dinsdag 23 juni 2009

PALEIS OP DE DAM. AMSTERDAM.


AMSTERDAM.

HET PALEIS OP DE DAM.




Van STADHUIS tot PALEIS.

Tussen 1648 en 1665 verrees op de Dam naar ontwerp van de architect Jacob van Campen het grootste publieke gebouw van Europa.
Het stadhuis bood onderdak aan het stedelijk bestuur, de rechterlijke macht en de administratieve kantoren van de stad.
De verschillende colleges waren volgens een duidelijke hiërarchie op de hoofdverdieping gehuisvest. De burgemeesters zetelden op de belangrijkste plaats het naar voren uitspringende gedeelte aan de Damzijde. De verschillende kantoren waren in de hoekpaviljoens en de zijvleugels ondergebracht. De onderlinge verbinding werd gevormd door de majestueuze Burgerzaal in de as van het gebouw en de galerijen rondom de binnenplaatsen.




In het begin van de 19de eeuw onderging het stadhuis een belangrijke functie verandering. In 1808 had de eerste koning van Holland, Lodewijk Napoleon, zijn oog laten vallen op het stadhuis om het als woonpaleis in gebruik te nemen. Kosten nog moeite werden gespaard om het imposante gebouw, dat eigenlijk niet geschikt is voor bewoning, om te toveren tot een comfortabel onderkomen voor de koning. 
In korte tijd werd het gebouw voorzien van nieuwe ramen en verwarming om de kou tegen te gaan en werden tapijten, wand bespanningen en gordijnen met draperieën aangebracht. Een grote hoeveelheid meubilair en kroonluchters in de empirestijl werd besteld bij Franse en Nederlandse ateliers. 
De classicstische stijl van het empire werd hier op stijlvolle wijze gecombineerd met de op de klassieke oudheid geïnspireerde architectuur van het 17e eeuwse stadhuis.



Nauwelijks anderhalf jaar later kwam er een einde aan het koningschap van Lodewijk Napoleon. Het paleis kwam ter beschikking van keizer Napoleon, die er overigens slechts eenmaal verbleef.
In 1814 kreeg koning Willem I de beschikking over het paleis met de vrijwel nieuwe, modieuze en vooral zeer representatieve inrichting. De Oranjes bleven echter hun residentie in Den Haag trouw. 
Wel bezochten zij jaarlijks de hoofdstad voor korte tijd, waarbij het paleis als pier-á-terre diende.
Naast dit traditionele bezoek dat gedurende de hele 19e eeuw werd volgehouden, vonden in het paleis in Amsterdam ook toen al plechtigheden en feestelijkheden plaats, zoals de inhuldiging van de nieuwe vorsten en regeringsjubilea.
Van alle Oranjes verbleef koningin Wilhelmina nog het meest in het paleis.  Het huidige gebruik is voornamelijk gericht op een representatieve functie.


Het gehele interieur is nu opnieuw gerenoveerd en gerestaureerd om het gehele gebouw optimaal te laten functioneren als representatief ontvangst paleis. De verouderde installaties voor water, elektriciteit en verwarming zijn totaal vernieuwd en nieuwe leidingen voor communicatie en media zijn aangebracht. Ook de keukens op de begane grond zijn geheel vernieuwd, waarmee ze voldoen aan alle hedendaagse eisen. Van meubilair tot kroonluchter alles is onderhanden genomen.
Het is zonder meer de moeite waard om een bezoek te brengen aan het Paleis op de Dam en het met eigen ogen te aanschouwen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten