BEGONNEN MET EEN VAART OP DE
AFRIKAANSE DUITSE KOLONIËN.
DEUTSCHE OST-AFRIKA LINIE.
De Duitse Oost-Afrika Lijn (DOAL), scheepvaartmaatschappij, werd op 19 april 1890 te Hamburg opgericht door Adolph Woermann en enkele banken, gebaseerd op een mailcontract met de Duitse regering,
In 1888 liet de toenmalige rijksregering van het Duitse keizerrijk Adolph Woermann een plan uitwerken voor de oprichting van een lijndienst naar de toenmalige Duitse kolonies in Oost-Afrika, omdat de bestaande verbindingen door de Britten werden gedomineerd.
Hierin werd vastgesteld dat jaarlijks dertien reizen moesten worden gemaakt tussen Hamburg en Dellago Baai (tegenwoordig de Maputo Baai) in Mazambique.
In 1890 begon Woermann. rijkskanselier, zijn zoektocht naar een geschikte rederij en een ondersteuning van 900.00 rijksmark.
Daar er geen geschikte rederij werd gevonden werd een nieuwe rederij opgericht, de Woermann-Linie met twee stoomschepen, die op 23 juli 1890 begon aan haar activiteiten.
De eerste jaren waren bijzonder moeilijk door twee schipbreuken en de inname van Zanzibar door de Britten en ook de uitvoer van de jonge Duitse kolonie was nog gering.
In 1894 werd het vaarplan uitgebreid naar Durban in Zuid-Afrika, en werd er voor het eerst winst gemaakt.
In 1892 werd een dienst geopend tussen Oostafrikaanse haven en Bombay in India.
In 1900 werd het contract voor 15 jaar verlengd en kreegt de rederij een subsidie van 1,35 miljoen mark per jaar. In 1901 volgde nog een lening van 5 miljoen voor de bouw van nieuwe schepen.
Tot 1900 voeren de schepen uitgaand en thuiskomend via het Suezkanaal, maar daarna ging men rond Afrika. Reeds toen onderhield men drie lijndiensten en deze werden tot augustus 1914 gestadig uitgebreid.
Er volden wederom enkele moeilijke jaren, omdat er nieuwe concurrenten opdoken en de Britten hun diensten versterkten. Daarop ging de Duitse Oost-Afrika lijn in op een aanbod om een samenwerkingsverband te sluiten met HAPAG. HAPAG en Woermann namen deel aan de exploitatie van de DOAL en stelden één respectievelijk twee schepen ter beschikking voor de uitbreiding van de lijn naar West-Afrika om Zuid-Afrika.
(Vlag en schoorsteen van HAPAG.)
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog telde de vloot 19 zeeschepen met 108.631 brt en enkele kustvaarders en sleepboten.
In 1915 verviel het subsidieverdrag en het werd door de oorlogsomstandigheden niet verlengt. In 1916 werden de Woermann-Linie en de DOAL samen verkocht aan een consortium van HAPAG, Norddeutsher Lloyd (NDL) en Hugo Stinnes. Vrijwel de gehele vloot ging in de oorlog verloren, mede door het Verdrag van Versailles.
Laatste behoorde tot de Woermann Linie, waarmee men de diensten altijd in samenwerking onderhield.
Bij de reorganisatie van de Duitse scheepvaart in 1934 en door politieke machtsovername van de NSDAP werden de grote scheepsconcerns opgedeeld. NDL en HAPAG moesten hun aandelen DOAL en Woermann aan het Duitse Rijk afstaan.
In 1936 brachten de beide rederijen de passagiersschepen 'Pretoria' en 'Windhuk' elk16.662 brt in de vaart, die accommodatie hadden voor 488 passagiers in twee klassen. De diensten op Zuidwest-, West- en Oost-Afrika werden tot medio 1939 verder uitgebreid. Gedurende de Tweede Wereldoorlog ging wederom de gehele vloot verloren, 12 schepen met 75.765 brt.
In november 1951 vertrok het eerste schip van Hamburg naar Zuid-Afrika en in mei 1953 naar Oost-Afrika.
De maatschappij bezit tegenwoordig over een grote moderne vloot van snelle vrachtschepen, waarvan enkele met passagiers accommodatie in de vaart.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten