REDERIJ MET VAART OP
EEN AFRIKAANSE KOLONIE.
COMPAGNIE MARITIME BELGE.
Compagnie Maritime Belge (CMB), de grootste rederij van België, werd op 24 januari 1895 te Antwerpen opgericht als Compagnie Belge Maritime du Congo, (CBM) met tussenkomst van de African Steamship Company van Elder Dempster & Co te Liverpool.
De maatschappij ontwikkelde zich voorspoedig en werd in 1911 geheel zelfstandig.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog onderhield men de dienst op Congo vanuit Engeland; een van de schepen, de 'Elisabethville' van 7745 brt werd getorpedeerd.
Pas op 7 maart 1919 na het beëindigen van de oorlog kon de 'Albertville' weer thuisvaren.
Daartoe werd op 31 januari 1920 een dochter-maatschappij opgericht, de Compagnie Africaine de Navigation S.A. (CAN) met haar zetel te Antwerpen.
De dienst werd geopend met twee schepen, de 'Matadi' van 3097 brt en de 'Mateba' van 2955 brt van Elder Dempster & Co, die pas in 1921 onder Belgische vlag kwamen te varen.
Ook werden enkele nieuwe schepen schepen in de vaart gebracht, onder andere in 1928/29 de 'Albertville' van 10.769 brt en de 'Leopoldville' van 11.256 brt, die in 1936 werden gemoderniseerd en verlengd.In 1929 werd de vloot van de CAN opgenomen in die van de CBM en op 20 februari fusioneerde de CBM met de Lloyd Royal Belge (LRB) en ontstond de Compagnie Maritime Belge (Lloyd Royal) S.A.
Sedert 1895 had de maatschappij haar diensten beperkt tot de Congo, maar door deze fusie werden de diensten van de LRB op Noord- en Zuid-Amerika overgenomen en werden enkele nieuwe lijnen in het leven geroepen.
Na de crisisjaren werd een aantal snelle vrachtschepen gebouwd, waarbij drie van 7340 brt met accommodatie voor 20 passagiers in de eerste en 120 in de toeristenklasse.
In 1939 kwam de 'Baudouinville' van 13.761 brt in dienst, het grootste passagiersschip dat de rederij gehad heeft.
In de Tweede Wereldoorlog verloor de rederij 24 van de 31 schepen met 148.058 brt, inclusief de gecharterde 'Gandia', waarbij 271 opvarenden omkwamen.
Met behulp van de schepen, teruggevonden in Duitse havens en twee in de oorlog gebouwde schepen in september 1944 te Antwerpen tot zinken gebracht, konden de diensten worden hervat.
In 1946 werden enkele Empire-, Victory- en Libertyschepen overgenomen, alsmede drie schepen, die door de Norddeutsche Lloyd bij een Belgische werf waren besteld. Nadat de rederij tussen 1954 en 1956 zeven motorschepen van 8800 brt in de vaart had gebracht, volgden tussen 1957 en 1962 twaalf van 9000 brt en enkele nieuwe passagiersschepen.
Toen Congo in 1960 onafhankelijk werd, moesten de diensten worden gereorganiseerd: drie passagiersschepen werden naar Engeland verkocht. Als gevolg van de veranderde omstandigheden werd op 22 juli 1960 een nieuwe Company Africaine de Navigation opgericht met zetel te Antwerpen, maar in 1966 werden deze schepen onder Congolese vlag gebracht.
Bovendien houdt de maatschappij zich sedert 1966 actief bezig met het containervervoer op de Noord-Atlantische Oceaan.
Buiten de scheepvaartactiviteiten houdt de CMB zich tegenwoordig ook bezig met vliegtuigleasing.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten