EEN ZEESLAG'
DIE NAUWELIJKS INVLOED
HAD OP HET VERLOOP VAN DE
'TWEEDE WERELDOORLOG'.
SLAG IN DE JAVAZEE.
Op 27 februari 2017 herdenken we hen die het leven lieten bij een van de grootste zeeslagen van de WO-II, die plaatsvond van 27 februari tot 1 maart 1942 in de Javazee.
Een zeeslag die nauwelijks enige invloed heeft uitgeoefend op de oorlogsvoering in het Verre Oosten gedurende de WO-II.
De 'Slag in de Javazee' vond plaats tussen geallieerde eenheden (Australië, Engeland, VS en Nederland) en eenheden van de Japanse marine die de invasievloot moesten beschermen bij de aanval op Nederlands Oost-Indië.
Het geallieerde eskader onder bevel van schout-bij-nacht K.W.F.M. Doorman en luitenant-admiraal C.Helfrich bestond uit twee zware kruisers, drie lichte kruisers en negen torpedobootjagers. Het eskader van de Japanse keizerlijke marine onder bevel van schout-bij-nacht Takeo Takagi bestond uit twee zware kruisers, twee lichte kruisers, 14 torpedobootjagers en 41 transportschepen.
(Schout-bij-nacht Karel Doorman.)
In de late middag van 27 februari begon tussen beide partijen de eerste ontmoeting toen een geallieerd eskader onder bevel van schout-bij-nacht K.Doorman opdracht kreeg een Japanse invasievloot, die vanuit het noorden naderde, te onderscheppen en tot zinken te brengen.
Tijdens het 'daggevecht', dat met zonsondergang ten einde kwam, verloor Doorman twee torpedobootjagers, de 'Kortenaer' en de 'Electra', terwijl de Engelse torpedobootjager 'Exeter' en de Nederlandse torpedobootjager de
'Witte de With', naar Soerabaja moesten terugkeren.
Door gebrek aan luchtverkenning slaagde de Nederlandse bevelhebber er niet in de Japanse vloot op te sporen.
Tijdens het zoeken naar het konvooi ging de Britse torpedobootjager 'Jupiter' verloren, door het vermoedelijk op een mijn lopen.
Later op de avond vond het 'nachtgevecht' plaats van deze eerste ontmoeting in de Javazee, die zeer onfortuinlijk voor de geallieerden verliep.
De twee Nederlandse kruisers, 'Java' en het vlaggenschip 'De Ruyter', werden hierbij door torpedo's tot zinken gebracht, waarbij Karel Doorman sneuvelde.
(De Japanse 'Haguro' welke de Hr. Ms. De Ruyter tot zinken bracht.
Op 28 februari en 1 maart vonden nog enkele ontmoetingen plaats.
De eerste in de avond van 28 februari toen de Amerikaanse kruiser 'Houston' en de Australische kruiser 'Perth' op een transportvloot in Batambaai stootte.
Beide kruisers werden nadat ze enige schade aan de Japanners te hebben toegebracht, tot zinken gebracht.
In de vroege ochtend van 1 maart ging de Nederlandse torpedobootjager 'Evertsen' in Straat Soenda te onder, terwijl aan de andere kant van Java vier Amerikaanse torpedobootjagers erin slaagden om naar Australië te ontkomen.
Rond het middaguur werden in de Javazee nog de Britse kruiser 'Exeter, de torpedobootjager 'Encounter' en de Amerikaanse torpedobootjager 'pope'tot zinken gebracht door een overmachtige Japanse strijdkracht.
Gedurende deze gehele zeeslag waarbij aan geallieerde zijde twee kruisers en drie torpedobootjagers tot zinken werden gebracht en 2,300 zeelieden het leven lieten, en aan Japanse zijde een torpedobootjager werd beschadigd en vier transportschepen zonken, werden de Japanse landingen slechts 24 uur vertraagd.
Praktisch betekende de Japanse overwinning het einde van de Nederlandse zeemacht in het Verre Oosten.
Java lag na deze reeks van geallieerde tegenslagen voor de Japanse invasiestrijdkrachten open.
Nederlands-Indië, met olie, rubber en ander grondstoffen die de geallieerden voor hun oorlogsvoering hard nodig hadden viel in Japanse handen.
Het zou de laatste grote zeeslag zijn in de geschiedenis van de Nederlandse zeevloot.
Het geallieerde eskader onder bevel van schout-bij-nacht K.W.F.M. Doorman en luitenant-admiraal C.Helfrich bestond uit twee zware kruisers, drie lichte kruisers en negen torpedobootjagers. Het eskader van de Japanse keizerlijke marine onder bevel van schout-bij-nacht Takeo Takagi bestond uit twee zware kruisers, twee lichte kruisers, 14 torpedobootjagers en 41 transportschepen.
(Schout-bij-nacht Karel Doorman.)
In de late middag van 27 februari begon tussen beide partijen de eerste ontmoeting toen een geallieerd eskader onder bevel van schout-bij-nacht K.Doorman opdracht kreeg een Japanse invasievloot, die vanuit het noorden naderde, te onderscheppen en tot zinken te brengen.
Tijdens het 'daggevecht', dat met zonsondergang ten einde kwam, verloor Doorman twee torpedobootjagers, de 'Kortenaer' en de 'Electra', terwijl de Engelse torpedobootjager 'Exeter' en de Nederlandse torpedobootjager de
'Witte de With', naar Soerabaja moesten terugkeren.
Door gebrek aan luchtverkenning slaagde de Nederlandse bevelhebber er niet in de Japanse vloot op te sporen.
Tijdens het zoeken naar het konvooi ging de Britse torpedobootjager 'Jupiter' verloren, door het vermoedelijk op een mijn lopen.
Later op de avond vond het 'nachtgevecht' plaats van deze eerste ontmoeting in de Javazee, die zeer onfortuinlijk voor de geallieerden verliep.
De twee Nederlandse kruisers, 'Java' en het vlaggenschip 'De Ruyter', werden hierbij door torpedo's tot zinken gebracht, waarbij Karel Doorman sneuvelde.
(De Japanse 'Haguro' welke de Hr. Ms. De Ruyter tot zinken bracht.
Op 28 februari en 1 maart vonden nog enkele ontmoetingen plaats.
De eerste in de avond van 28 februari toen de Amerikaanse kruiser 'Houston' en de Australische kruiser 'Perth' op een transportvloot in Batambaai stootte.
Beide kruisers werden nadat ze enige schade aan de Japanners te hebben toegebracht, tot zinken gebracht.
In de vroege ochtend van 1 maart ging de Nederlandse torpedobootjager 'Evertsen' in Straat Soenda te onder, terwijl aan de andere kant van Java vier Amerikaanse torpedobootjagers erin slaagden om naar Australië te ontkomen.
Rond het middaguur werden in de Javazee nog de Britse kruiser 'Exeter, de torpedobootjager 'Encounter' en de Amerikaanse torpedobootjager 'pope'tot zinken gebracht door een overmachtige Japanse strijdkracht.
Gedurende deze gehele zeeslag waarbij aan geallieerde zijde twee kruisers en drie torpedobootjagers tot zinken werden gebracht en 2,300 zeelieden het leven lieten, en aan Japanse zijde een torpedobootjager werd beschadigd en vier transportschepen zonken, werden de Japanse landingen slechts 24 uur vertraagd.
Praktisch betekende de Japanse overwinning het einde van de Nederlandse zeemacht in het Verre Oosten.
Java lag na deze reeks van geallieerde tegenslagen voor de Japanse invasiestrijdkrachten open.
Nederlands-Indië, met olie, rubber en ander grondstoffen die de geallieerden voor hun oorlogsvoering hard nodig hadden viel in Japanse handen.
Het zou de laatste grote zeeslag zijn in de geschiedenis van de Nederlandse zeevloot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten