EEN NAAM ZEGT MEER
DAN EEN NUMMER.
SCHEEPSNAAM.
De gewoonte om een schip een naam te geven en deze op het schip aan te brengen dateert pas uit de 15e eeuw, voor die tijd duidde men in het algemeen een vaartuig aan door middel van de naam van de schipper. Reeds voor deze periode hadden de oude Egyptenaren, Grieken en Romeinen reeds de gewoonte hun vaartuigen een naam van een god te geven en op deze manier de bescherming voor schip en opvarenden af te roepen.
Tegen het einde van de 16e eeuw werden aan oorlogsschepen overwegend namen gegeven, ontleend aan onze fauna. Daarnaast komen namen voor uit de godenwereld, van hemellichamen en bijbelse namen.
( Het ramschip Zr. Ms 'Buffel' van de Nederlandse Koninklijke Marine.)
Ook bij de koopvaardijschepen bestond in die tijd een sterke voorkeur voor namen van dieren.
In de tweede helft van de 17e eeuw blijkt het aantal dierennamen sterk te zijn verminderd; daarentegen maakte toen het aantal geografische namen ongeveer de helft uit van het totaal.
In die eeuw breidde de gewoonte schepen namen te geven van allerlei vorsten zich geleidelijk uit.
Ook zocht men namen van belangrijke personen buiten de vorstelijke kringen.
In ons land werd in de 17e eeuw de walvisvaart uitgeoefend en ook dit gaf aanknopingspunten v oor de naamgeving. Evenals bij de walvisvaarders trof men bij de Levant- of 'Straetvaarders' vele namen aan die verband hielden met hun bestemming. Typerend waren de galeinamen die na 1700 hun intrede deden.
Een derde groep vormde schepen der VOC; hier trog men een grote verscheidenheid van namen aan, die de gehele 18e eeuw bleef aanhouden.
Schepen kregen namen van steden, geliefden of van een belangrijk persoon.
Ook werd er onderscheidt gemaakt in de vlag van VOC, door toevoeging van de eerste letter van de VOC-stad, bijvoorbeeld de A van Amsterdam.
Het was tevens de eerste maatschappij die een eigen embleem er op na hield.
In de 19e eeuw zien we bij oorlogschepen behalve namen ontleend aan leden van het Koninklijk Huis, ook onze grote vlootvoogden vertegenwoordigd.
Bij de koopvaardijschepen ging in die periode de voorkeur uit naar voor- en dubbelnamen, terwijl ook de namen van het vorstenhuis goed zijn vertegenwoordigd.
In de laatste eeuw zien we dat tal van rederijen, zowel nationaal als internationaal een eigen systeem voor de benaming van hun schepen hebben geïntroduceerd.
Schepen van de Holland Amerika Lijn hadden namen eindigend op 'dam', voor de passagiersschepen; Amsterdam, Rotterdam, Veendam, Rijndam etc. en 'dijk' voor haar vrachtschepen; Kinderdij, Averdijk etc.
De Verenigde Nederlandse Scheepvaartmaatschappij, VNS had schepen die allemaal op de naam 'kerk' eindigden, zoals Lekkerkerk, wat ook weer plaatsnamen waren in Nederland.
Voor haar schepen van de Afrika Lijn eindigden de namen op 'fontein', plaatsnamen uit Zuid-Afrika.
Schepen van de Oranjelijn (Zeetransport NV) hadden namen die begonnen met 'Prins'; die van de Kon. Paketvaart Maatschappij met 'straat'.
Schepen van de Kon.Hollandse Lloyd hadden het achtervoegsel 'land' en schepen van Van Ommeren
'drecht', ook weer afkomstig van plaatsnamen in Nederland eindigend met 'drecht', zoals Dordrecht, Sliedrecht, Woensdrecht (onder) etc.
Schepen van Shell Tankers werden voorzien van de naam van een schelp, welke vaak aan boord in een kleine vitrine werd meegevaren.
Shell betekend schelp en is ook het logo van deze maatschappij.
De Cunard Line had schepen waarvan de namen eindigden op 'ia'; de White Star Line op 'ic'; de Canadian Pacific had scheepsnamen die aanvingen met 'Empresss' of 'Princess'.
In de jaren 50 van de 20e eeuw ontstond er een tendens om het achter- of voorvoegsel van de scheepsnaam in overeenstemming te brengen met de naam van de rederij; zo kregen de schepen van de Kon.Rotterdamse Lloyd benamingen met het achtervoegsel 'Lloyd'; en die van Maatschappij 'Nederland' het voorvoegsel 'Neder'. Zo zijn er nog rederijen die het voor- of achtervoegsel 'City' of 'Castle' gebruiken.
Veel voorkomend is, dat men de naam van de rederij vermeld met een nummer in Romeinse cijfers.
Een zeer grote en bekende container maatschappij Maersk Line laat al haar scheepsnamen beginnen met de naam van de rederij.
Veel Japanse schepen eindigen met 'Maru' achter de scheepsnaam.
De scheepsnaam wordt over het algemeen aangebracht aan beide zijden van de boeg van het schip en op de achtersteven, waarbij gelijk de haven van registratie staat vermeld en tegenwoordig ook het IMO-keuringsnummer van Lloyd's.
Note; De meeste van de hierboven genoemde scheepvaartmaatschappijen bestaan niet meer of zijn opgegaan door een fusie in een grotere maatschappij met een vestiging buiten Nederland.
Tegen het einde van de 16e eeuw werden aan oorlogsschepen overwegend namen gegeven, ontleend aan onze fauna. Daarnaast komen namen voor uit de godenwereld, van hemellichamen en bijbelse namen.
( Het ramschip Zr. Ms 'Buffel' van de Nederlandse Koninklijke Marine.)
Ook bij de koopvaardijschepen bestond in die tijd een sterke voorkeur voor namen van dieren.
In de tweede helft van de 17e eeuw blijkt het aantal dierennamen sterk te zijn verminderd; daarentegen maakte toen het aantal geografische namen ongeveer de helft uit van het totaal.
In die eeuw breidde de gewoonte schepen namen te geven van allerlei vorsten zich geleidelijk uit.
Ook zocht men namen van belangrijke personen buiten de vorstelijke kringen.
In ons land werd in de 17e eeuw de walvisvaart uitgeoefend en ook dit gaf aanknopingspunten v oor de naamgeving. Evenals bij de walvisvaarders trof men bij de Levant- of 'Straetvaarders' vele namen aan die verband hielden met hun bestemming. Typerend waren de galeinamen die na 1700 hun intrede deden.
Een derde groep vormde schepen der VOC; hier trog men een grote verscheidenheid van namen aan, die de gehele 18e eeuw bleef aanhouden.
Schepen kregen namen van steden, geliefden of van een belangrijk persoon.
Ook werd er onderscheidt gemaakt in de vlag van VOC, door toevoeging van de eerste letter van de VOC-stad, bijvoorbeeld de A van Amsterdam.
Het was tevens de eerste maatschappij die een eigen embleem er op na hield.
In de 19e eeuw zien we bij oorlogschepen behalve namen ontleend aan leden van het Koninklijk Huis, ook onze grote vlootvoogden vertegenwoordigd.
Bij de koopvaardijschepen ging in die periode de voorkeur uit naar voor- en dubbelnamen, terwijl ook de namen van het vorstenhuis goed zijn vertegenwoordigd.
In de laatste eeuw zien we dat tal van rederijen, zowel nationaal als internationaal een eigen systeem voor de benaming van hun schepen hebben geïntroduceerd.
Schepen van de Holland Amerika Lijn hadden namen eindigend op 'dam', voor de passagiersschepen; Amsterdam, Rotterdam, Veendam, Rijndam etc. en 'dijk' voor haar vrachtschepen; Kinderdij, Averdijk etc.
De Verenigde Nederlandse Scheepvaartmaatschappij, VNS had schepen die allemaal op de naam 'kerk' eindigden, zoals Lekkerkerk, wat ook weer plaatsnamen waren in Nederland.
Voor haar schepen van de Afrika Lijn eindigden de namen op 'fontein', plaatsnamen uit Zuid-Afrika.
Schepen van de Oranjelijn (Zeetransport NV) hadden namen die begonnen met 'Prins'; die van de Kon. Paketvaart Maatschappij met 'straat'.
Schepen van de Kon.Hollandse Lloyd hadden het achtervoegsel 'land' en schepen van Van Ommeren
'drecht', ook weer afkomstig van plaatsnamen in Nederland eindigend met 'drecht', zoals Dordrecht, Sliedrecht, Woensdrecht (onder) etc.
Schepen van Shell Tankers werden voorzien van de naam van een schelp, welke vaak aan boord in een kleine vitrine werd meegevaren.
Shell betekend schelp en is ook het logo van deze maatschappij.
De Cunard Line had schepen waarvan de namen eindigden op 'ia'; de White Star Line op 'ic'; de Canadian Pacific had scheepsnamen die aanvingen met 'Empresss' of 'Princess'.
In de jaren 50 van de 20e eeuw ontstond er een tendens om het achter- of voorvoegsel van de scheepsnaam in overeenstemming te brengen met de naam van de rederij; zo kregen de schepen van de Kon.Rotterdamse Lloyd benamingen met het achtervoegsel 'Lloyd'; en die van Maatschappij 'Nederland' het voorvoegsel 'Neder'. Zo zijn er nog rederijen die het voor- of achtervoegsel 'City' of 'Castle' gebruiken.
Veel voorkomend is, dat men de naam van de rederij vermeld met een nummer in Romeinse cijfers.
Een zeer grote en bekende container maatschappij Maersk Line laat al haar scheepsnamen beginnen met de naam van de rederij.
Veel Japanse schepen eindigen met 'Maru' achter de scheepsnaam.
De scheepsnaam wordt over het algemeen aangebracht aan beide zijden van de boeg van het schip en op de achtersteven, waarbij gelijk de haven van registratie staat vermeld en tegenwoordig ook het IMO-keuringsnummer van Lloyd's.
Note; De meeste van de hierboven genoemde scheepvaartmaatschappijen bestaan niet meer of zijn opgegaan door een fusie in een grotere maatschappij met een vestiging buiten Nederland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten