OM EEN MAST DOOR TE LATEN
BIJ GESLOTEN BRUG.
OORGAT.
Oorgat, ook wel doorgat is een onderbreking van het brugdek, waardoor de mast van een onder de brug doorvarend schip kan passeren.
De opening was afgedekt door twee houten klampen die schuin tegen elkaar stonden.
Aan de einden bevond zich een naar buiten opwaarts gebogen ijzer, dat een soort gaffel vormde.
De schipper manoeuvreerde met opstaande mast in de gaffel, waardoor de klappen werden omhoog gedrukt.
Na het passeren vielen de klappen door hun eigen gewicht terug op hun plaats.
Dit systeem spaarde tijd en geld en werd onder meer toegepast bij de bruggen over het Damrak in Amsterdam en grachten, met gevolg dat het Damrak en Rokin vroeger vol met schepen lagen.
In 1596 werden aan bouwmeester Hendrik de Keyser en stadstimmerman Hendrick Staets octrooien verleend voor verbeteringen aan het oorgat.
Behalve de Nieuwe brug, die twee oorgaten had, waren ook de Oude Brug en de Papenbrug van oorgaten voorzien zodat het scheepvaart verkeer zonder oponthoud van het IJ door kon varen naar de Amstel.
De oorgaten in de Nieuwe Brug aan de IJzijde, het open havenfront, van het Damrak te Amsterdam in 1693. Deze brug was voorzien van een waterkering door middel van deuren, daar het IJ in die tijd nog in open verbinding stond met de toenmalige Zuiderzee nu het IJsselmmeer.
(Tekening van een brug met oorgat waarbij de doorvaart kan worden afgesloten door waterkering deuren.)
Het laatste oorgat in Amsterdam verdween omstreeks 1850; in Kampen waren tot 1914 nog twee bruggen met oorgaten uitgerust; in Edam heet een buurt Oorgat naar een dergelijke opening die toegang gaf tot de zee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten