maandag 30 oktober 2023

DEN BRIEL ONTDEKKEN. GEVELS, GEVELSTENEN, SNIJRAMEN, ETC. (DEEL 1).

 

DE STAD DIE ALVA VERLOOR

          OP 1 APRIL 1572.

                                DEEL 1.


BRIELLE OF DEN BRIEL.




Brielle, ook wel Den Briel is een stad in de gemeente Voorne aan Zee, in de provincie Zuid-Holland.
Brielle is gelegen aan het Brielse Meer, een afgedamd gedeelte van de Maas. Het ligt ten oosten van de oude vaargeul Brielse Gat. Tot 1700 werd dit water gebruikt als verbinding naar Rotterdam, daarna trad verzanding op waardoor het gat minder goed bevaarbaar werd, en het Goereese Gat als alternatief werd gebruikt.

De geschiedenis van Brielle gaat terug tot in de middeleeuwen toen het reeds een vestingstad was, een bekende bedevaart plaats, en de vijfde stad van het gewest Holland. De grotendeels uit de 17eeeuw stammende vesting van Brielle is een van best bewaarde vestingwerken in Nederland.
De naam gaat terug op het Keltische woord 'brogilo', wat staat voor 'ingesloten gebied, jachtgebied' en uit oude geschriften blijkt, dat de huidige locatie 'de nieuwe Briel' is. In de 11e en 12e eeuw bestond Voorne uit een paar kleine en grotere eilandjes, waarop zich boerenfamilies vestigden. Ze ontgonnen veengronden die ze daarna in gebruik namen voor landbouw en veeteelt, maar deze gebieden hadden vaak met overstromingen te maken van de Noordzee en de rivier de Maas. Om daar te kunnen blijven wonen legden zij dijken aan. Door de vele overstromingen werd het ontgonnen land een eiland en zo ontstond uiteindelijk Brielle. Brielle had in de eerste een rijk Rooms leven. De Sint-Catharijnekerk werd gebouwd en vele kloosters ontstonden en daar omheen werd de stad gebouwd. 

Op 1 april 1572, gedurende de Tachtigjarige Oorlog, werd de stad ingenomen door de Watergeuzen onder leiding van Lumey en Bloys van Treslong, waarbij de veerman Jan Koppelstok een belangrijke rol vervulde. De Inname van Den Briel wordt algemeen gezien als het eigenlijke begin van de opstand tegen Filips II, van Spanje.
Aan dit feit dankt Brielle haar schildspreuk "Libertas Primitiae", "eerstelling der vrijheid".
Maar dit ontzet had ook zijn zwarte bladzijde; in 1572 werden er negentien Roomse geestelijken vermoord uit het veroverde Gorichem.
In 1585 werd Brielle Engels bezit: koningin Elisabeth verkreeg het als onderpand, samen met Oosten, Vlissingen en Fort Rammekens, in ruil voor militaire en financiële hulp in de strijd tegen Spanje. 
In 1616 kwamen deze gebieden weer terug bij de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

DE VERDEDIGINGSWERKEN.

De stad bezit nog steeds haar oude stadswallen, gebouwd volgens het oud-Nederlands vestingstelsel. De vestinggordel van Den Briel heeft negen bastions en vijf ravelijnen en is in 1972 en 1975 gerestaureerd. Sinds 1713 is er weinig aan de vesting veranderd, waardoor de vestingwerken tot de belangrijkste overgebleven vestingwerken van Nederland behoren. Brielle heeft met zijn negen bastions de meeste nog bestaande bastions van alle vestingsteden in Nederland.
In 1694 werd er aangedrongen op modernisering van de vesting. belangrijk was de inkorting van de stad aan de zuidzijde, waarbij aldaar veel panden werden gesloopt.
Het resultaat  werd een langgerekte stervormige vesting met negen bastions, vijf ravelijnen, vijf beren met monniken en vier poorten.


De uit 1625 daterende Waterpoort werd in 1894 afgebroken. Bewaard bleef wel het bijbehorende midden-18e-eeuwse poortwachtershuis.
In 1704 gereedgekomen is de Langepoort. De Kaaipoort uit 1709 werd rond 1860 buiten werking gesteld en vervangen door een coupure ter plaatse van de Oostdam.
De negen volgens het oud-Hollandse stelsel aangelegde bastions zijn het Molenbolwerk met de molen 't Vliegend Hert, het Kruithuisbolwerk met witgepleisterd kruithuis uit ongeveer 1710, het Galgenbolwerk met bunker, het Bleykersbolwerk, het Westerbolwerk met bomvrije munitieberging uit 1860, het Hollebolwerk (Bastion VI), het Oranjebolwerk met bomvrij wachthuis uit 1860, het Lijnbaanbolwerk met kruitmagazijn en ten slotte het Noordbolwerk met restanten van de Noordpoort.


                    Een beer (dam) met twee monniken                                       (wachttorentjes).










WAPEN VAN BRIELLE.

Het huidige wapen van Brielle is officieel in gebruik geweest vanaf 24 juli 1816, op die dag werd het wapen aan de stad toegekend.
De stad voert sinds 1326 een stadswapen, hoewel het pas vier jaar later stadsrechten verkreeg.
Het wapen heeft sindsdien verschillende vormen van schilddragers gekend. De beschrijving van het wapen van Brielle luidde per 24 juli 1816 als volgt: Een schild van zilver met in het midden een verticale  rode paal. Het schild wordt gedekt met een kroon van goud, versierd met 17 parels en aan de linkerzijde gedragen door een centour. Het geheel op groene ondergrond met daarop een lint met het motto: Libertatis Primitiae. Per 1 januari 2023 is Brielle samen met Westvoorne en Hellevoetsluis opgegaan in de nieuw opgerichte gemeente Voorne aan Zee, waarmee het gebruik als gemeentewapen is beëindigd.

De eerste afbeelding van het wapen van Brielle is bekend uit 1326 op een zegel, vier jaar voor het verkrijgen van stadsrechten. Het heeft een gegolfde paal verticaal in het midden met aan beide zijden van de paal een naar beneden kijkende vis. De schilddrager is een hond. 
De oudste bekende stadszegel stamt uit 1397, deze heeft een stadspoort met twee gekanteelde torens. Tussen deze twee torens hangt een schildje met daarop een leeuw, mogelijk is dit schildje het wapen van de familie Van Voorne. Tussen 1397 en 1688 zijn alle zegels gelijk, op een zegel na. Dit geheimzegel toont een burcht met een uitkomende leeuw.

Over de herkomst en het voorstellen van de schilddrager zijn de meningen verdeeld: het zou een capirussa, centaur of zelfs een hond zijn. Maar de herkomst en de reden van toevoegen van de schildrager is nog altijd een vraagteken.
De capirussa een mythologisch wezen uit Indonesië, toen Nederlands Indië, is een wezen met een menselijk hoofd, oren en de staart van een hond en voeten met paardenhoeven. Volgens een legende zou ooit een degelijk wezen in de Maas bij Brielle zijn gezien. In de 18e eeuw is de capirussa vervangen door een centaur, een mythologische wezen uit het Oude Griekenland, het is een wezen met het lijf van een paard met daarop een menselijk torso. Uiteindelijk werd de centaur in 1816 de officiële schulddrager, maar soms lijkt het wezen wel op een mislukte hond of een Ceberus. 
In het nieuwe gemeente wapen van Voorne aan Zee komt weer de capirussa als schildrager voor.

BRIELLE VERKENNEN.

We betreden de oude binnenstad van Brielle via de Oostdam in de Kaaivest en komen uit bij de Kaaistraat met het oude vesting deel de Kaaipoort, waarna we op Scharloo uitkomen en rechtsaf slaan naar Slagveld..
Halverwege Slag Veld gaan we de Houtkapersstraat in naar de Touwslagersstraat en wandelen naar Bastion II, waar het Kruithuis staat.
Hierna terug naar Slag Veld, waar we aan het einde daarvan de Molenstraat in slaan en de molen 't Vliegend Hert op Bastion I  bekijken en daarna de Zoutziederstraat in lopen. Terug naar Slagveld en steken aan het einde de Zuiderspui over via de Rode brug. Lopen via Zuidzijde naar Maarland Noordzijde via de Julianabrug over het Noord Spui naar de Dijkstraat. Terug over de Julianabrug naar Maarland om bij de Langstraat uit te komen en slaan hier rechtsaf om via Maarland NZ bij de Langepoort uit te komen.

KAAIPOORT.

De Kaaipoort is gelegen aan de oostzijde van de Brielse vesting en werd in 1709 gebouwd  in het kader van de algehele modernisering van de vestingwerken en voor het laatst gerestaureerd in de periode 1972 - 75. De poort heeft een rechte tunnelachtige doorgang in de wal, overkluisd door een tongewelf tussen twee graatgewelven en met een simpele baksteenarchitectuur als omlijsting van de doorgangen. Het front aan de veldzijde met twee pilasters en een hardstenen hoofdgestel en attiek. OPvallend is het metselwerk van de poortboog, waar de boogrug namelijk niet evenwijdig met het ronde binnenwelfvlak loopt. maar steil omhoog. Bij de laatste restauratie werden op de attiek twee hardstenen bollen geplaatst. De poort werd gebruikt tot 1936. De Kaaipoort heeft nog haar vroeg 18e eeuwse wachthuis, een gebouwtje met drie voordeuren van de officierenwachtkamer, een algemeen wachtlokaal en de portierswoning.
Het wachthuis is thans een woonhuis.


Kaaistraat 21.

Dit huys is Godt bequaem de wint hont ys syn naem.

anno 1613.








Van links naar rechts Scharloo:

Gekroond hart. anno 1620. nr. 5.

Vive Les GEVLX 2001`Geuzenteken. nr 28







Van links naar rechts Slagveld:

Hofje Kats. nr. 37.
ANO MIIc XCIII By H H V KATS GEFONDEERT - DAER NA IN XII JAREN II MAEL GERASEERT.

Stedemaagd met Nederlands wapen nr. 32.



KRUITHUIS.

Het Kruithuis is gelegen op bastion II en werd in 1653 gebouwd met een aanblik van een huis als dekmantel van een gewelfde bunker die dienst deed als kruitmagazijn.
Om risico van ontploffingen te voorkomen werd het wegen en verpakken van het kruit niet in het kruithuis gedaan. 
Het kruithuis is omringt door een kleine gracht en werd op een veilige afstand van de woonhuizen gebouwd. Het kruitmagazijn was van oorsprong een gewelfde bunker met een rechthoekige plattegrond en is gecamoufleerd als een woonhuis, met zadeldak tussen twee tuitgevels, die voorzien waren van grijze buitenbepleistering. In de voorgevel die naar de stad is gekeerd is een voordeur met links en rechts een kozijn met luiken die als ventilatie dienst deden. In de achtergevel zat op de hoogte van het gewelf ook een kozijn met een luik om te kunnen ventileren. In 1975 is het kruithuis volledig gerestaureerd en heeft een expositie ruimte voor de 1 april vieringen.

't VLIEGEND HERT.

De huidige standerdmolen 't Vliegend Hert is in 1985 gebouwd als wal molen op de vestingwal van het bastion I. Sinds de 17e eeuw stond hier een korenmolen, tot 1696 was dat een standerdmolen, die in dat jaar werd vervangen door een stenen stellingmolen. Deze stellingmolen is in de nacht van 2 op 3 november 1810 uitgebrand en in 1811 herbouwd. Ook deze brandde uit, in 1882. Hierna werd de molen afgebroken en werd er geen nieuwe geplaatst In 1970 werd tijdens werkzaamheden aan de vesting de teerlingen van de oude standerdmolen aangetroffen. Men besloot hierop een molen te bouwen die een replica zou zijn van de vroegere standerdmolen.

't Vliegend Hert heeft drie zolders en is daarmee een forse standerdmolen, met een vlucht van 26,6 meter.
In de molen bevinden zich een koppel 17der kunststenen en een koppel 15der blauwe stenen. Verder is er een elektrisch aangedreven mengketel aanwezig. In de zwarte molenschuur tegenover de molen vindt de meelverkoop plaats.
De molen is eigendom van de Brielse Molenstichting 't Vliegend Hert.



Van links naar rechts±

Ter herinnering aan de nieuwbouw van ´t Vliegend Hert.
Zoutziederstraat 32.

Boek. Niets is om Niets.
Molenstraat 4.





POORTWACHTERSHUIS.

Het poortwachtershuis is dat wat overbleef van de Waterpoort die in 1894 werd gesloopt. Na de sloop werd het huis verbouwd. De gevels werden verhoogd en er werd een andere kap op gebracht.
Bij de restauratie in 1962 werden deze wijzigingen ongedaan gemaakt, waardoor het gebouwtje in grote lijnen weer zijn oude proporties terugkreeg. 
Het gebouwtje bevatte oorspronkelijk een officiers- en soldatenwachtkamer; de portieswoning stond apart, aan de andere kant van de straat. Het poortwachtershuis is thans in gebruik als woonhuis.

Met de klok mee Maarland NZ:

Snijraam nr. 5.

Vishaak, leeuwenkop. Op Hoop anno 1612. nr. 10.

Vis, leeuwenkop anno 1610. nr. 11.

Aartsengel Michael. Perfer et Obdvr. (verdraag en duld). nr 24. 

Scheepsbel. nr. 12.



Met de klok mee Maarland NZ:

Het oog in het zeil. nr. 34.

Snijraam. nr. 39.

Linertatis Primitiae 2007. nr. 42.

De 4 gekroonde ambachtslieden.
nr. 43.




Van links naar rechts Maarland NZ:

Schip. anno 1807.

Snijraam. nr. 52. 

Ridder te paard. nr. 90.

Van links naar rechts Dijkstraat:

Anker en mol. Spes Talpa (hoop mol)
nr. 11.

Gasfabriek. anno 1993. nr. 16.

Geuzen. anno 2005. nr. 23.

Van links naar rechts Maarland ZZ:

Door de raet van den engel trock tobias omhoge zonder neth ofte hengel greep hy den visch op droghe. anno 1612. Nr. 4.

Heilige Apollonia. nr. 27.

Kop van 't Maerland. nr. 28.


                                                                                          Vijzel. Maarland ZZ 42. 

LANGEPOORT.

De vesting Brielle heeft nog steeds vier hoofdtoegangen, waarvan de Langepoort aan de noordwestelijke zijde er een van is. Van de vier 18e eeuwse poorten is de Langepoort en de Kaaipoort bewaard gebleven. De Langepoort dateert uit 1704-05 en werd in 1799 vernieuwd en later nog weer gewijzigd. Het bijbehorende wachthuis is verdwenen. De poortdoorgang overkruisd door twee kruisgewelven met daartussen een langgerekt tongewelf, loopt schuin te opzichte van beide fronten. Historisch onjuist is de sluitsteen met het stadswapen aan de veldzijde. De laatste restauratie dateert van 1972-75.


Van links naar rechts Langestraat: Godin Danaë. nr. 1; Gekroond hart. anno 1648. nr. 25; Dit is in de koremaet. nr. 29.


Pand Langestraat 36 - 38.
anno 1565. In avgvsto is werc gemaekt.

Wapens van Jan van Duivenbode (van Wassenaar) en Jacomijna Kerkwerve.
  




Van links naar rechts Langestraat:

Pot aan scherven. nr. 37.

Snijraam. nr. 44.

Lammetje. nr. 72.





Zie vervolg: DEN BRIEL ONTDEKKEN. GEVELS, GEVELSTENEN, SNIJRAMEN, ETC. DEEL 2.




                                                                                

donderdag 26 oktober 2023

VLISSINGEN ONTDEKKEN. GEVELS, GEVELSTENEN, SNIJRAMEN, ETC. (DEEL 2)

 

  DE STAD VAN DE ZEEHELD 

      MICHIEL DE RUYTER.

                                  DEEL 2.





VLISSINGEN ONTDEKKEN.


We verlaten de Walstraat en nemen een kijkje in  Groenewoud en gaan daarna verder via Zeil en Markt naar het Arsenaalplein. Lopen hierna terug naar de Markt en gaan verder op de Nieuwe Dijk naar het Bellamypark. Van het Bellamypark gaan we naar de Grote Kerk en de Sint-Jacobsstraat, en lopen via de Lepelstraat weer naar het Bellamypark. Bezoeken het Beursplein en gaan via het Bellamypark naar de Hellebardierstraat en komen uit op de Breewaterstraat. Hierna lopen we via de Slijkstraat en de Bakkersgang  naar de Molenstraat. Hier eindigt het 'Vlissingen ontdekken'.


Van links naar rechts Groenewoud:

Scheepjes met bomen op de achtergrond. nr. 63.

Zeilscheepje. nr. 97.



BEELDENHUIS.

Het Beeldenhuis is een 'stadspaleis'  met een monumentale natuurstenen pilastergevel in de Lodewijk XIV-stijl, gelegen in de Hendrikstraat 12.
Het Beeldenbuis werd in 1730 gebouwd aan de Dokkade en in 1930--34 verplaatst naar de (prins) Hendrikstraat.
Het Beeldenhuis werd gebouwd in opdracht van in Vlissingen geboren avonturier Johan van Westerwijck.
Westerwijck vertrok op jonge leeftijd naar Oost-Indië en vergaarde daar in korte tijd  groot fortuin.
Hij keerde in 1727 schatrijk terug naar Vlissingen en breidde zijn vermogen uit als bewindvoerder van de West Indische Compagnie en als reder. Ook werd hij schepen in de gemeente raad.

De barokke voorgevel is rijkelijk van decoraties voorzien. Op het timpaan is het wapen van Van Westerdijck te zien, voorstellende een vis en drie gouden sterren, dat wordt vastgehouden door twee tritons. Op het fronton staat een beeld van Neptunus omgeven door vier zeepaarden met aan weerszijden vier allegorische vrouwfiguren die van links naar rechts symbool staan voor de werelddelen Afrika, Europa, Azië en Amerika.

Er gaat een legende dat het in het Beeldenhuis zou spoken, nadat Van Westerwijck zelfmoord pleegde in zijn tuin op zijn buitenplaats Lammerenburg. Om de zelfmoord te verdoezelen werden de bedienden omgekocht en werd het lichaam naar het Beeldenhuis gebracht en zo kon hij dan alsnog op 15 juli mat alle statie naar de Sint-Nicolaaskerk worden gereden waar hij werd begraven.
Sindsdien daalde de geest van Van Westerwijck iedere nacht om klokslag twaalf uur langs de brede houten trappen van het Beeldenhuis naar beneden en op de dag van zijn overlijden was het linker beeld van de vrouwfiguur Afrika naar beneden gevallen en in stukken gebroken. Een vervangend beel werd niet veel later na de plaatsing door de bliksem inslag verwoest. Een derde beeld werd in 1809 geraakt door een kogel tijdens de beschieting van de stad door de Engelsen.
Hoewel het beeld volgens de legende nooit meer vervangen zou zijn is op de plaats van het ontbrekende beeld 'Afrika' een houten replica geplaatst.

Van links naar rechts Hendrikstraat:

Gekroond alliantie wapen van? nr. 25.

De Brouwerie van de Meyboom. 
anno 1669.  nr. 76-78.





HET ARSENAAL

Het Arsenaal is gelegen aan het Arsenaalplein.
Het gebouw is in 1823 opgetrokken op de fundamenten die de Franse bezetters hadden achtergelaten. In opdracht van Napoleon Bonaparte, die in 1811 Vlissingen bezocht, na het bombardement in 1809, werd het plan opgevat om naast de versterkingen een militair hospitaal in Vlissingen te laten bouwen. Ten zuiden van de Engelse Haven werd daarvoor de hele wijk 'Oude Timmerwerf' gesloopt. De Fransen werden echter verslagen voordat het gebouw werkelijk werd opgetrokken. De Nederlands krijgsmacht besloot op de fundamenten een magazijn voor de artillerie te bouwen.
In 1980 besloot het Ministerie van Defensie het magazijn en de terreinen af te stoten en aan Vlissingen ter beschikking te stellen in ruil voor de vestiging van de marine kazerne aan de Buitenhaven.
Het gebouw heeft nadien veel functies gehad en was als laatste een museum met maritieme attracties en is sinds 2021 gesloten.


Van links naar rechts Nieuwendijk: Wapen van Zeeland en Vlissingen. nr. 13; Alliantie wapen van Parker - Buren. nr. 41. 

ZEEUWS MARITIEN MUZEEUM.

Het Zeeuw Maritiem muZEEum  is gelegen aan de Nieuwedijk bij de jachthaven.
Het museum is gevestigd in een gebouwencomplex met panden uit de 16e, 17e, 18e en 21e eeuw.
Deze panden zijn door moderne architectuur met elkaar verbonden.
Een van de belangrijkste is het pand van Zeeuwse koopmans- en redersfamilie Lampsins; Cornelis Lampsins liet dit huis in 1641 op de Engelse Kade, nu de Nieuwedijk, bouwen in de destijds nieuwe stijl van het Hollandse classicisme. Het diende als woonhuis en kantoor voor het befaamde handelshuis Lampsins.
Michiel de Ruyter was er op 12 jarige leeftijd in dienst als touwslager.



(Allinatiewapen Lampsins - Schot op de timpaan.)

Achter het Lampsinshuis bevinden zich ook de originele pakhuizen, welke ook deel uitmaken van het museum.




Van links naar rechts Bellamypark:

Wapen van Maastricht en Rotterdam.
nummer 7.

Dit is het oude hert. nr. 13.


BELLAMYPARK.

Het Ballamypark was voorheen de Koopmanshaven of Bierkaai. Deze werd in 1909 gedempt en kreeg de naam Bellamypark, vernoemd naar de aldaar geboren dichter Jacobus Bellamy
Dat is eens een belangrijke haven is geweest in het hart van Vlissingen getuigen de vele oude panden die nu om het park zijn gelegen. 








In het park staat een fraai fontein, wat bestaat uit een vijver met in het midden een zuil, waarop plaquettes met de tekst:  'Nationale hulde aan Elisabeth Wolff geboren Bekker en Agatha Deken 24 juli 1884 Vlissingen'. Beide dames waren schrijfsters.
Bovenop is een schaal met leeuwenkoppen. De fontein spuit het water vier meter omhoog, dat wordt opgevangen in de waterkom, waarna het door verschillende openingen in de vijver belandt.
Het fontein dat eerst geplaatst was op het Betje Wolffplein en later naar het Bellamypark verhuisde is onthuld 80 jaar na het overlijden van Betje Wolf en 146 jaar na haar geboorte dag 24 juli 1884.





                                                                                Nieuwstraat 16. Zakkendrager.




GROTE OF SINT-JACOBSKERK.

De Grote of Sint-Jacobskerk in Vlissingen is gelegen op de Oude Markt; rondom lopen de straten Achter de Kerk, Branderijstraat en Lepelstraat.
De kerk is een combinatie van een pseudobasiliek en een hallenkerk: de zijbeuken zijn bijna even breed als het middenschip, de drie beuken hebben elk een eigen gewelf en het middenschip steekt boven de zijbeuken uit hoewel een lichtbeuk ontbreekt.

De kerk werd tussen 1308 en 1328 gesticht. Uit deze tijd stamt het onderste stenen gedeelte van de Sint-Jacobstoren. De gotische spits werd in 1501 vervangen door een houten bekroning die op de huidige lijkt. In die periode beklom de 10 jarige Michiel de Ruyter deze toten spits.
Het carillon in de toren van de kerk is het vierde en de laatste dateert uit 1951.
In 1911  werd de kerk zwaar beschadigd  door een brand. Door de brand stortte de torenspits naar beneden op de rest van het kerkgebouw. Kerkorgels en inrichting gingen verloren.

In de kerk is een aantal grafstenen te zien, deze liggen in de zijportalen. Ooit lagen er 466 graven in de kerk, maar na de brand van 1911 is er maar een klein deel teruggelegd ter versiering. Nu zijn in de kerk nog maar één epitaaf, acht rouwborden, waaronder die van Cornelis Lampsins
(links) en één grafmonument te zien.
Het grafmonument (rechts) in de vorm van een naald, is van Daniël Octavus Barwell, een passagier van het schip de Woestuin dat scheepbreuk leed.



Van links naar rechts Sint-Jacobsstraat:

Drievaten. nr. 4.

Den Bossche torenbou die ick hier doe stelle ter eeren van Nassov tot spil al syn rebel(le).

nummer 10. 





BEURSGEBOUW.

Het Beursgebouw is gelegen op het Beursplein 1.

Het werd opgericht in 1635 in de Hollandse renaissancestijl. op de plaats van het oorspronkelijke beursgebouw uit 1540. Het was gelegen aan de toegangsweg naar de Westerschelde, het plein aan de aangrenzende Smallekade was toen nog een haven.
In 1816 werd de beurs verbouwd,. Van het beursgebouw met bogengalerij en kleine ramen in de vensters werd het een neoclasicistisch gebouw met rechte zuilen op de begane grond en grote vensters op de verdieping.


De beurs heeft een klokkentoren en in 1635 op 21 juni werd de klok besteld bij klokkenmaker Janus Matton. De klok werd als horloge specifiek voor de toren besteld. Op het huidige uurwerk staat het jaartal 1628, maar hoort officieel 1672 te zijn. Vermoedelijk werd werd het uurwerk dat jaar vernieuwd.

Het gebouw heeft in de loop der eeuwen verschillende eigenaars en functies gehad, maar werd uiteindelijk in 1929 door de gemeente geschonken aan de Vereniging Hendrick de Keyzer, onder voorwaarde dat het gerestaureerd zou worden.


Van links naar rechts op gevel Beursgebouw:

Wapen van Zeeland.

Wapen van Vlissingen.






Hellebardierstraat 2.  

Toegangspoort van het voormalig gasthuis.

Boven de poort een vrouwenfiguur.






Van links naar rechts Breewaterstraat 14:

De teruggeplaatste poortomlijsting na restauratie van het gebouw.

Een oude afbeelding van het gebouw met ernaast de woning van de commandant, toen het nog een internaat was van de Hogere Zeevaartschool de Ruyter.




                                     Stuikmand met twee gaffels. Molenstraat 45.