HOE KOMT EEN TRADITIONELE
BATAKWONING IN HET DUITSE
WERPELOH TERECHT?
WERPELOH.
Werpeloh is een gemeente in de Duitse deelstaat Nedersaksen. Werpeloh is onderdeel van de Samtgemeide Sögel in de Landkreis Emsland. Het hoogste punt in het landschap is de 73 meter hoge Windberg. Volgens het jaartal op het gemeentelijke wapenschild, zou Werpeloh reeds in het jaar 854 te zijn gesticht. Rond de gemeente liggen diverse hunebedden uit de Megalitische cultuur.
BATAK EN HUN WONINGEN.
Ook de bouw van hun woningen hebben een duidelijk verschil van elkaar.
De hier links afgebeelde woningen staan op het eiland Samosir in het Toba Meer.
Deze Toba Batak's zijn hoofdzakelijk christen van geloof.
DE BATAKWONING IN WERPELOH.
Het is het verhaal van een minderbroeder, een zekere Matthäus Bergmann die in deze plaats, spreekwoordelijk voor anker ging.
Vlakbij het stadje stroomt de rivier de Ems, maar zelf heeft het geen haven of een groter water waar je met een schip ten anker kan gaan.
WIE WAS MATTHÄUS BERGMANN.
Rudolf Bergmann werd op 6 augustus (jaar?) in Altharen an der Ems, in de deelstaat Nedersaksen, als een van de elf kinderen van de familie Bergmann, welke meestersmeden waren.
Na het doorlopen van de lagere school behaalde hij zijn middelbareschooldiploma in 1953 en trad hij toe tot de orde der Kapucijnen en kreeg hij de religieuze naam Matthäus. Op 21 maart werd hij in Münster tot priester gewijd. In 1973 werd hij benoemd tot pastoor van de Franciscusparochie in Werpeloh. Gedurende zijn meer dan 30-jarige dienst wijdde hij zich in gelijke mate aan de kerk en het dorp. In 2000 kreeg hij het ereburgerschap toegekend. Wegens zijn ziekte beëindigde hij zijn werk in Werpeloh in 2003. Hij overleed op 22 april 2008 in het Kapucijnerklooster in Münster.
Naast het grote respect en de waardering die hij als persoon en als herder voor zijn gemeente genoot, stond hij ook bekend om zijn werk als getalenteerd ambachtsman en fantasierijke kunstenaar.
Zijn wens om naar Indonesië uitgezonden te worden ging door zijn gezondheid niet door, dus haalde hij Indonesië en wel Noord-Sumatra gewoon naar zich toe, door achter de kerk, naast het kerkhof, een Batakhuis te bouwen.
Een feit is zeker, en dat is dat de Batak bewoners nog nooit hun huis zo hebben gezien als op de afbeelding hiernaast.
Het is te hopen dat door de huidige klimaatsverandering het ook nooit zal gebeuren.
Het Batakhuis is een houten gebouwtje gebouwd volgens de traditie op houtenpalen, waartussen het rundvee wordt gehouden.
Op de eerste verdieping bevindt zich het woonvertrek van de bewoners, de ruimte daarboven is voor de voorouders, of de geesten daarvan. De woning is opgetrokken in drie kleuren.
Zwart staat voor de onderwereld, rood voor vitaliteit en het aardse leven en wit voor het spirituele.
Het laatste, de spiritualiteit, is erg belangrijk voor de voorouder-vererende Toba Batak, die ondanks dat ook christen zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten