2550 JAAR GELEDEN GESTICHT.
DEEL 1.
POMPEIÏ ONTDEKKEN.
Het is nu veertig jaar geleden, dat we met een tankschip Napels aandeden om een lading marine-diesel te lossen. De walinstallatie was zwaar verouderd en zodoende konden we de lading niet lossen met de grote ladingpompen, daar men bang was dat we de leiding welke onderwater lag zouden opblazen. Dus werd er gelost met een stoom aangedreven zuigerpomp. Daar het wel enige dagen zou duren eer de lading zo gelost zou zijn, werden er plannen gesmeed om de opgravingen van Pompeiï te gaan bezichtigen.
Wachten werden geruild, zodat een ieder, wel op verschillende dagen, een dag aan de wal kon doorbrengen. We huurden een auto en reden, gelukkig zonder brokken naar Pompeiï. Een toegangsbewijs koste in die tijd 5000 lire voor vijf personen, omgerekend 2,50 Euro. Voor de lokale bevolking werd een bedrag van 150 lire in rekening gebracht.
EEN ENGELS ECHTPAAR BEZOEKT DE BAKERMAT.
De stad Pompeiï, aan het begin van onze jaartelling onder lava bedolven bereikte het Engelse echtpaar met een autobus. Hun rondleiding begint bij een solide hek bij een begraafplaats.
Voor dit hek staan mannen die je een vulpen of een sierlijk staartklokje willen verkopen, en je zo afleiden dat collega's zakkenrollers hun werk kunnen doen. Ook bij de aankoop van het toegangsbewijs werden ze met een glimlach bestolen en betaalden dus veel te veel. Aan ieder zijde van het tourniquet werden ze belaagd door bejaarden, die de indruk gaven, aan de opgravingen te hebben meegewerkt en dan ook weer van alles aanbieden en u alles deskundig uit te leggen. Knapen van steviger makelij bezitten een draagstoel waarin zij je de hele stad willen rondsjouwen, tegen een tarief dat zij voorlopig onvermeld laten.
"Toe nu John", persisteert de vrouw. "'t Is heus beter". "Maar ik ben zo zwaar," zegt de man niet zonder grond, en hij werpt een wrevelige blik op zijn buik en daarna op de humane dragers. De gids vertaalt deze ethische aarzeling met een grijns.
"Ah sir!" roept de voorste drager met emfase.
"IJje verrie strong. IJve iete verrie mutschje spaghetti!". Zijn welsprekend acteursgebaar doet de deur dicht. Even later zit de dikken man als een oosterse vorst in de draagstoel en wordt langzaam de bakermat van de beschaving in gedragen.
Het is een hele tocht, want men heeft vele straten, pleinen en gebouwen van de bedolven stad uitgegraven.
De levenslessen zijn daarbij in letterlijke zin uit de grond gespoten, want onder de slachtoffers van de ramp, welke in wanhoop verwrongen lichamen men in gips heeft kunne nagieten, waren vele rijken, die hun bezit niet wilden verlaten; vrouwen, door sieraden omringd; een Croesus , te midden van zijn goud.
Als we een groot badhuis binnen gaan dat, nog bijna helemaal intact, pronkt met verfijnde , marmeren luxe, maakt de dikke man aanstalten om uit de draagstoel te klauteren, maar de vrouw zegt: "blijf maar zitten, John. Ik ga wel even kijken. Ik vertel je het precies, straks". Maar al te graag zakt hij terug in het pluche, ons gevoelig toelachend, als een zachte knul, niet lui maar gauw moe. "Izze better in thie sjairre," zegt de drager, hem troetelig op de vlezige schouder kloppend.
En verder gaat de tocht, langs nederige woningen, rijke villa's, wijnhuizen en muren waarop verkiezingsleuzen, reclame en destijdse schuttingtaal, meehelpen te bewijzen dat er weinig nieuws is onder de zon. Pompeii was wel echt een stad zonder strenge pastoor of dominee, dat merkt man aan de talrijke plaatsen van vertier. Als we bij een kleine zijstraat komen, zegt de gids: "En zouden de dames hier nu even willen wachten? Alleen heren alstublieft."
De dikkert staat al in zijn stoel overeind, als een kind in een looprek. "Sit down John, sit down..."
De heren laten de oplaaiende echtelijke twist achter zich en volgen de gids naar een huis waar, naast de ingang, een zeer modern kastdeurtje tegen de muur is gespijkerd.
Hij zwijgt en klapt in zijn handen. Nu verschijntuit het duister van het huis een oude man met een plat uniform petje op, die het vreemdste beroep uitoefent dat mij voor ogen kwam. Zijn hele levensvulling bestaat namelijk uit het volgende complex van handelingen. Hij haalt een sleutel uit zijn zak, opent daarmee het kastdeurtje, gunt ons gedurende vijf seconden een blik op de daarachter verborgen onvoorstelbaar obscene muurschildering, sluit de deur weer en houdt zijn hand op voor een fooi. Over de heren is een grinnikende Parijs-bij-nacht stemming gevaren. De archeologen vallen ons mee.
"Avanti!" roept de gids, trost alsof hij het zelf geschilderd heeft. Als we ons omdraaien, zien we nog net dat de Engelse dame terugvlucht. Ze heeft stiekem meegekeken en vat, terug bij de draagstoel, de turbulente ervaring samen met de eenvoudige woorden: "A picture John. Just a picture".
Plinius de Jongere was vanaf Misenun getuige van het angstwekkende schouwspel, waarvan de verschijning en de vorm door geen enkele boom beter kan worden weergegeven dan door de pijnboom; hij geeft er een indrukwekkende beschrijving van, waarin hij tevens de belevenissen en het tragische eind van zijn oom Plinius de Oudere vertelt; in twee brieven die hij stuurde aan de historicus Tacticus, die bewaard zijn gebleven.
POMPEIÏ OORSPRONG EN GESCHIEDENIS.
Qua oorsprong is Pompeiï even oud als Rome.: de eerste nederzetting werd gesticht in de achste eeuw voor Christus en kreeg zijn naam van de << gens pompeia>> die behoorde tot de Osci een van de oudste Italiaanse volkeren. Aangezien het gelegen was op de enige begaanbare route tussen noord en zuid en tussen de zee en de vruchtbare dalen van het binnenland, werd Pompeiï al snel een belangrijk knooppunt van wegen en haven en daardoor ook een begeerlijke prooi voor de omliggende machtige staten.Bruin = Het oudste Pompeiï, gesticht door de Osci, een oud Italiaans volk.
Geel = De uitbreiding van de stad onder de Grieken en Etrusken.
Blauw = De grote stadsuitbreiding in de Samnitische periode.
De Griekse staat Cumae was de eerste die Pompeiï onderwierp. In de periode 525-474 v. Chr. werd de heerschappij door de Etrusken overgenomen, die toen op het hoogte punt van hun macht waren.
Tegen het einde van de vijfde eeuw werd het veroverd door de Samnieten die, vanaf de streek in de Apennijnen van Isernia de macht veroverden tot aan de Tyrreense Zee. In 310 v. Chr. werden de Samnieten op hun beurt verslagen door de Romeinen en Pompeiï werd bij de nieuwe Romeinse staat gevoegd. Nadat Pompeiï in 89 v. Chr. met de Italiaanse Liga in opstand was gekomen werd het door Sulla verslagen en, hoewel het voor vernietiging bespaard bleef, verloor het elke rest van onafhankelijkheid en werd het herdoopt als << Colonia Veneria Cornelia P.>> ter ere van de veroveraar L. Cornelius Sulla. Gedurende deze 600 jaar liet ieder volk dat Pompeiï veroverde de resten van zijn gewoontes en kunst achter; met name de Samnieten hebben een stempel achter gelaten in de gebouwen en kunst ondanks de vier eeuwen van toenemende romanisering die op hun heerschappij volgden.
DE EERSTE RAMP EN DE VERNIETIGING VAN POMPEIÏ.
Ondanks deze politieke ontwikkelingen zette de ontwikkeling van Pompeiï van bescheiden plattelands-
centrum tot knooppunt van handel en industrie voort. De eerste werkelijke ramp was een grote aardbeving in 62 n. Chr., die de stad tot een puinhoop maakte. De overlevenden slaagden er door hun ontembare wilskracht en kundigheid in, handel en industrie nieuw leven in te blazen en de half verwoeste stad te herbouwen. De plannen om de tempels af te bouwen en te vergroten waren nog niet voltooid toen een tweede en nu onherstelbare ramp Pompeiï trof; de vulkaan Vesuvius , die eeuwen lang beschouwd was als een dode vulkaan en volgebouwd was op haar hellingen met wijngaarden, landhuizen en luxueuze villa's, kwam op 24 augustus van het jaar 79 opnieuw tot leven en barste even na 12 uur in de middag met een vreselijke vernietigingskracht uit.
Plinius de Oudere haastte zich gedreven door wetenschappelijke belangstelling, om met een schip het vreselijke gebeuren van nabij te gaan bekijken en kwam om bij de poging zijn vriend Pomponianus te helpen en moed in te spreken.
De vlammen rezen snel op tot enorme hoogte, maar nog daarboven verduisterde een enorme zwarte wolk de zon.
In de duisternis die heerste, vormden bliksemflitsen, aardbevingen en enorme golven een scène uit de apocalyps.
De weinige overlevenden die in de richting van Stabiae of Nuceria een goed heenkomen zochten, werden achterhaald en gedood door giftige gassen die zich overal verspreiden.
Deze hel duurde drie dagen en toen was er alleen nog maar stilte.
Een dodelijke lijkwade van vijf tot zes meter dik bedekte een gebied van Herculaneum tot Stabiae.
( Een kaartje met de door door de uitbarsting van de vulkaan Vesuvius vernietigde gebieden.)
VULKAAN VESUVIUS.
De vulkaan ligt in de vlakte van Campanië, heeft een doorsnede van achtkilometer en is 1281 meter hoog.
De Vesuvius is een stratovulkaan: strato- is afgeleid van stratum, Latijn voor "laag". Een stratovulkaan bestaat bestaat uit een afwisseling van lagen as en lava, die in de twee stadia van een uitbarsting van dit type vulkaan worden gevormd.
De Vesuvius ligt in de caldera van een oudere vulkaan, de Monte Somma.
De caldera is ongeveer 18.300 jaar geleden gevormd. Een vulkaan in een caldera wordt ook wel sommavulkaan genoemd.
Bij de uitbarsting in het jaar 79 n. Chr, waarbij de steden Pompeii, Stabiae, Oplontis en andere nederzettingen werden verwoest, en volledig bedolven onder as en puimsteen, heeft het geheel zich zelf opgeblazen en ontstond de caldera met daarin de vulkaan Vesuvius. Herculaneum werd getroffen door een pyroclastische golf. Veel mensen stierven door de zich verspreidde gassen als koolstofmonoxide. Naar schatting werden er 10.000 mensen gedood. De vulkaan heeft door de jaren heen vele uitbarstingen gekend, waarvan de laatste grote in 1944.
MYTHOLOGIE.
De Vesuvius kent een rijke historische en literaire traditie en is mede hierdoor een van de bekendste en best bestudeerde vulkanen van de wereld.
Aan de Vesuvius werden ten tijde van het Romeinse Rijk goddelijke eigenschappen toegeschreven. De Vesuvius verschijnt onder meer in de decoratieve fresco's die in de ruïnes van Pompeiï zijn ontdekt. In de Romeinse mythologie werd de Vesuvius onder meer in verband gebracht met Hercules. Het is niet duidelijk of deze figuur is vernoemd naar de nabijgelegen stad Herculaneum.
Zowel Hercules en Venus werden in die tijd van de uitbarsting aanbeden in het gebied.
De Vesuvius is en blijft een gevaarlijke vulkaan, die op z'n tijd aswolken uitspuit en de aarde doet trillen.
DE STAD POMPEIÏ.
Pompeiï ontstond aan het eind van een lavastroom, 40 meter boven de zeespiegel aan de monding van de rivier de Sarno, toen veel dichter bij de stad gelegen.
De eerste nederzetting, die voornamelijk van de landbouw leefde, bevond zich in het gebied waar nu de resten van het Forum te vinden zijn.
De Grieken, en gedurende een korte tijd ook de Etrusken, vernieuwden en vergrootten de stad en begonnen met de bouw van een nieuw Forum, het Driehoekige Forum; daarnaast gingen zij voort, op een min of meer geordende manier wegen aan te leggen. De Samnieten breidden de stad zozeer uit dat de muren, op het moment dat de Romeinen binnen vielen, al een lengte van ruim drie kilometer hadden en een stedelijk centrum van 66 hectare omsloten. Tijdens de heerschappij van de Samnieten, aan het eind van de vierde eeuw, was Pompeiï al een belangrijke stad, groter dan de nabij gelegen steden en ook groter dan het toen nog bescheiden Neapolis, het Napels van nu. Het was voorbestemd om Cumae te overtreffen, maar gedurende de Romeinse heerschappij vond er nauwelijks verdere groei plaats.
De veranderingen in de periode van het Romeinse Keizerrijk betroffen voornamelijk reorganisatie en renovatie: hoge stoepen werden aangelegd, met oversteekplaatsen van grote stenen, aangezien er geen riolering in de straten was; het verkeer werd op een meer rationele manier georganiseerd door bepaalde zone's te reserveren voor voetgangers (bijvoorbeeld het Forum) en de toegang tot andere te beperken (bijvoorbeeld het amfitheater); de openbare baden (thermen) werden vergroot en op drie plaatsen waar daar behoefte aan was, werden baden geopend; de voorzieningen in de openbare plaatsen werden verbeterd om drie verschillende functies te kunnen vervullen.
Al sinds de tijde van de Samnieten was de stad in negen wijken verdeeld (zie eerste plattegrond) door twee hoofdstraten die de stad in de lengte doorsneden (decumani) en twee dwarsstraten (cardines). Iedere wijk had zijn eigen feesten, verkiezingsprogramma's en speciale karakteristieken van handel en economie.
Dicht bij de stadspoorten bij het Forum waren de herbergen (hostia), en stallen voor de dieren, terwijl langs de hoofdwegen talrijke restaurants (cauponae) waren en de voorlopers van onze cafe's (thermopolia). Ieder gebouw had zijn eigen waterreservoir dat door regenwater van het dak aangevuld werd en Rome bouwde een aftakking van het tijdens de regering van Augustus aangelegde aquaduct van Serino. Zo werd water geleverd aan de thermen, de openbare fonteinen, en aan talrijke woonhuizen van de rijksten.
De weinige rioleringen dienden uitsluitend voor de openbare toiletten, terwijl de gewone woonhuizen een beerput hadden, die op z'n tijd werd geleegd door slaven in dienst van een gemeentelijk bedrijf.
In Pompeiï woonden ongeveer 20.00o mensen, waaronder talrijke kooplieden, vrijgelatenen en slaven, vaak van Griekse of Aziatische oorsprong of uit Campanië en een minder groot aantal adelijke families van Samniersche oorsprong of afkomstig uit Rome. De klasse van de kooplieden groeide zozeer dat veel oude woonhuizen verdwenen of omgebouwd werden tot winkels of werkplaatsen.
Pompeiï werd bestuurd door twee gouverneurs (duoviri) die voor vijf jaren werden aangesteld. Zij werden bijgestaan door twee << aediles>>, die zorg droegen voor de openbare gezondheid, het publiek vermaak, de markt, de voedselvoorziening voor de stad, en daarnaast door een hoge raad (ordo decurionum) , gevormd door honderd burgers van Pompeiï die vanwege hun speciale verdiensten werden uitverkoren. Al het nieuws dat het leven in de stad betrof, zoals verkiezingen, openbaar vermaak en reclame, werd door specialisten, << scriptores>> genaamd, met toepasselijke teksten en tekeningen op de muren van de stad verspreid.
Nog veel vaker vinden we spontane teksten op de muren. Deze vormen tezamen een onuitputtelijk notitieboek waarin iedereen schreef: winkeliers, verliefde stelletjes, studenten, sportfans, bezoekers uit die tijd, maar ook koppelaars en zelfs oplichters.
Via deze zee van snelle aantekeningen lijken honderden mensen met ons te willen praten over alledaagse problemen en een taal van meer dan tweeduizend jaar geleden.
DE IDEALE WONING.
Pompeiï biedt ons nog een andere uitzonderlijke mogelijkheid om de geschiedenis van de mensheid te bestuderen: de woning. In de stad vinden we een groot aantal schitterende voorbeelden van het <<domus>>, het huis voor de familie, zoals er tussen de vierde eeuw v. Chr. en de eerste eeuw n. Chr. uitzag. Het oorspronkelijke model werd bepaald door de Samnieten, die zich vanzelfsprekend baseerde op een lange traditie; dit << domus italica>> bestond uit een serie kamers die op een goed uitgekiende manier rond een centrale as gelegen waren.
Naast een serie van slaapkamers, badkamers, keuken, en eetkamers, lagen de ruimten die gebruikt werden voor het sociale en culturele leven van de familie. Deze ruimtes waren of bijna geheel overdekt (atrium of ontvangstzaal), of bijna geheel in de openlucht (perisylium), een met zuilen omgeven binnenplaats. Tussen het atrium en het ristylium bevond zich de belangrijkste familieruimte: het tablium. Alle ruimtes kregen licht en frisse lucht vanuit twee grote centrale binnenplaatsen, slechts zelden van buiten. Deze vorm functioneerde zo goed dat de Romeinen er gedurende honderden jaren geen verandering in aanbrachten.
Zij beperkten zich ertoe het domus op pronkerige wijze op te sieren en nieuwe ruimtes toe te voegen. Vaak werd het atrium mooier gemaakt door de plaatsing van vier zuilen (tetrastylisch of Korinthisch atrium); de tuinen werden opgesierd met fonteinen, beelden en bouwwerken met nissen en zuilen waaruit waterstralen in een bassin spoten.
Andere uitbreidingen waren de rustkamers en uitzichttorens, de appartementen voor vrouwen en bedienden en de volledig ingerichte badkamers.
Nieuwe verdiepingen werden gebouwd om plaats te bieden aan slaapkamers en andere ruimtes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten