EEN TERUGBLIK OP
VERSCHILLENDE SCHEPEN.
DEEL 3.
SAIL AMSTTERDAM.
CANCALAISE.
Thuishaven is Port-Mer, ten noorden van Cancale.
Het schip werd op 18 april 1987 in de vaartgenomen, voornamelijk om deel te nemen aan nautische evenementen.
Ze heeft een lengte van 18,1 meter, breedte 4, 8 meter, diepgang 2,5 meter en voert 350 m² zeil.
Ze heeft een vaste bemanning van 4 koppen.
De huidige Cancalaise is een replica van de bisquine Le Perle uit 1905 en een onderdeel van de Association Bisquine Cancalaise. Deze vereniging heeft ruim 400 leden en zij zijn verantwoordelijk voor het onderhoudt en het vaarprogramma van het schip.
Het was bijna het geval dat de originele bisquines waren uitgestorven, maar enkele fanatiekelingen besloten dit niet te laten gebeuren en zijn bouwden de Cancalaise.
WILHELMINA.
De Wilhelmina, gebouwd in 1893 in Waspik, Nederland, begon haar bestaan als een robuust vrachtschip dat goederen vervoerde tussen Nederland, Duitsland en Denemarken.Haar lange reizen over de Europese wateren getuigen van haar stevigheid en betrouwbaarheid.
In 1993 onderging het schip een opmerkelijke transformatie tot passagiersschip, waarbij ze vijf meter werd ingekort. Dit maakte haar wendbaarder en geschikt om bijna overal te komen, zelfs op plaatsen waar grotere schepen niet kunnen varen.
Met een lengte van 29 meter en een breedte van 6,20 meter biedt het schip voldoende ruimte voor haar passagiers om van het zeilen te genieten. Haar zeiloppervlak van 325 m² zorgt ervoor dat ze soepel door het water glijdt. Zeilend is ze een lust voor het oog en doet ons herinneren aan tijden toen alleen nog zeilschepen de wereldzeeën bevoeren naar verre onbekende landen.
MORGENSTER.
De Morgenster, gebouwd in 1919, vaart met de traditionele klipperbrik-tuigage, een systeem dat zijn wortels in de geschiedenis van de zeilvaart heeft.
Het werd ontwikkeld door de Amerikanen tijdens hun onafhankelijkheidsoorlog, voor snelheid en wendbaarheid, waardoor lichtere schepen de zwaardere Engelse oorlogsschepen te slim af konden zijn.
Deze vroege schepen, met hun snelle schoener- en brikontwerpen, waren de voorlopers van de legendarische klippers, beroemd om hun snelheid en vermogen om door uitdagende watteren te navigeren.
Met haar volle tuigage van 600 m² kan ze een snelheid halen van 14 knopen en is ze sierlijk als een zwaan.
Ze heeft een lengte van 48 meter overalles, dek lengte 38 meter, breedte 6,75 meter en een diepgang van 2,4 meter. Haar hoogte is 29 meter en vaart onder de Nederlandse vlag.
In 2008 heeft het schip een refit ondergaan en werd ze uitgerust met een Scania motor van 450 pk, een generator van het merk John Deere met 62 kVA, een tweede generator van het merk Kubota met 18 kVA en een noodgenerator van het merk Hoed met 17 kVA. Het schip heeft nu plaats voor 72 tot 90 opvarenden.
De Morgenster heeft zeer fraai boegbeeld; voorstellende een zeepaardje, waarvan de staart zich splitst over beide boegdelen en uitlopend in een uitgewaaierd lint met de naam van het schip er op.
NIL DESPERANDUM.
De Nil Desperandum, vertaald uit het Latijn "Wanhoop nooit", is een statige drie mastschoener van 119 jaar oud. In 1894 werd dit schip als klipper gebouwd en gebruikt om goederen te vervoeren, zoals aardappelen, turf en dergelijke bulkproducten. Na de snelle opkomst van het vervoer pover de weg waren veel van deze schepen gedoemd tot de sloop. Van dit schip werd het casco hergebruikt voor de chartervaart en vaart van vroege lente tot late herfst met haar passagiers.
De Nil Desperandum is nu een drie mastschoener varend onder Nederlandse vlag; lengte 42 meter, breedte 6,25 meter en heeft een zeiloppervlakte van 600 m². Aantal passagiers tussen de 40 - 50 personen.
OOSTERSCHELDE.
De Oosterschelde werd gebouwd in de jaren 1917-1918 op de werf H.Appelo & Zoon te Zwartsluis als bouwnummer 120.Haar kiellegging was in 1917 en werd dat zelfde jaar te watergelaten op 26 oktober. Ze kreeg de naam Oosterschelde en kwam in 1918 in de vaart.
De Oosterschelde is een driemastschoener en het grootste gerestaureerde Nederlandse zeilschip, en de enige overgebleven Nederlandse driemastschoener, waarvan er honderden waren in het begin van de 20e eeuw. Haar thuishaven is de Veerhaven in Rotterdam.
Het schip heeft een lengte van 50 meter, breedte 7,50 meter, diepgang 3 meter en een hoogte van 36 meter. Een tonnenmaat van 226 ton en een waterverplaatsing van 360 ton. Het schip is uitgerust met 891 m² zeiloppervlak waarmee ze een snelheid kan behalen van 18 knopen.
Buiten de wind als voortstuwing is het schip uitgerust met een Deutz motor van 360 pk, waarmee ze een snelheid van 6 knopen kan behalen.
Haar roepletters zijn: PGNP. Haar laatste refit was in 1992.
De Oosterschelde begon haar loopbaan als vrachtschip, met een laadvermogen van 400 ton. Ze vervoerde hoofdzakelijk klei, stenen en hout, maar ook andere producten.
In de jaren 30 van de 20e eeuw werd er een zware dieselmotor geplaatst en werd de tuigage verkleind, waaronder die van de achtermast.
In 1939 werd zij verkocht aan een Deense rederij, en omgedoopt tot "Fuglen II". In 1954 werd zij weer verkocht aan een Zweed, omgedoopt tot "Sylvan" en grondig verbouwd tot een moderne gemotoriseerde coaster.
In 1996-98 maakte zij een reis rond de wereld via: Rode Zee, Indonesië, Hong Kong, Japan, Australië, Nieuw-Zeeland, Kaap Hoorn, Antarctica (Zuidpool) en Azoren terug naar Rotterdam.
Ter gelegenheid van de Olympische Zomerspelen lag zij midden in Londen afgemeerd. Een nieuwe reis rond de wereld begon op 3 november 2012 en duurde tot 2014; de reis verliep via Kaapverdië, Brazilië, Kaap de Goede Hoop, Mauritius, Kaap Leeuwin, Nieuw=Zeeland, Kaap Hoorn en Antarctica.
Ze vertegenwoordigd een stukje "Hollands Glorie" op de wereldzeeën.
MILPAT.
De MilPat, voluit Michel-et-Padrick, werd in 1962 te water gelaten voor de visserij, voornamelijk actief in de Ierse Zee en voor de kust van Zuid-Finisteère. Het schip had een eikenhouten romp, twee masten en een sleepnet.
De MilPat is een langoustineboot en werd gebouwd in Bretagne, v arend onder Franse vlag.
Haar thuishaven is Fécamp. Ze heeft een lengte overalles van 23 meter, waarvan de romp 16 meter, hoogte 12,2 meter, en kan 30 passagiers vervoeren.
Na haar leven als visserschip werd ze door Fécamp Vieux Gréements gerestaureerd en omgebouwd tot een traditioneel zeiljacht. Voor deze transformatie was acht jaar werk nodig, uitgevoerd in het kader van jeugd- en reïntegratieprojecten. Op 7 juli 2001 was het schip terug in Fécamp. Het ruim is ingericht als een comfortabele leefruimte om op haar reizen 30 koppen aan opvarenden onder te brengen.
MilPat is erkend als varend erfgoed en draagt waarden uit als delen, overdracht van kennis en respect.
PASCUAL FLORES.
Het is meer dan een schip; het is de icoon van de zeiltraditie en maritieme geschiedenis van Torrevieja in Spanje.
Het schip werd gebouwd in 1917 met drie masten en 415 m² zeiloppervlak.
Haar lengte is 43 meter, breedte 8,6 meter en hoogte 29 meter.
Zij kreeg haar laatste refit in 2020.
Al sinds de 18e eeuw had de stad Torrevieja een sleutelrol in de zouthandel. Het zout was zo geliefd dat het via de scheepvaart werd geëxporteerd naar verre oorden. De stad had hierdoor in de eerste helft van de 20e eeuw de grootste zeilvloot van de Middellandse Zee, bestaande uit honderden schepen, waaronder 64 pailebotes zoals de Pascual Flores.
Deze schepen vervoerden het "witte goud" naar alle windrichtingen en zo werd Torrevieja een maritiem centrum.
Aan het einde van de 20e eeuw kwam een einde aan het verhaal van de Pascual Flores. Het schip bracht versleten en vergeten, haar laatste dagen door in een Engelse haven.
In 1999 werd ze gered door de stad Torrevieja en werd zij met zorg gerestaureerd en in haar oorspronkelijke vorm terug gebracht onder leiding van meester-scheepbouwer Antonio Carrasco. Tegenwoordig vaart de Pascual Flores als ambassadeur van Torrevieja.
ZE WAS ER NIET, KON ER NIET MEER BIJZIJN, ZE BLEEF THUIS.
KRI DEWARUCI.
De Dewaruci, is een zeilschip van de A-klasse varend onder de vlag van Indonesië als opleidingsschip voor de Indonesische marine.
Haar naam verwijst naar de Javaanse mythologische god van waarheid en moed, en staat als boegbeeld afgebeeld. Aan haar bouw werd in 1932 in Hamburg begonnen, maar door de WO-II werd ze pas in 1953 te water gelaten.
Schip en bemanning waren in alle wereldhavens die het schip aandeed zeer geliefd en vooral in Amsterdam.
Helaas heeft het schip niet meer de kwaliteit om de wereldzeeën te bevaren. Ze maakt vanuit haar thuishaven Surabaya nu reizen in de Indonesische Archipel, zoals de "Specerijen route". Haar opvolgster werd niet de Dewaruci II, maar de KMI Bima Suci; ook zij was niet aanwezig op de Sail Amsterdam 2025.
KRI BIMA SUCI.
Ze werd op 18 september 2017 te water gelaten.
Het ontwerp van het buiten- als het binnenwerk is van het Spaanse bureau Oliver Design.
Het schip heeft een lengte van 111,20 meter, een breedte van 13,65 meter, een diepgang van 5,95 meter en een maximale masthoogte van 49 meter.
Het driemastschip van de Bark-klasse heeft 26 zeilen met een totale oppervlakte van 3.352 m². De hoogte van het hoofddek is 9,20 meter boven zeeniveau.
Onder zeil loopt het schip 12 knopen en op de motor ook 12 knopen.
De naam "Bima Suci" is afgeleid van de Javaanse mythologische held; "Bima de heilige" of "Bima de Zuivere", wat staat symbool voor kracht, moed en rechtschapenheid. Suci: betekend "heilig" of "puur" in het Indonesisch. Ze is als opvolgster van de "Dewa Ruci" het grootste zeilopleidingsschip van de Indonesische marine, en fungeert als een varende ambassadeur voor het land.
( Van links naar rechts: KRI Bima Suci; Achterschip en het boegbeeld.)
Hiermee een einde aan het verslag van enige schepen die deelnamen aan Sail Amsterdam 2025. Buiten de grote en kleine zeilschepen voeren er ook marineschepen, sleepschepen, jachten en de historische bruine-vloot mee.
Vele keerden terug naar hun thuishaven, anderen begonnen een lange reis naar een haven elders op de wereld. De "zwanen van de zee" hebben een lange geschiedenis en dragen vriendschap en vrede uit in de landen die ze bezoeken.
Helaas is het weer vijf jaar wachten tot de volgende Sail Amsterdam 2030.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten