VAN
ROTTERDAM.
TEKENINGEN VAN
LEO ZELDENRUST.
( Gedeelte van de tekst is van H.C.Hazewinkel)
Rotterdam was vroeger vanouds een stad van werkers, waar het geld verdienen op de voorgrond stond, waar het, als je hierin geslaagd was, wel plezierig was om te wonen en je aan de oevers van de Maas of in de Polderlanen naar behagen in te richten, maar waar je als toerist toch niet op de eerste plaats heen trok om nieuwe verrassende indrukken op te doen, omdat je er gauw uitgekeken was en er eigenlijk niet veel te beleven viel.
Maar dit alles mocht dan de gemiddelde reiziger slecht voor korte tijd boeien: behalve het standbeeld van Erasmus, waar iedere humanist een pelgrimstocht heen maakte, en de grote kerk met zijn zeehelden-monumenten, bood de woelige handelsstad in architectonisch opzicht weinig interessants en ontspanningsmogelijkheden waren er ook al niet veel: hij verlangde naar het naburige 's-Gravenhage, waaraan het hofleven een kosmospolitisch cachet gaf en waar wellicht een of ander galant avontuur lokte, of naar Amsterdam, waar het leven met volle teugen genoten kon worden, waar kunsten en wetenschappen bloeiden en verworven rijkdommen met statige pronk werden genoten en ten toon gespreid.
Maar er kwam een tijd, dat er zelfs op het eerste gezicht weinig bekoring meer uitging van Rotterdam, da het koor van de lofredenaars plotseling verstomde. Dat was toen de aanleg van het spoorwegviaduct door het lichaam van de oude binnenstad de intieme beslotenheid van de stadskern onherroepelijk schond en de ontluistering van wat allengs van woonwijk tot zakenkwartier degradeerde, snel om zich heen greep onder de leuze: sanering (waarvan we overigens niet gaarne iets kwaads zouden willen zeggen) hele straten te offer vielen aan de verkeers- en hygiënische eisen van de moderne tijd. Dagelijks stonden de slopers gereed om zich op een nieuwe prooi te werpen.
Tussen de beide Wereldoorlogen heeft het ontluisteringsproces zich verder voltrokken. Zeker de brede havens waren er nog wel en het loog van iepen en platanen verborg barmhartig de armoede van veel moderne gevel architectuur, maar wie bekommerde zich eigenlijk nog om die gore gribus van steegjes en sloppen, waar je bij het passeren van Visserdijk of Goudsesingel tersluiks, en niet zonder kippenvel te krijgen, even in gluurde? En toch vielen er voor een geoefend oog wel kleine vreugden te beleven in deze ongure doolhof, waar bezinksel van de maatschappij zijn leven doorbracht in vervuiling en ontucht: een scheefgezakt oud huisje, een tuitelig trapgeveltje hier, een schilderachtig binnenplaatsje, een uitgestorven straatje daar. Kort voor de 2e Wereldoorlog, die Rotterdams binnenstad op een enkele middag wegvaagde, heeft de tekenaar L.K.Zeldenrust deze tekeningen gemaakt.
Kaartje van de binnenstad van Rotterdam met nummers die overeenkomen met de tekeningen.
Rotterdam is direct na het bombardement begonnen met puinruimen en de wederopbouw. Panden die het bombardement hebben overleefd staan nu nog overeind tussen het moderne hart van deze, nog altijd bouwende en vernieuwende, kosmospolistische wereldhaven met zijn fraaie skyline. Rotterdam leeft!
( Het boekje werd uitgegeven in 1945 door Ad Donker - Uitgever Antwerpen en Rotterdam.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten