woensdag 7 juli 2021

RED STAR LINE. (BELGIË)

 


          EEN STUKJE BELGISCHE

       ZEESCHEEPVAART HISTORIE.




RED STAR LINE.

De Red Star Line werd in 1872 te Antwerpen opgericht als de S.A. Belge-Américaine.




Het eerste schip, de 'Vaderland' van 2748 brt was gebouwd voor het vervoer van petroleum in bulk en passagiers van Philadelphia naar Antwerpen.
Spoedig gaf dit moeilijkheden en daarop werd het schip ingericht voor stukgoederen vervoer.
In 1873/74 kwamen de 'Nederland' en 'Switzerland' van respectievelijk 2839 en 2816 brt in de vaart.



In 1874 werd een dienst op New York geopend en nieuwe schepen aan de vloot toegevoegd. 
In 1880 werden drie voormalige schepen van de Cunard Line gekocht en in de vaart gebracht als 'Zeeland', 'Weasland' en 'Pennland', terwijl in 1889 de nieuwe 'Friesland' van 7116 brt werd gebouwd.




                                                           (s.s. Finland.)

Hoewel een Belgische rederij, stond zij onder beheer van de International Navigation Comp. of New Jersey, die het grootste deel van het kapitaal bezat. Toen deze laatste in 1893 de American-Line oprichtte, werden beide rederijen een onderdeel van deze organisatie onder hun eigen naam.
Tot 1899 werden de schepen steeds in Engeland gebouwd, maar van de vier schepen die in dat jaar werden besteld, kwamen er twee van Amerikaanse werven. Dit waren de 'Kroonland' en de 'Finland' beide 12760 brt., die onder Amerikaanse vlag voeren. De zusterschepen 'Vaderland' en 'Zeeland' respectievelijk 11899 en 11905 brt, die te Clydebank, Engeland, waren gebouwd, kwamen in 1901 onder Belgische vlag.



Bij een vorming van de International Mercantile Marine Company in 1902, deed de Belgische rederij afstand van haar belangen en de Red Star Line, werd nauw verbonden met het White Star- en Leyland-concern, die beide tot de Morgan Trust behoorden.








In 1909 kwam de 'Lapland' van 17540 brt in de vaart: de bouw van een groter schip, de 'Belgenland', volgde, maar was bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog nog niet gereed.






De 'Vaderland' en 'Zeeland' werden als troepentransportschepen respectievelijk 'Southland'  en 'Northland' getorpedeerd; de 'Gothland' van 7755 brt en de 'Samland' van 7913 brt waren de enige schepen, die tijdens de Eerste Wereldoorlog onder Belgische vlag voeren.
In 1925 kwam de 'Pittsburgh', die het jaar daarop werd herdoopt in 'Pennland'16082 brt, weldra gevolgd door de 'Regina', die in 1929 werd herdoopt in 'Westerland'16231 brt. Deze vier schepen behoorden tot het Leylandconcern; alleen de 'Samland'voer nog onder Belgische vlag, maar werd spoedig gesloopt.
Begin 1935 werden de resterende schepen 'Pennland' en 'Westernland' overgenomen door de Duitse reder Arnold Bernstein, die hen onder Duitse vlag exploiteerde op de route tussen Antwerpen en New York, tezamen met nog enkele kleine en oudere schepen.


Voorjaar 1939 nam de Nederlandsch-Amerikaanse Stoomvaart Maatschappij, heden de Holland Amerika Lijn, de beide grote schepen met naam en goodwill over en bracht hen als de Red Star Line Service van  de HAL opnieuw in bedrijf.
Ten gevolge van de Tweede Wereldoorlog en het verlies van deze schepen hield de dienst op te bestaan.




In Antwerpen lig het Red Star Line museum, waar men kennis kan maken over de gehele geschiedenis van deze Belgische rederij.








 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten