DE NIEUWE KERK IN DELFT.
DE NIEUWE KERK.
Het ontwerp van deze laat gothische kruisbasiliek dateert van 1396 en werd op de markt om de toen reeds bestaande houten kerk heen gebouwd. De bouw beantwoord aan de preciese en door de symboliek gedicteerde regels. De kruisvorm verwijst naar Christus, de twaalf zuilen in het koor naar de twaalf apostelen, de vier vieringspijlers staan voor de vier evangelisten en de zestien zuilen in het schip voor de zestien profeten.
De wat vreemde uitbuiging van de wanden van het dwarsschip naar de oostkant wordt aan een misrekening geweten. De fundering kwam dichter bij de houten kerk uit dan voorzien.
De toren van 108,75 meter domineert de stad Delft en is in drie fases te beklimmen via een smalle wenteltrap, waarna je bij helder weer kan genieten van een wijd uitzicht tot ver over Den Haag. Over de bouw van de toren werd precies honderd jaar gedaan, op 6 september 1496 was deze klaar. Het bouwen ervan is zelfs naar huidige maatstaven een huzarenstukje. Iedere steen, iedere schep cement moest met de hand of aan katrollen naar boven worden vervoerd. In die tijd nam men het risico van het verzakken van de toren in de moerassige ondergrond voor lief. Bij de restauratie in 1933 zijn er onder de toren betonnen boorpalen gezet als versteviging. Het is na de Domtoren in Utrecht de hoogste kerktoren van Nederland.
In de Nieuwe Kerk bevinden zich de Koninklijke grafkelders, waar de leden van het huis van Oranje - Nassau bijna allemaal zijn bijgezet. Deze kelders zijn niet toegangkenlijk voor het publiek.
Het was min of meer toeval dat de kerk werd verbonden aan het huis van Oranje - Nassau.
Korte tijd voor zijn gewelddadige dood had prins Willem van Oranje Delft tot zijn residentie gekozen vanwaar hij de strijd leidde tegen de Spaanse bezetter. Toen hij op 10 juli 1584 in het Prinsenhof werd vermoord door Balthazar Gerards, was het familiegraf van de Oranje's in Breda onbereikbaar, daar de stad nog in handen was van de Spanjaarden.
Sindsdien is de Nieuwe Kerk de laatste rustplaats voor de leden van het Koninklijkhuis.
Achter in het koor van de kerk staat het praalgraf van prins Willem van Oranje ook bekend onder de naam Willen de Zwijger.
Aan het begin van het koor ligt de toegang tot de koninklijke grafkelders afgedekt door een zware steen welke is voorzien van vier bronzen hijsogen om deze te verwijderen.
Op de plattegrond voor de gewelven is te zien wie er in de Nieuwe Kerk zijn bijgezet en hoe de grafkelders zijn ingedeeld.
Verder bevinden zich in het koor van de kerk nog verschillende gedenkstenen en tombes.
Vlak achter het mausoleum van prins Willem is in wit marmer een afbeelding van koning Willen I te zien met er boven achter op de muur een wit marmer reliƫf wat herinnert aan Willem George Frederick de zoon van Willem I.
De bedroefde vrouw stelt het rouwend vaderland voor om de zoon van Willem I.
Tegen de muur aan de noordzijde van het koor is een gedenkteken geplaatst voor een van de meest markante burgers van Delft, Hugo de Groot. Hij schreef het standaardwerk over internationaal recht, dat de basis zou vormen voor het Internationale Hof van Justitie in Den Haag.
De kerk heeft 17 gebrandschilderde ramen. Twee keer zijn de gebrandschilderde ramen verloren gegaan. De eerste keer bij de stadsbrand in mei 1536 en de tweede keer bij de ontploffing van het Delfse kruithuis in oktober 1654. Het duurde drie eeuwen eer ze weer werden teruggeplaatst in de toen dicht gemetselde vensters.
Het huidige orgel uit 1839 omvat ruim 3000 orgelpijpen, 48 stemmen verdeelt over drie klavieren en een vrij pendaal. Regelmatig worden er in de kerk orgelconcerten gegeven.
De Nieuwe Kerk is nog altijd als kerk in gebruik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten