afstandsbediening en van automatische stuurinrichting maakten mogelijk dat de wachtdoende officier alleen op de brug is.
Daarbij komt de reeds genoemde elektronische apparatuur. Een volledig uitgeruste moderne brug omvat volgende apparatuur: stuurstand, waarbij het stuurwiel is vervangen door een joy-stick en roerstand-aanwijzer, dochter kompas van het gyrokompas, machine telegraaf met bediening van de machine vanaf de brug, radar's, slagenteller, log, echolood, VHF radiotelefoon, gehele radio ontvang- en zendapparatuur, controle panelen voor brand- en rookmelding en televisie schermen van de diverse plaatsen geplaatste camera's.
De apparaten en panelen die niet rechtstreeks met de navigatie te maken hebben zijn vaak aangebracht op schot dat het stuurhuis in tweeën deelt en waar men aan bakboord en stuurboord zijde langs kan lopen. Achter dit panel bevindt zich de kaartentafel en het kaartenkamer gedeelte, een ruimte voor administratie en de opslag van de verplichte sein- en natievlaggen.
Telefoon verbinding met het gehele schip is mogelijk en zij die buiten de accommodatie verkeren zijn meestal bereikbaar via een handy-talky.
(Bridge controlpanel op een brugvleugel)
De gehele inrichting is er op gericht dat één man het gehele schip kan besturen en controleren zodra het in volle zee is.
Door de snel voortschrijdende automatisering is dat de gehele controle van de machinekamer plaats kan vinden. Het is daarom denkbaar dat de functies van stuurman en scheepswerktuig-kundige in één persoon kunnen worden verenigd: de nautisch-technische koopvaardij officier.
Op de moderne brug is de plaats van het magnetische standaardkompas op het schavotje gehandhaafd, ondanks de moderne satelliet-
navigatie. In het leven aan boord vormt de brug een soort van heiligdom en is voor passagiers alleen op uitnodiging van de gezagvoerder toegankelijk. Vaste bemanningsleden melden zich bij het betreden van de brug zich eerst bij de dienstdoende officier van de wacht.
De kampanje werd ver doorgetrokken en in tweeën verdeeld, waarvan het voortste deel in de scheepsbouw brug wordt genoemd, in de zeemanstaal midscheeps of midship.
Aan de voorkant van deze opbouw verhief zich het brughuis dat een of meer dekken omvatte waarop de kapiteinshut en later de radiohut en kaartenkamer waren gelegen. Daarboven bevond zich de brug. Soms lagen kaartenkamer, radiohut en brug op één dek. Het standaardkompas was bovenop het dek van de brug geplaatst, het zo geheten schavotje of monkey bridge, dit heeft via een soort periscoop een afleesmogelijkheid op de brug.
(Van links naar rechts; navigatiebrug, kaartenkamer en radiohut.)
(Het schavotje van het ss. Kabylia, boven de brug met standaardkompas, radio-peilantenne geheel voorop, en radar- en navigatieverlichting- mast.)
De inrichting van de brug was simpel: voor de besturing: stuurwiel met roerstandaanwijzer, stuurkompas; voor de communicatie: telegraaf, spreekbuizen naar kapiteinshut, machinekamer en radiohut.
Voor de roerganger een verlichte klok, een bord waar de koers op geschreven werd en een bel om de glazen te slaan. De voorkant van de brug was meestal met teakhout beplankt. Rondom stonden de scepters opgericht die strevels droegen voor het uitspannen van de zonnetent.
Aanvankelijk schaars, later algemeen, hadden de vleugels van de brug een schuilhok; aan de zijkanten van de brugvleugels waren de boordlichten bevestigd.
Op passagiersschepen was al spoedig het centrale deel van de brug overdekt en dicht gemaakt: het stuurhuis. Hierin was dikwijls de kaartenkamer ook ondergebracht, benevens controle panelen voor brandmelding en andere doeleinden. Telefoon voor communicatie met voor- en achterschip, nodig voor het meren en ontmeren, een faculteit die ook op de meeste grote vracht- en tankschepen
aanwezig was.
Na WO-II heeft zich een grote verandering voltrokken. De ontwikkeling op het gebied van afstandsbediening en van automatische stuurinrichting maakten mogelijk dat de wachtdoende officier alleen op de brug is.
Daarbij komt de reeds genoemde elektronische apparatuur. Een volledig uitgeruste moderne brug omvat volgende apparatuur: stuurstand, waarbij het stuurwiel is vervangen door een joy-stick en roerstand-aanwijzer, dochter kompas van het gyrokompas, machine telegraaf met bediening van de machine vanaf de brug, radar's, slagenteller, log, echolood, VHF radiotelefoon, gehele radio ontvang- en zendapparatuur, controle panelen voor brand- en rookmelding en televisie schermen van de diverse plaatsen geplaatste camera's.
De apparaten en panelen die niet rechtstreeks met de navigatie te maken hebben zijn vaak aangebracht op schot dat het stuurhuis in tweeën deelt en waar men aan bakboord en stuurboord zijde langs kan lopen. Achter dit panel bevindt zich de kaartentafel en het kaartenkamer gedeelte, een ruimte voor administratie en de opslag van de verplichte sein- en natievlaggen.
Telefoon verbinding met het gehele schip is mogelijk en zij die buiten de accommodatie verkeren zijn meestal bereikbaar via een handy-talky.
(Bridge controlpanel op een brugvleugel)
De gehele inrichting is er op gericht dat één man het gehele schip kan besturen en controleren zodra het in volle zee is.
Door de snel voortschrijdende automatisering is dat de gehele controle van de machinekamer plaats kan vinden. Het is daarom denkbaar dat de functies van stuurman en scheepswerktuig-kundige in één persoon kunnen worden verenigd: de nautisch-technische koopvaardij officier.
Op de moderne brug is de plaats van het magnetische standaardkompas op het schavotje gehandhaafd, ondanks de moderne satelliet-
navigatie. In het leven aan boord vormt de brug een soort van heiligdom en is voor passagiers alleen op uitnodiging van de gezagvoerder toegankelijk. Vaste bemanningsleden melden zich bij het betreden van de brug zich eerst bij de dienstdoende officier van de wacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten