zondag 26 oktober 2025

POMPEIÏ. (DEEL 4)

 

           2550 JAAR 

GELEDEN GESTICHT.

                                                                                                          DEEL 4.

POMPEIÏ.


We vervolgen onze wandeling over de Via di Stabia en komen uit in het gebied van het Driehoekig Forum en het Grote Theater.
Een lange wandeling langs diverse nop niet volledige uitgegraven gebouwen.
OP de dag dat wij daar waren was er weinig publiek die deze wandeling ondernamen, die meestal met een gids onderweg waren naar de voor hun  belangrijkste punten die te bezichtigen waren.
Wij deden het zonder gids, maar met behulp van een soort stratenkaart die we bij de entree hadden gekocht.




HET DRIEHOEKIGE FORUM EN DE DORISCHE TEMPEL.



Het Driehoekige Forum ligt bijna aan het einde van de Via di Stabia en stond bekend onder de naam Foro Triangolare.
 Dit Forum, dat zijn naam ontleent aan de eigenaardige vorm van het terrein dat beschikbaar was, neemt slechts een derde van de ruimte in van het op een na grootste stadscentrum van Pompeiï.

De ingang in het noorden heeft een poortgebouw (propylaeum) met zes elegante Ionische zuilen; aan beide zijden zijn steunen voor lantaarns. 
Het plein is aan twee kanten omgeven door een zuilengang met 95 Dorische zuilen; in het oosten is het verbonden met een gymnasium, met het Grote
Theater en, via een lange trap, met het Hof met Bogen.
Het voetstuk voor de voorste zuilengang was bestemd voor een beeld van Marcus Claudius Marcellus, patroon van Pompeiï en lievelingsneef van keizer Augustus.

DORISCHE TEMPEL. (69)


De Dorische Tempel, die de zuidelijke zone in beslag neemt, werd gebouwd in de zesde eeuw v.Chr. toen Pompeiï onder de invloed van de machtige Griekse staat Cumae stond. De tempel was gewijd aan Hercules de mythische stichter van de stad, en aan diens eredienst werd later de cultus van Minerva gevoegd. Terwijl de Sanmi9eten de tempel herhaalde keren restaureerden werd deze door de Romeinen bijna niet gebruikt. De tempel lijk veel op die van Paestum, die uit de zelfde tijd stamt: er waren robuuste zuilen met wijde groeven en platte ronde kapitelen die geheel rond de cella liepen.
In totaal waren er 32 zuilen, waarvan zeven aan iedere korte zijde, zodat daar een zuil in het midden stond. Bijna het hele gebouw was van tufsteen, alleen de zuilen, waarvan nog enkele fragmenten te zien zijn, waren gemaakt van kalksteen van de Sarno. De basis , 21 bij 28 meter, met een smalle trap in het zuiden is goed bewaard gebleven. Even verderop zien we de resten van een heilige waterput, waar vroeger een rond tempeltje met acht zuilen stond, dat was gebouwd in opdracht van de Samniet N. Trebius.

SAMNITISCH PALAESTRA. (70)

Het Samnitisch Palaestra werd gebouwd door de duumvir Vibius Vinicius voor de jonge Samnieten.
Er is een zuilengang aan drie zijden met aan de westelijke kant de dienstruimtes. Op het altaar werden offergaven gelegd, die de overwinnaars van de wedstrijden offerden aan de god Mercirius, beschermer van de atletiek spelen.

GROTE THEATER. (71)

Het Grote Theater werd gebouwd in een heuvelkom, aan het eind van de derde eeuw v.Chr.
In de tijd van Augustus werd het uitgebreid en aan de eisen van de tijd aangepast door de arfchitect Artorius, in opdracht van de familie van de Holconii. Uit deze tijd dateren de crypta met de summa cavea d.w.z. de bovenste rijen plaatsen, en de tribunalia, de ereplaatsen  die boven de zijingangen werden gebouwd en die gereserveerd waren voor priesteressen en voor organisatoren van de voorstellingen. Deze nieuwe plaatsen werden gevoegd bij de media cavea van 15 rijen, verdeeld in vijf sectoren, en bij de ima cavea, de laagste rijen, die gereserveerd waren voor de belangrijke persoonlijkheden van de stad. In de laatste jaren werd ook de orchestra, de halfronde vloer van het toneel, bezet door prominente burgers van Pompeiï en het theater kon zo aan meer dan 5000 toe-
schouwers plaats bieden.

Tussen het podium en de orchestra was een langwerpige opening, waarin het doek werd opgeborgen aan het begin van de voorstelling. De twee grote ingangen aan beide zijden van het podium werden gebruikt bij grote theatervoorstellingen. Het Romeinse decor, gebouwd over het Griekse decor, dat bestond uit een simpele achterwand met twee uitstekende delen, stelt een monumentale  voorgevel voor, versierd met pilaren, lijsten, timpanen, beelden en fonteinen waaruit water spoot. Het leek ongetwijfeld veel op de fantasie architectuur, die we gezien hebben in de schilderingen van de Vierde Stijl. De hele heuvelkom werd tegen zon en regen beschermd door een groot zeil, velarium, dat met palen omhoog werd gehouden en vastgezet met ringen die nu nog te zien zijn aan de achterzijde van de summa cavea, Het theater was geheel van steen, behalve het decor, dat van bakstenen gemaakt was.

KLEINE THEATER. (72)

Het Kleine Theater is een van de meest perfecte voorbeelden van een overdekt theater, theatrum tectum, d.w.z. een Odeon, dat in de oudheid gebruikt werd voor muziekuitvoeringen en mime-voorstellingen. het werd in 80 v.Chr. geb ouwd door de duumviri Quintius Valgus en Porcius.
Inn het boven- en middelste deel warewn 17 rijen van tufsteen. Een hog omheining, waarvan links nog een klein deel bewaard ie gebeleven, scheidde de vier rijen van de ima cavea af van het hogere deel. Er zijn nog twee beelden van tufsteen te zien (telemoni) die dienden als steun voor consoles.
Aan de zijkanten van de zitplaatsen van de decurions waren als onderscheidingsteken dubbele leeuwenklauwen bevestigd. De grote gemetselde blokken aan het eind van veel rijen dienden als steunen voor het vaste dak, dat aan de buitenkant de vorm van een piramide had, terwijl aan de binnenkant hoogstwaarschijnlijk een tegenplafond was aangebracht.

HOF MET DE BOGEN. (73)

Het hof met de bogen van de theaters ligt achter het grote podium en bestond oorspronkelijk uit een plein met een zuilengang, porticus post scaenam, waar het publiek zich voor de voorstellingen en in de pauzes verzamelde.
In de tijd van keizer Nero werd het omgeboiud tot een kazerne voor de gladiatoren, die in steeds grotere aantallen geëngageerd werden voor het ludus gladiatorum in het amfitheater. 
Rond de hele hof waren over twee verdiepingen kamers. Aan de oostkant bevonden zich de eetzaal en de keuken. In de kazerne zijn prachtige wapens gevonden, die zich nu in Napels bevinden.

TEMPEL VAN ISIS. (74)

De Tempel van Isis, naast het Samnitische Palaestra heeft een ingang aan de gelijknamige straat. 
De ingewijden van de cultus van Isis, die in het hele Romeinse rijk verspreid was, vereerden hier de godin van de Egyptische drievuldigheid. Na de verwoesting door de aardbeving van 62  werd de tempel hersteld in opdracht van Popidius Celsinus, die ondanks het feit dat hij pas zes jaar oud was, tot decurion was gekozen. De hoge muren rond het heiligdom dienden om de mysteriën die binnen plaats vonden geheim te houden. De tempel, die naar het oosten gericht was, stond op een hoge basis en domineerde de kleine open ruimte eromheen. Er was een atrium met zes zuilen, twee aan de zijkanten en vier aan de voorkant.
In de kleine open cella bevonden zich de heilige instrumenten en de symbolen van de cultus van Isis..
Aan de wanden van de cella waren twee nissen voor de beelden van de godin. Het hoofdaltaar bevond zich naast de trap. OP een ander altaar, in het noorden, zijn nog de resten van een offer aangetroffen. Achter de tempel was een zaal waar de ingewijden bijeenkwamen. Aan de zuidkant waren kamertjes van de priesters. Op de hoek is een klein tempeltje gedecoreerd met stucco's, vanwaar een gang naar een put leidde, waar het heilige water van de Nijl bewaard werd. Het ontbreken van schilderingen en beelden, die vroeger zeker aanwezig zijn geweest, versterkt ons gevoel van neerslachtigheid en mysterie.

TEMPEL VAN JUPITER MEILICHIOS. (75)

De tempel van Jupiter Meilichios ligt aan de Via di Stabia. De oorspronkelijke, pre-Romeinse tempel was gewijd aan de cultus van Zeus Meilichios die vanuit Sicilië, dat toen onder Griekse invloed stond, was ingevoerd. Er waren zes zuilen in de voorhof, net als in de tempel van Isis, maar de cella is dieper. Het hele gebouw was van tufsteen. Van het zelfde materiaal is het interessante altaar voor de trap gemaakt.
Na de aardbeving die de tempel van Jupiter verwoestte, werd hier de Capitolijnse drievuldigheid aanbeden. Om die reden zijn hier twee grote terracotta beelden van Jupiter en Juno gevonden en een borstbeeld van Minerva, welke zich in Napels bevinden.

We verlaten het Foro Triangolare en slaan de Via del Criptoportico in, slaan links af en niet veel daarna rechts af  om op de Via dell'Abbondanza uit te komen en deze te volgen tot we bij het Amfitheater en het Grote Palaestra uitkomen.

HET AMFITHEATER. (99)

Het Amfitheater werd in 80 v.Chr. gebouwd, het jaar waarin PompeiÏ een Romeinse kolonie werd, in opdracht van dezelfde autoriteiten die het Kleine Theater lieten bouwen.
Dit gebouw is enorm belangrijk, omdat het het oudste bekende amfitheater is.
De afmetingen bedragen 135 bij 104 meter en het kon plaats bieden aan 20.000 mensen. Anders dan in latere amfitheaters lagen de toegangstrappen aan de buitenzijde; onder de arena zijn geen ondergrondse gewelven en een groot deel van de arena was uitgegraven beneden het straatpeil. In de ima cavea waren vijf rijen, die voorbehouden waren aan hoogwaardigheidsbekleders; in de media cavea 12 rijen en in de summa cavea 18.


De allerhoogste galerij, die geheel van de andere plaatsen was afgescheiden en eigen trappen en toegangsruimten had, was bestemd voor vrouwen, die dankzij een decreet van keizer Augustus, in het amfitheater toegelaten werden. In de bovenrand zijn nog de stenen ringen te zien, waarin de palen gezet werden , die het grote zeil steunden, dat de hele ruimte kon overdekken.

Dit enorme zeil, velarium, diende , net als het zeil dat honderd jaar later gebruikt werd  in het grotere Colosseum in Rome (188 bij 156 meter)
Het gebouw werd hoofdzakelijk gebruikt voor sport en voor voorstellingen  met gladiatoren-gevechten, jachtpartijen en gevechten met wilde dieren. Deze manifestaties, die door de Romeinen ingevoerd waren, werden snel zeer populair en daarom was het nodig het amfitheater uit te breiden. Bezoekers kwamen ook uit nabij gelegen steden  en de rivaliteit tussen verschillende steden was zeer groot. Tacticus vertelt in zijn Annales van een ruzie, die in 59 n.Chr. uitbrak tijdens de gladiatorrenspelen, tussen de bewoners van het nabij gelegen Nuceria en van Pompeiï. De ruzie laaide zo hoog op dat er vele doden en gewonden vielen. Naar aanleiding hiervan liet Nero de spelen voor tien jaar verbieden door de Romeinse Senaat.

HET GROTE PALAESTRA. (100)


Het Grote Palaestra verving in de keizerlijke tijd het Samnitische Palaestra, dat dicht bij de theaters lag en niet groot genoeg meer was. Dit gebouw was bestemd voor atletiek-oefeningen en voor manifestaties van het Collegium juvenum, die ieder jaar georganiseerd werden. Het bestond uit een enorm plein 130 bij 140 meter, dat geheel omsloten werd door een hoge muur met kantelen. De ingangen waren in het westen en het oosten. Binnen was aan driekanten een zuilengang met Ionische zuilen.
In het zuidwesten was een grote latrine. Een enorm zwembad, waarvan de vloer van west naar oost afliep, en waar aan een kant trappen waren om in het water af te dalen, lag in het midden. Rond het zwembad stond een dubbele rij Platanen. Op een van de zuilen van de westelijke zuilengang is een inscriptie gevonden in geheimtaal (cryptogram) waaruit de aanwezigheid van Chritenen in Pompeiï blijkt.

We verlaten het amfitheater via de nieuwe uitgang en sluiten zo ons bezoek af met een laatste blik op dit enorme stadion, waar meer dan tweeduizend jaar geleden de hele bevolking van Pompeiï enthousiast aan de spelen deelnam.
Hiermee eindigt onze langdurige ontmoeting met de oude bewoners van Pompeiï, onze gastheren van eeuwen geleden, die misschien toch niet zo veel van ons verschilden. Maar waar was de haven van deze vroeger aan de zee te hebben gelegen stad?


ZEEHAVEN VAN POMPEIÏ.

Dat Pompeiï een belangrijke havenstad was in haar bestaan, blijkt alleen al aan de naam van de toegangspoort tot de stad, Porta Marina.
Vooral buiten tegen de hogere stadsmuren en de lagere aangebrachte muren lagen vooral huizen van personen die met de handel via de zeescheepvaart te maken hadden en met de visserij.



Dit blijkt ook aan de fraaie muurschilderingen van vrachtschepen en zeeslagen en mozaiek van een galei in woningen van de rijken die in de stad woonden.


De stad Pompeiï  werd gebouwd op een 40 meter boven zeeniveau gelegen lava plateau dar bij eerdere uitbarstingen van de acht kilometer verderop gelegen vulkaan Vesuvius was ontstaan.
De stad grensde aan de rivier de Sarno waarvan de monding in de oudheid bevaarbaar was en was voorzien van lagunes die gebruikt werden als een veilige plaats voor de toenmalige handelsschepen van de Etruskische en Fenicische zeelieden. Tevens was de rivier de Sarno een goede handelsweg over water naar het binnenland.



De in de monding van de Sarno rivier gelegen baai deed dienst als handelshaven en was over land verbonden met de stadsingang Porta Stabia. In het noorden van monding van de Sarno lag in een lange baai de marine haven, waarvan een weg liep naar de Porta Marina.  De haven lag dus niet in, of direct aan de stad zelf.

Pompeiï gelegen in de Golf van Napels, werd een belangrijke handelsplaats van goederen die over land van Rome over de Via Appia werden aangevoerd, maar ook uit de omliggende steden als Nola, Nuceria en Aceria werden hun producten naar Pompeiï gestuurd om ze vandaaruit te kunnen transporteren over het hele keizerrijk.
Producten als olijven, olijfolie, garnalen en vis, vissaus, wijn, zout, diverse soorten noten en kledingstoffen. Zelfs wilde dieren voor de arena en slaven om op het land of huizen te werken.
Aan dit alles kwam in het jaar 79 n.Chr. een einde door de uitbarsting van de Vesuvius.



Op veel afbeeldingen uit die tijd of afbeeldingen van hoe men dacht dat een haven in die tijd eruit gezien zou hebben, wordt het schip langszij aan de kade afgemeerd. Een systeem dat veel ruimte inneemt, waardoor de los- laad- kaden van de haven snel vol liggen. Daarbij was het veel tijdrovend navigatie werk om het schip vanuit de baai weer buitengaats te krijgen.
Dit laatste was uiteraard voor de marineschepen zeer belangrijk.



Ten noordwesten van de Porta Marina werd een muur ontdekt waaruit stenen ogen steken, waar men vanuit gang dat deze ogen waren om schepen aan te meren. helaas is uit onderzoek, ook grondboringen, gebleken dat deze muur nooit een kade muur zou kunnen zijn geweest van een zijtak van de rivier de Sarno. Maar uit nautische onderzoeken is gebleken dat de havens in die tijd waren uitgerust met houten steigers die haaks op het land stonden. Een schip werd bij aankomst in de haven gekeerd en met het achterschip naar de wal toe, en met bak- of stuurboord zijde langs een dergelijk steiger afgemeerd. Dus met de boeg naar de uitgang van de haven of baai gekeerd.

Na veel onderzoek gaat men er nu vanuit dat de rivierhaven in een lagune in een bocht van de Sarno ten zuidwesten van de stad moet hebben gelegen. Dit om drie goede redenen; 1- de dichtbij gelegen tempel van Venus, de bescherm godin van de zeehavens; 2. een gebied met pakhuizen vlakbij de tempel; 3. de afwezigheid van archeologische vondsten in dat gebied. Maar we wachten maar af, want wat de Vesuvius met zo'n enorme laag lava en as heeft bedolven, dat moet nog steeds verder uitgegraven worden.

Note: Moe en met pijnlijke voeten van de wandeling over de keien van de straten van Pompeiï, maar voldaan over wat we gezien hebben, keerden we met de auto terug naar Napels en ons schip.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten