MOLENS AAN DE ROODEBEEK.
MEINWEGGEBIED - LIMBURG.
Naar Vlodrop-Station gereden aan het spoorlijn traject van de "IJzeren Rijn" dat door het Nationaal Park 'de Meinweg' loopt. Na een mooie wandeling door de natuur kwamen we bij de Dalheimer Mühle net over de grens in Duitsland gelegen.
Dalheimer Mühle, du Waltidyll; Perle der Grenze, so traut und still, Du bist es wert, daß man dein Bild verwendet und mit viel Grüßen in die Ferne sendet.
De Dalheimer Mühle aan de stroom van de Rothenbach (Roodebeek) is in een geschreven schenkingsakte gedateerd 1231, dat zou betekenen dat het de oudste molen tussen de Maas en de Rijn zou zijn. Waarschijnlijk was de gehele molen opgebouwd uit hout.
Tot 1802 behoorde de molen toe aan het vlakbij gelegen Cisterciënser Klooster; ook wel "Vallei van de Hemel" genoemd, waarvan de laatste aanhangers de molen in 1775 geheel renoveerden. Deze verklaring is op een steen te zien boven de ingang van de molen. Na de verplichte sluiting van de abdij door de Fransen kende de molen verschillende eigenaars. Voor het einde van de 19e eeuw werd er een gasthuis aan de molen bijgebouwd met de naam "Waldesruh" (bosrust) en werd het een populaire bestemming voor bezoekers van beide zijden van de grens. in een advertentie uit 1910 schrijft men; "schoonste stopplaats voor een zomerse verfrissing op slechts 5 minuten lopen van Vlodrop-Station in Nederland".
Deze ontspannen stemming werd verstoord door het gevolg van agitatie door de opkomst van het Nationaalsocialisme, wat een moeilijke situatie tot gevolg had. Ook na de oorlog was de situatie in het grensgebied gevaarlijk en iedereen werd beschouw als smokkelaar en werd vaak zonder pardon neergeschoten. Het was bekend uit de geschiedenis dat de molenaar een dubieuze reputatie had en het werd ook verspreid door de roddel in het grensgebied. De grens oversteken zonder in het bezit zijn van een officieel identificatiebewijs was crimineel tot de opening van de EU-grens in 1990.
GITSTAPPERMOLEN.
Aan de Roodebeek of Rothenbach, die bij Wilenrath in Duitsland ontspringt en in Nederland bij Vlodrop in de Roer uitmondt, bevindt zich de Gitstapper watermolen in het dorpje Etsberg (gemeente Roerdalen). De Roodebeek vormt tevens het grootste gedeelte van haar loop, de grens tussen Nederland en Duitsland.
In vroegere tijden werden de wegen en de paden tussen de dorpen zo uitgekozen, door de rondtrekkende mensen, dat zij gemakkelijk beken en rivieren konden passeren. Deze oversteekplaatsen werden de 'stappen' genoemd. Naar een van deze 'stap-namen' is later de Gitstapper watermolen genoemd. In 1296 is er nog sprake van een "Geystap in dem Kersel Vlootdorp". In 1377 wordt door het echtpaar de hertog en de hertogin van Gelre en Gulick de "Geitstapperbeeck beneden den Geitstapperberg" als een geschikte plaats aangewezen voor het bouwen van een molen.
Uit een akte uit 1447 blijkt dat de echtelieden Willem van Vlodrop en Ffelytz een schenking doen aan de pastoor van het begijnhof van Roermond en diens opvolgers. De nakomelingen van deze echtelieden blijven nog vele generaties in het bezit van de molen. het oorspronkelijke molengebouw was uit hout opgetrokken. Pa in 1750 kwam er een stenen molengebouw waarin naast de korenmolen ook een oliemolen was opgenomen. Iedere molen had toen zijn eigen scheprad. Hierna raakte de molen op onverklaarbare redenen in verval.
In 1982 komt er een rapport van de Rijksdienst voor Monumenten, dat het van belang is, dat het gebouw en molenwerk ongeschonden moet blijven, dat het een staaltje vakmanschap uit de 18e eeuw is. In 1987 komt de molen in handen van de gemeente Vlodrop (Roerdalen) en wordt geheel gerestaureerd onder leiding van architect Palmen. De molen is weer volledig in bedrijf met kan er granen laten malen en worden er meelproducten verkocht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten