dinsdag 5 oktober 2010

MOLENTOCHT DOOR MIDDEN-LIMBURG (4)




              MOLENTOCHT DOOR 

              MIDDEN-LIMBURG (4)



MOLENS IN- EN ROND WEERT.


We beginnen met onze tocht in Nederweert waar de beltkorenmolen St.Jozef staat. De molen heeft een bakstenen onderbouw en romp en werd in 1840 gebouwd. De houten kap van de bovenkruier is met asfalt gedekt en de wieken, gestroomlijnd volgens het systeem van Bussel, hebben ijzeren roeden met een vlucht van 25 meter. De molen had oorspronkelijk twee steenkoppels er werd vroeger door 12 landbouwers geëxploiteerd.







Op weg van Nederweert naar Weert komen we langs Laar waar de St. Antoniusmolen staat.
Dit is een beltkorenmolen met een ronde bovenkruier en de houten kap is met asfalt gedekt.
De molen welke in 1903 werd gebouwd heeft een bakstenen onderbouw en romp. De wieken met hun ijzerenroeden, gestroomlijnd volgens het systeem van Bussel, hebben een vlucht van 25,8 meter. De molen heeft één steenkoppel en is aan de westelijke zijde wit geverfd.











In Weert aan het kanaal liggen twee molens. De Wilhelmusmolen is een beltmolen en werd in 1901 op de zelfde plaats gebouwd, waar eerst een standaardmolen heeft gestaan.
De molen heeft een bakstenen romp met een ronde bovenkruier en de houtenkap is gedekt met rubberoid. De wieken hebben een vlucht van 27 meter. De buitenwiek is oud-Hollands opgehekt en de binnenwiek is gestroomlijnd volgens het van Bussel systeem. Het geheel houten maalwerk dient voor aandrijving van een koppel stenen. Voorheen had de molen drie koppels stenen.





Even verder ligt de St. Odamolen. Het is eveneens een beltmolen met stenen romp, ronde bovenkruier en een houten kap die gedekt is met rubberoid.
De molen werd in 1830 gebouwd. De wieken uitgevoerd met ijzeren roeden hebben een vlucht van 26 meter en zijn gestroomlijnd volgens het van Bussel systeem. Het geheel houten drijfwerk drijft twee koppels stenen aan, waarvan één stel van blauwe steen en de andere van kunststeen.











Ten zuiden van de spoorlijn ligt Keent met de St. Annamolen. Deze beltmolen met een ronde bovenkruier werd in 1911 gebouwd. De molen heeft een bakstenen onderbouw en romp. De houten kap is gedekt met asfalt. De wieken met ijzeren roeden en gestroomlijnd volgens het systeem van Bussel hebben een vlucht van 24,5 meter. Het drijfwerk drijft één koppel stenen aan.









Van Weert gaan we naar Swartbroek waar de naakten roeden van de molen "De Hoop" als een doods kruis boven het landschap uitsteken. Het is een beltmolen en werd in 1788 gebouwd. Rond 1800 werd de molen van Rotterdam naar Swartbroek gebracht. De achtkantige romp en de houten bovenkruier zijn met rubberoïd gedekt. De molen heeft ijzeren roeden en de wieken waren oorspronkelijk gestroomlijnd volgens het systeem van Bussel, maar zijn nu kaal i.v.m de veiligheid. De molen heeft een koppel stenen dat door de wind werd aangedreven en vroeger een koppel dat elektrisch werd aangedreven.











In Tungelroy staat de St. Annamolen. De beltmolen met een ronde bovenkruier, bakstenen onderbouw en romp werd in 1870 gebouwd. De houten kap is met rubberoïd gedekt. De wieken, gestroomlijnd volgens het systeem van Bussel, hebben ijzeren roeden en een vlucht van 24 meter. De molen is uitgevoerd met twee steen koppels.









Niet ver van Tungelroy ligt de plaats Stramproy waar twee molens staan. De beltmolen heeft geen naam maar is eigendom van de heer Nijs. Zij heeft een ronde bovenkruier en een bakstenen romp en onderbouw. De molen werd in 1903 gebouwd. De houten kap is gedekt met gegalvaniseerd plaatwerk welke groen is geverfd. De wieken hebben een vlucht van 25 meter en hebben ijzeren roeden met houtprofiel en zijn volgens het van Bussel systeem gestroomlijnd. De molen heeft twee steenkoppels en had vroeger een dieselmotor als hulpkrachtbron.











Aan de grens van Stramproy staat de standaardmolen St. Jan. Deze molen werd in 1783 gebouwd, maar kwam pas in 1804 op haar huidige plaats te staan. De St. Jan is een gesloten standaardmolen en de kap en de wieken zijde zijn bekleed met houten leiën (schaliën). De wieken met een vlucht van 24 meter waren voorheen gestroomlijnd volgen het van Bussel systeem, maar zijn tijdens de laatste restauratie oud-Hollands opgehekt.
Het geheel houten drijfwerk een koppelstenen aan op de tweede zolder. De zeer bekwame instructeur en molenaar, de heer L. van Winkel uit Stramproy werkt reeds 65 jaar met deze molen. De molen is thans instructie molen van de vrijwillige molenaars.






Aan de Nederlands-Belgische grens ligt de broekmolen.Broekmolen is een onderslagmolen en is ongeveer 200 jaar oud. Het bakstenen gebouw met een houten dak is met pannen gedekt.
De molen heeft een ijzeren waterrad en is uitgevoerd met een houten drijfwerk op een zware houten as. Het drijfwerk drijft drie koppels stenen aan. De molen heeft één maalsluis en twee los sluizen met houten schuiven en ligt aan de Aabeek welke België instroomt.

Hopelijk heeft u van deze tocht langs de Midden-Limburgse molens kunnen genieten als zijn de afbeeldingen dan wel 40 jaar oud en zal er in deze tijd het nodige veranderd zijn aan de conditie van de molens het het bestand.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten