vrijdag 22 september 2017

SRI LANKA RONDREIS - HET BEGIN VAN DE RONDREIS DAG 3.

SRI LANKA 

HET EILAND VAN SPECERIJEN, 

THEE EN OLIFANTEN. (3)


HET BEGIN VAN DE RONDREIS. 08-09-2017

Het was niet de haan die ons deze ochtend van de nieuwe dag, 8 september 2017, wakker maakte, maar  'wake up call' van de receptie.
Het was dus weer de koffer inpakken, zover die was uitgepakt, douchen en ontbijten.
We hadden deze dag een lange rit voor de boeg van 222 kilometer naar Anuradhapura de oude koningsstad 
Het links rijdend verkeer is hier zeer chaotisch door de vele tuk-tuk's en motorfietsen die links en rechts het autoverkeer inhalen en voorrang nemen daar waar het ze uitkomt. We kregen al snel respect voor onze chauffeur die de autobus met grote behendigheid en veilig door het verkeer loosde.
Onderweg werd zo nu en dan een stop gemaakt bij een bezienswaardigheid en voor een lunch pauze.


We maakten onze eerste stop bij een Hindoe tempel. Tot de plaats Puttalam reden we langs de kust om daarna af te slaan naar het binnenland. Een route met een zeer wisselend zicht op het landschap.


( De Hindoe tempel.)

Tijdens deze reis kregen we van de reisleider de nodige in formatie over de flora en fauna van Sri Lanka.
Zo is de lotus bloem een zeer belangrijke offerande   voor de boeddhisten, iets waar ik later op terug kom. 
Sri Lanka is rijk aan palmboom plantages voor de kokosnoten teelt, waar ook weer verschillende soorten van bestaan op het eiland.


Onderweg werd even gestopt bij het werk op de rijstvelden en bij een kudde waterbuffels die gezelschap hadden van de ibisvogels die in de omgewoelde aarde door de buffels weer een hapje konden vinden.
verder zagen we regelmatig aapjes in de bomen langs de weg. 




Het was reeds vroeg in de middag toen we bij ons hotel, het Rajarata Hotel aan de 77 Rowing Club Road te Anuradhapura  5000 aankwamen. Na het uitladen van de bagage was het even snel bijkomen van de busreis om dan weer naar de dagoba van Ruwanweliseya te gaan, waar ook de heilige bodhi-boom staat.
We bezoeken de rotstempel die gebouwd werd in de 3e eeuw voor Chr. In deze tempel ligt een enorme boeddha.


(De rotstempel met de liggende Boeddha.)

Hier maakten we voor het eerst de gewoonte mee dat het verplicht was om bennen bedekkende kleding te dragen en dat het alleen toegestaan was op blote voeten de tempel te betreden.
Onze schoenen werden netjes in bewaring genomen bij de ingang van het complex.
We werden er op gewezen dat het poseren voor de boeddha beelden voor het maken van een foto niet was toegestaan.  




                          (De liggende boeddha en andere beelden in de rotstempel.)

Onverwachts kwam er een groep boeddha meisjesmonniken het terrein op in hun oranje gewaden. maar met geheel kaal geschoren hoofden. Zij beklommen net als wij de top van de rots, maar met meer gemak dan wij met het eelt onder hun voeten van het op bloten voeten lopen.


Vanaf de top van de rots hadden we een fraai uitzicht 
over het landschap met in de verte een paar zeer oude stoepa's die men aan het restaureren was.
De karakteristieke vorm van de boeddhistische stoepa's vindt zijn oorsprong in een aarden heuvel. Later ontwikkelde deze zich verder tot de stoepa's van India en Sri Lanka. De basisvorm van de stoepa (dagoba) bestaat uit een met een piek op een vierkante basis. De stoepa symboliseert de hemel. 
De koningen van Anuradhapura zijn verantwoordelijk voor de grootste stoepa's die ooit zijn opgetrokken.


Na het verlaten van het rotstempel terrein en onze schoenen weer opgehaald te hebben en deze te hebben aangetrokken vervolgden we onze onze reis om een bezoek te gaan brengen aan de gigantische witte stoepa omringt door een witte muur met olifanten en een enorme heilige bodhi-boom.
Het verhaal gaat dat ooit Boeddha onder een dergelijke boom in India (in Bodhgaya) zijn verlichting bereikte. Een loot van deze boom werd naar Sri Lanka gebracht en gepoot bij iedere tempel. Deze heilige bo-boom is een van de vroegst gedocumenteerde bomen ter wereld.





Anuradhapura is een oude kloosterstad en de grootste stad van het oude Sri Lanka, en was meer dan een millennium het middelpunt van de Sri Lankaanse beschaving. In de hoogtij dagen woonden er twee miljoen mensen, onder wie tienduizenden monniken in vele tientallen kloosters. De stad kende in bouwkundig opzicht zijn gelijke niet.
In de stad hebben 113 koningen en vier koninginnen geregeerd en onder hun bewind maakte de kunst een periode van grote bloei door en ontstonden er magnifieke paleizen, beeldhouwwerken en lusttuinen. In de drie grootste stoepa's, die in grootte slechts werden ge-evenaard door de piramides van Gizeh, werden de heiligste relikwieën van het boeddhisme bewaard.


De gigantische witte koepel (Maha Thupa) is gebouwd door koning Dutugemunu. Voor de bouw van de koepel welke een hoogte heeft van 55 meter waren ruim 100 miljoen bakstenen nodig.

De kegelvormige spts is een opeenstapeling van chatra-parasols die niet alleen het koningschap symboliseren, maar ook de vlam die uit het hoofd van Boeddha oprijst, ten teken dat hij verlichting heeft bereikt.
De stoepa staat op een verhoogd geplaveid platform.
Op het platform staan nog enkele stoepa's en boeddha beelden.
Op het moment dat wij deze tempel bezochten was er een ceremonie gaande en overal kwamen we tafels tegen met prachtige bloemoffers. Groepen mensen, met voorop muziekkanten, droegen een  meterslang doek wat om de koepel van de stoepa gewikkeld moest worden.
Het gehele platvorm wordt omringt door een olifanten muur die het geheel lijkt te stutten, zoals de boeddhistische leer de wereld ondersteunt.





Op een verhoging stond omringt door een fraai glanzend koperen hekwerk de bodhi-boom.
Het was een komen en gaan van groepen pelgrims met muziek en eer onze groep weer compleet was om te vertrekken was het reeds donker.
Tijdens het bezoek aan deze tempels maakten we kennis met de Boeddhistische vlag.
We keerden terug naar ons hotel. 'Rajarata', en na een verfrissende douche konden we genieten van een uitgebreid buffet.
De volgende ochtend zullen we naar Sigiriya vertrekken. 



DE BOEDDHISTISCHE VLAG.

Onder in de afbeelding rechts enkele kleine boeddhistische vlaggen.
Vanaf de hijszijde heeft deze vlag vier verticale banen in de kleuren; blauw, geel, rood, wit en oranje.
Naast de oranje baan komen de zelfde kleuren weer voor van boven naar beneden in de zelfde volgorde. 
De vlag werd in 1880 ontworpen als symbool voor het boeddhisme en in Sri Lanka voor het eerst gehesen als symbool voor geloof en vrede. De vlag wordt nu wereldwijd gebruikt om het boeddhisme aan te geven.
De vijf kleuren van de vlag vertegenwoordigen de kleuren van de aura die Boeddha omgaf toen hij verlichting bereikte.
Verklaring van de kleuren:
Blauw staat voor; liefdevolle vriendelijkheid, vrede en universeel mededogen.
Geel staat voor; de middenweg en het vermijden van extremen.
Rood staat voor; zegeningen van beoefening - resultaat, wijsheid, deugd geluk en waardigheid.
Wit staat voor; zuiverheid van Dharma - leidt naar verlossing, buiten ruimte en tijd.
Oranje staat voor; de leringen van de Boeddha - wijsheid.

DE LOTUSBLOEM.

De Latijnse naam is; Nelumbo Nucifera.
Geen ander bloem heeft zo'n figuurlijke rol in de religies van Aziatische landen als de lotus.
Zowel in Indonesië, Malysië, India en Sri Lanka.
In het Hindoe en het Boeddhisme  geloof zien ze het als een heilig symbool en gebruiken het niet alleen in hun offers, maar ook op in hun overeenkomende kust voorwerpen.
In Azië kennen we de kleuren roze, wit en paars. Anders dan de waterlelie die wij kennen en waarvan de bloemen drijven groeien deze steeds uit tot vijf bloembladen opgebouwde bloem op een sterke stengel boven het water en kan de bloem een diameter van 25 centimeter krijgen.
De enorme ronde bladeren, met een diameter van 60 centimeter, zijn bedekt met een netwerk van microscopisch fijne haartjes en zorgen ervoor dat het blad droog blijft als het regent.
Als de bloembladen afvallen ontstaat er een afgevlakte zaadknol welke inwendig is verdeeld in compartimenten, wat aan een wespennest doet denken. De ondergrondse knol van de lotus is rijk aan vitamine C, proteïne (eiwitten) en zetmeel. De zaden gekookt in suiker zijn een lokale delicatesse. De bladeren worden gebruikt voor het inwikkelen van te stomen gerechten en geven aan het eten een aromatische smaak.



                                   Zie vervolg: SRI LANKA RONDREIS - SIGIRIYA  DAG 4.)                                                                                    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten