EEN
ZUURSTOFARM
NIET EXPLOSIEF
GAS.
INERTGAS.
Inertgas is een zuurstofarm ( 1 à 1,5 %) gas, dat gebruikt wordt om ladingtanks van tankers of gastankers mee te vullen alvorens deze worden beladen of gedurende de ballastreis, opdat zich nimmer een explosief mengsel in de tank zal bevinden.
INERTGAS PRODUCTIE AAN BOORD VAN EEN TANKER.
De productie van inert gas aan boord van een tanker geschiedt uit de uitlaatgassen van de ketelinstallatie bij turbine aangedreven schepen en bij een motor schip uit de uitlaatgassen van de motor nadat deze de uitlaatgassenketel zijn gepasseerd.
De uitlaatgassen van de ketelinstallatie zijn vervuild en hebben nog een hoge temperatuur, bij een stoomketel installatie ruim boven de 250 graden C en die van een motorinstallatie na de uitlaatgassenketel boven de 100 graden C. Om deze uitlaatgassen geschikt te maken tot inert gas gaat men als volgt te werk:
Als eerste wordt altijd de 'scrubberpomp', om de gassen te wassen, gestart. Geeft het controle paneel aan dat deze niet gestart is dan kan men de inert gas installatie niet opstarten. De 'scrubberpomp' zuigt zijn water aan van buitenboord en perst het water naar de 'scubber', het washuis, voor het koelen en wassen van de uitlaatgassen. De srubber is gevuld met kunsstofringen om ervoor te zorgen dat het gas niet rectstreeks naar boven stroomt maar eerst goed met het waswater in aanraking komt. Het waswater wordt na het wassen via een U-buis weer overboord afgevoerd.
Na het starten van de 'scrubberpomp' is het mogelijk een van de twee 'inert gas blowers' te starten welke de uitlaatgassen aanzuigen vanuit de 'scrubber'; dus nooit rechtstreeks uit de ketelinstallatie. Alvorens de blower te starten moet eerst de 'boiler uptake valve' geopend worden.
De 'inert gas blower' zuigt nu de gassen aan via de 'scrubber' en zal bij het opstarten de gassen via een 'recirculating control valve' en leiding terugvoeren naar de 'scrubber'. Het gehele bedrijfsklaar maken van de inert gas installatie wordt vanuit de machinekamer gedaan, waarna als alles functioneert overgeven aan de ladingcontrolekamer. Is men aan dek nu gereed om het inert gas in de tanks toe te laten, dan wordt vanuit de ladingcontrolekamer bedienbare 'discharge control valve' geopend.
Aan dek heeft men reeds de toevoerafsluiter naar de inert gas leiding geopend.
Nadat de 'discharge control valve' is geopend stroomt het gas naar het 'deck seal', waarin het via een binnenpijp door het waterslot wordt gevoerd en via een vochtafscheidingsrooster het 'deck seal'weer verlaat om naar de ladingtanks afgevoerd te worden.
Overtollig 'sealwater' wordt via een U-buis naar overboord afgevoerd.
Het 'deckseal' heeft een afsluit functie om te voorkomen dat bij een overdruk in de tanks het inert gas weer terug stroomt in het systeem (zie onderstaande afbeelding).
Het gas verlaat het 'deck seal'en stroomt via de hoofddek afsluiter in de inert gas leiding op het scheepsdek en via scheidingsafsluiters naar de respectievelijke ladingtanks.
Op de hoofdleiding voor het inert gas, na de hoofdafsluiter aan dek is de 'Pressure Vacuum Breaker' aangesloten.
(1) Bij abnormaal stijgen van de druk in de ladingtanks dan de aangegeven specificatie schaal van de gas uitlaat.
(2) Bij abnormaal stijgen van de druk in de ladingtanks bij het lossen van de lading achter de specificatie schaal van de blower.
(3) Abnormaal stijgen of dalen van druk in de ladingtanks wanneer de 'breather valve' niet goed functioneert bij schommelingen van de druk in de ladingtanks door de buitentemperatuur en/of de zeewater temperatuur.
De uitlaatgassen van de ketelinstallatie zijn vervuild en hebben nog een hoge temperatuur, bij een stoomketel installatie ruim boven de 250 graden C en die van een motorinstallatie na de uitlaatgassenketel boven de 100 graden C. Om deze uitlaatgassen geschikt te maken tot inert gas gaat men als volgt te werk:
Als eerste wordt altijd de 'scrubberpomp', om de gassen te wassen, gestart. Geeft het controle paneel aan dat deze niet gestart is dan kan men de inert gas installatie niet opstarten. De 'scrubberpomp' zuigt zijn water aan van buitenboord en perst het water naar de 'scubber', het washuis, voor het koelen en wassen van de uitlaatgassen. De srubber is gevuld met kunsstofringen om ervoor te zorgen dat het gas niet rectstreeks naar boven stroomt maar eerst goed met het waswater in aanraking komt. Het waswater wordt na het wassen via een U-buis weer overboord afgevoerd.
Na het starten van de 'scrubberpomp' is het mogelijk een van de twee 'inert gas blowers' te starten welke de uitlaatgassen aanzuigen vanuit de 'scrubber'; dus nooit rechtstreeks uit de ketelinstallatie. Alvorens de blower te starten moet eerst de 'boiler uptake valve' geopend worden.
De 'inert gas blower' zuigt nu de gassen aan via de 'scrubber' en zal bij het opstarten de gassen via een 'recirculating control valve' en leiding terugvoeren naar de 'scrubber'. Het gehele bedrijfsklaar maken van de inert gas installatie wordt vanuit de machinekamer gedaan, waarna als alles functioneert overgeven aan de ladingcontrolekamer. Is men aan dek nu gereed om het inert gas in de tanks toe te laten, dan wordt vanuit de ladingcontrolekamer bedienbare 'discharge control valve' geopend.
Aan dek heeft men reeds de toevoerafsluiter naar de inert gas leiding geopend.
Nadat de 'discharge control valve' is geopend stroomt het gas naar het 'deck seal', waarin het via een binnenpijp door het waterslot wordt gevoerd en via een vochtafscheidingsrooster het 'deck seal'weer verlaat om naar de ladingtanks afgevoerd te worden.
Overtollig 'sealwater' wordt via een U-buis naar overboord afgevoerd.
Het 'deckseal' heeft een afsluit functie om te voorkomen dat bij een overdruk in de tanks het inert gas weer terug stroomt in het systeem (zie onderstaande afbeelding).
Het gas verlaat het 'deck seal'en stroomt via de hoofddek afsluiter in de inert gas leiding op het scheepsdek en via scheidingsafsluiters naar de respectievelijke ladingtanks.
Op de hoofdleiding voor het inert gas, na de hoofdafsluiter aan dek is de 'Pressure Vacuum Breaker' aangesloten.
WERKING 'PRESS. VACUUM BREAKER'
(1) Bij abnormaal stijgen van de druk in de ladingtanks dan de aangegeven specificatie schaal van de gas uitlaat.
(2) Bij abnormaal stijgen van de druk in de ladingtanks bij het lossen van de lading achter de specificatie schaal van de blower.
(3) Abnormaal stijgen of dalen van druk in de ladingtanks wanneer de 'breather valve' niet goed functioneert bij schommelingen van de druk in de ladingtanks door de buitentemperatuur en/of de zeewater temperatuur.
WANNEER DE DRUK STIJGT.
Als de druk in de ladingtanks stijgt zal het niveau van de afsluitvloeistof in de binnenpijp zal stijgen. Op het moment dat de druk boven de gespecificeerde druk in van de 'PV Breaker', zal de afsluitvloeistof weggedrukt worden om de druk weg te laten vallen.
WANNEER DE DRUK WEGVALT.
Wanner de druk in de ladingtanks wegvalt, zal de afsluitvloeistof stijgen in de buitenpijp. Wanner de druk buiten de gespecificeerde waarde komt van de 'PV Breaker' dan zal de afsluitvloeistof naar de ladingtanks vloeien en atmosferische druk zal tot de tanks worden toegelaten.
Het is duidelijk dat deze vast gestelde waarden van een alarmering zijn voorzien op het ladingpaneel in de ladingcontrolekamer en een doorschakeling hebben naar de machinecontrolekamer.
Een ander systeem is een 'PV Breaker' ingebouwd in de gasmast, welke ook gebruikt wordt om het inert gas te laten ontsnappen bij het beladen van de ladingtanks.
Een dergelijke 'PV Breaker' vereist weer regelmatig onderhoud op controle van afdichting van de afsluitklep en de kwaliteit van de veren.
Het betreden van ruimten waar inert gas is toegelaten is dodelijk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten