DE BELANGRIJKSTE
OUD EGYPTISCHE
GODEN. (3)
VERNIETIGINGS- EN LIEFDESMAGIE.
HEKA GOD VAN DE MAGIE.
Heka de god van de magie. ook god van de gezondheid en medicijnen.
'Ka' betekend activeren. Hij zou de zoon zijn van Atoem, maar soms wordt hij ook wel de zoon van Chnoem genoemd. Zijn gedaante komt voor in alle goden.
Het genezen van zieken werd in die tijd ook als een vorm van toverkunst gezien.
Betovering is voor de Egyptenaren een in de gehele kosmos werkzame energie, een alles doordringende oerkracht van elementaire sterkte.
Door magie is de aarde geschapen en door magie moet hij behouden en beschermd worden. Magie is een deel van de Egyptische religie, net als de geneeskunst, en beheerste het Egyptische leven in een voor ons onvoorstelbare mate.
De magie wordt niet in het donker beoefend, maar heel officieel in opdracht van de staat door priesters.
Als bijvoorbeeld Nubische of Libische vijanden het land bedreigden, ging men over tot 'banbetovering' om de vijand te vernietigen. Hiertoe worden de namen van de buitenlandse heersers en alle "vertrouwelingen die met hen zijn, helden, snelwandelaars en bondgenoten" op kleikruiken geschreven, kapot gegooid en de scherven met voeten getreden. Op een kist staat de bezweringsformule: 'moogt gij de vijand breken en overwinnen en hem onder uw schoenen leggen!"
DE BESCHERMGOD BES.
Door ontelbare Egyptenaren werd zij afbeelding als amulet gedragen: de god Bes, beschermgeest van het Egyptische huis.
Hij, afgebeeld als een dwerg, dierlijk als een leeuwin, waakte over liefde, huwelijk en geboorte, en moest door zijn lelijkheid alle kwade machten afschrikken.
Bes wordt dan ook afgebeeld als een schrikwekkende dwerg met een groot gebaard leeuwengezicht, platte nues, uitgestoken tong, ruwe wenkbrauwen, grote uitstaande oren, lange dikke armen, gebogen korte benen en een staart. Soms draagt hij een pantervel. Op zijn hoofd draagt hij een kroon met hoge pluimen, die veel op de haardracht van de godin Satet lijkt.
Buiten dat hij een beschermgod was, was hij verbonden met vreugde en wijn, maar ook de geboorte en het afschrikken van demonen.
De oorsprong van deze god moet gezocht worden in het Oude Soedan, waar hij van goed eten en drinken houdt, van plezier maken, feesten en amusement, en die altijd klaar stond om liefde te bedrijven en zijn vijanden te bekampen.
Meer dan 80% van alle magische rituelen betrof het leven van alledag, de spreuken moesten bijvoorbeeld tegen verkoudheid of koorts helpen. Ter bescherming van moeder en kind waren er amuletten en geschreven toverspreuken, die men rond de hals kon dragen of op kon eten.
Genezing van veel voorkomende slangen- en schorpioenenbeten hoopte men te krijgen via steenplaten, zogenaamde Horus-stèles. Ze tonen de zoon van Horus die triomfantelijk op krokodillen staat en met zijn handen slangen en schorpioenen wurgt. Als men over deze stenenplaat water liet lopen en het daarna dronk, werd men beschermd zoals Isis haar kind liet beschermen en werd men gezond.
Maar de betovering werkte niet altijd.
De laatste inheemse werkelijke farao van Egypte, Nektanebos II, na hem kwamen de Persen en de Grieken op de troon), schijnt beroemd te zijn geweest als grote magiër. Hij had geen leger nodig, want steeds wanneer de Perzische vijanden zijn land bedreigden, vormde hij uit was soldaatjes en schepen en liet hij ze in een bak water zwemmen. Door toverkracht werden ze levend en verdreven ze de vijand. Op een dag werkte de tovenarij echter niet meer en wilden de was-creaties maar niet tot leven komen.
De perzen bezetten Egypte onmiddellijk en Nektanebos moest vluchten. Zijn magie was uitgewerkt, omdat de Egyptische goden naar de vijand overgelopen waren, ze hadden het land aan de Nijl voor eeuwig verlaten.
Het oog van de goden was alomtegenwoordig, heilbrengend of dreigend begeleidde het de Egyptenaren door leven en dood.
HAPY DE NIJLGOD.
Hij wordt weergegeven als een man met hangende borsten, dikke buik en een hoofdtooi van waterplanten. De dikke buik en de hangende borsten zijn tekenen van weldoorvoedheid Zijn associatie was de Nijl en de vruchtbaarheid van het land.
Deze god zorgde er volgens de Egyptenaren voor dat de Nijl ieder weer overstroomde en het land door de aangevoerde slip weer vruchtbaar maakte. Egypte was voor haar landbouw afhankelijk van de overstromingen van de Nijl en hierdoor was de cultus van Hapy erg populair in de Nijlvallei. Ook leverde de Nijl de vegetatie als papyrus wat belangrijk was voor de geschriften.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten