DE
STRIJDENDE
PARTIJEN.
(1)
DE ENGELSE OORLOGEN , DOOR DE BRITTEN AANGEDUID ALS 'DUTCH WARS', GEDURENDE DE 17E EN 18E EEUW WERDEN IN HOOFDZAAK OP ZEE UITGEVOCHTEN, SOMS IN COMBINATIE MET BONDGENOTEN.
1E ENGELSE OORLOG.
De 1e Engelse Oorlog, welke duurde van mei 1652 tot april 1654, was in wezen een handels oorlog ontstaan door de uitvaardiging van de Akte van Navigatie door het Engelse parlement.
Een eerdere Akte van Navigatie was reeds onder het bewind van koning Richard II (1377-1399) uitgevaardigd.
Deze verklaring goedgekeurd door het parlement in 1651 onder leiding van Oliver Cromwell hield in, dat niet-Engelse schepen verbood goederen te vervoeren van- en naar Engeland en evenzo haar koloniën.
Het was een reactie op het feit dat de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden zich niet wensten aan te sluiten bij het Engelse Gemenebest om samen een machtsblok te vormen.
De strijd begon nog voor de formele oorlogsverklaring met het 'saluting incident' bij Dover op 29 mei 1652.
De Engelse bevelhebber Robert Blake (links) loste een waarschuwingsschot na een zijn inziens onvoldoende saluut van de Hollanders onder bevel van Maarten Harpertszoon Tromp.
Een van de drie geloste schoten trof het Nederlandse schip de Bredero waarna Trop formeel het gevecht aanging en hiermee begon de Slag bij Dover. Ondanks Engelse excuses later van Tromp verklaarde de Engelsen op 10 juli 1652 de oorlog.
Latere gevechten werden over het gehele Kanaal en de zuidelijke Noordzee uitgevochten; de Slag bij Plumouth in augustus werd gewonnen door vice-commandeur Michiel de Ruyter. de Slag bij de Hoofden ( "De Hoofden"was in de 17e eeuw de gangbare benaming voor het Nauw van Calais) in de Thames verloren door vice-admiraal Witte Corneliszoon de With (links) en de Slag bij de Singels (Dungeness) in december gewonnen door Tromp.
In het algemeen boekten de Engelsen op het hoofdtoneel van de strijd, de Noordzee, beter resultaten dan de Hollanders. Dit was het gevolg van hun betere geoefendheid en beter materieel alsmede van de omstandigheid dat de Hollanders in de meeste gevechten belemmerd werden in hun bewegingsvrijheid door de grote konvooien die zij moesten begeleiden.
Zo had het Nederlandse schip 'Bredero' maar 54 kanonnen tegenover de 'Sovereign of the Seas' er honderd had. De Engelsen konden hun nederlaag niet verwerken, waardoor Blake door het parlement werd vernederd, aangezien hij dacht dat de oorlog gewonnen was en hij het grootste deel van de vloot naar de Middellandse Zee had gestuurd.
Na door de Nederlanders gewonnen slag bij Dugeness op 10 december 1652, behaalden de Engelsen een overwinning in de Driedaagse Zeeslag (Battle of Portland) op 28 februari tot 2 maart 1653, en in de Slag bij Nieuwpoort op 15/16 juni 1653.
In de laatste grote zeeslag van deze oorlog, die bij Terheiden ( Battle of Scheveningen) wat voor de Engelsen een tactische overwinning was en voor de Nederlanders een strategische overwinning, verloor op 10 augustus 1653 M.H.Tromp het leven. De Nederlanders wisten uiteindelijk de blokkade van de eigen kust te doorbreken.
In de Middellandse Zee wisten de Nederlanders intussen tijdelijk de overhand te verwerven door Van Galens (links) overwinning op Badiley bij Livorno op 14 maart 1653.
(Slag bij Livorno.)
Engelse kapers berokkenden in deze oorlog de tegenstander zeer veel schade; in het bijzonder de haringvangst en de zeehandel van de West-Friese steden ontvingen zeer harde klappen.
De 1e Engelse oorlog eindigde met de vredesverdrag van Westminster, getekend op 15 april 1654, dat voor de Republiek vrij ongunstig was: De Navigation Act bleef volledig gehandhaafd, schadevergoeding moest worden betaald wegens het Engelse onderdanen begane 'daden van willekeur'.
De oorlog was nu officieel ten einde, maar de handelsrivaliteit tussen beide naties bestond nog altijd, vooral in de koloniale gebieden die beide aan het opbouwen waren, mede ten koste van de Spanjaarden en Portugezen. De vijandelijkheden tussen de twee handelsvloten gingen door; de verschillende Indische Compagnieën hadden eigen oorlogschepen en troepen.
De Nederlanders bestelden in 1654 tweemaal dertig nieuwe schepen, die vlak na het beëindigen van deze oorlog van stapel moesten lopen. Een Tweede Nederlands-Engelse Oorlog was reeds in voorbereiding.
Zie vervolg: ENGELS - NEDERLANDSE ZEEOORLOGEN. (DEEL 2)
Een van de drie geloste schoten trof het Nederlandse schip de Bredero waarna Trop formeel het gevecht aanging en hiermee begon de Slag bij Dover. Ondanks Engelse excuses later van Tromp verklaarde de Engelsen op 10 juli 1652 de oorlog.
Latere gevechten werden over het gehele Kanaal en de zuidelijke Noordzee uitgevochten; de Slag bij Plumouth in augustus werd gewonnen door vice-commandeur Michiel de Ruyter. de Slag bij de Hoofden ( "De Hoofden"was in de 17e eeuw de gangbare benaming voor het Nauw van Calais) in de Thames verloren door vice-admiraal Witte Corneliszoon de With (links) en de Slag bij de Singels (Dungeness) in december gewonnen door Tromp.
In het algemeen boekten de Engelsen op het hoofdtoneel van de strijd, de Noordzee, beter resultaten dan de Hollanders. Dit was het gevolg van hun betere geoefendheid en beter materieel alsmede van de omstandigheid dat de Hollanders in de meeste gevechten belemmerd werden in hun bewegingsvrijheid door de grote konvooien die zij moesten begeleiden.
Zo had het Nederlandse schip 'Bredero' maar 54 kanonnen tegenover de 'Sovereign of the Seas' er honderd had. De Engelsen konden hun nederlaag niet verwerken, waardoor Blake door het parlement werd vernederd, aangezien hij dacht dat de oorlog gewonnen was en hij het grootste deel van de vloot naar de Middellandse Zee had gestuurd.
Na door de Nederlanders gewonnen slag bij Dugeness op 10 december 1652, behaalden de Engelsen een overwinning in de Driedaagse Zeeslag (Battle of Portland) op 28 februari tot 2 maart 1653, en in de Slag bij Nieuwpoort op 15/16 juni 1653.
In de laatste grote zeeslag van deze oorlog, die bij Terheiden ( Battle of Scheveningen) wat voor de Engelsen een tactische overwinning was en voor de Nederlanders een strategische overwinning, verloor op 10 augustus 1653 M.H.Tromp het leven. De Nederlanders wisten uiteindelijk de blokkade van de eigen kust te doorbreken.
In de Middellandse Zee wisten de Nederlanders intussen tijdelijk de overhand te verwerven door Van Galens (links) overwinning op Badiley bij Livorno op 14 maart 1653.
(Slag bij Livorno.)
Engelse kapers berokkenden in deze oorlog de tegenstander zeer veel schade; in het bijzonder de haringvangst en de zeehandel van de West-Friese steden ontvingen zeer harde klappen.
De 1e Engelse oorlog eindigde met de vredesverdrag van Westminster, getekend op 15 april 1654, dat voor de Republiek vrij ongunstig was: De Navigation Act bleef volledig gehandhaafd, schadevergoeding moest worden betaald wegens het Engelse onderdanen begane 'daden van willekeur'.
De oorlog was nu officieel ten einde, maar de handelsrivaliteit tussen beide naties bestond nog altijd, vooral in de koloniale gebieden die beide aan het opbouwen waren, mede ten koste van de Spanjaarden en Portugezen. De vijandelijkheden tussen de twee handelsvloten gingen door; de verschillende Indische Compagnieën hadden eigen oorlogschepen en troepen.
De Nederlanders bestelden in 1654 tweemaal dertig nieuwe schepen, die vlak na het beëindigen van deze oorlog van stapel moesten lopen. Een Tweede Nederlands-Engelse Oorlog was reeds in voorbereiding.
Zie vervolg: ENGELS - NEDERLANDSE ZEEOORLOGEN. (DEEL 2)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten