VLAGGEN EN WAPENS VAN NEDERLANDSE PROVINCIES. (OVERIJSSEL.)

PROVINCIE OVERIJSSEL.

De provincie Overijssel gelegen in het oosten van Nederland wordt begrensd in het noorden door de provincies Friesland en Drenthe, in het oosten door Duitsland, in het zuiden door de provincie Gelderland en in het westen door de nieuwe provincie Flevoland.

Oppervlakte van de provincie is 3421 km².

De hoofdstad van de provincie is Zwolle.

De vlag van de provincie Overijssel bestaat uit vijf horizontale banen, waarvan de middelste baan drie golven heeft.

De kleuren zijn; rood, geel, blauw, geel en rood.

De golvende middelste baan symboliseert de rivier de IJssel die door de provincie stroomt. De kleuren rood en geel geven de historische band van de provincie weer met de beide beide provincies Noord- en Zuid-Holland in welke vlaggen deze kleuren ook voorkomen.

De huidige vlag is de eerste en enige vlag die de provincie Overijssel ooit heeft gehad. Deze vlag werd in 1948 aangenomen. Eerder werd er wel eens de driekleur met horizontale banden gevoerd, het rood, geel en blauw, maar deze vlag had geen officiële status.

                                                   ( Het wapen van de provincie Overijssel.)

Het huidige wapen van de provincie Overijssel werd pas op 6 mei 1950 officieel vastgelegd, maar het bestond reeds in haar huidige vorm in 1532.

Het wapen is terug te voeren tot de periode waarin keizer Karel de Vijfde, die reeds graaf van Holland was, ook het zeggenschap kreeg over Overijssel (1528). Het wapen laat dan ook de Hollandse leeuw zien, maar had in die tijd een rechte blauwe midden balk, welke golvend werd in 1532.

Het gouden schild heeft een golvende dwarsbalk horizontaal in in het midden met daaroverheen een rode leeuw met blauwe tong en nagels naar rechts gaand. het schild heeft een gouden kroon van vijf bladeren met vier parels en aan weerszijden vastgehouden door twee leeuwen in natuurlijke kleuren staande op een sierlijke groene grond.

VOLKSLIED VAN DE PROVINCIE OVERIJSSEL.

Aan de rand van Hollands gouwen

Over brede IJsselstroom

Ligt daar, lieflijk om t'aanschouwen

Overijssel, fier en schoon

Waar de Vecht en Regge kronk'len

Door de heuv'len in 't verschied

Waar de Dinkelgoltjes fonk'len

Ligt het land, dat 'k stil bespied.

'k Hen U lief: G'omvat in glorie

Oudheid, kunst en klederdracht

Eertijds streden om victorie

Steden - Ridders, burchtenmacht.

D' eindeloze twisten brachten

U, mijn land, geen voorspoed aan;

Toch is uit Uw leed en klachten

Rijke stedenbloei ontstaan.

Gij bidt God, dat Hij op 't zaaien

Rijpen doe 't gestrooide zaad;

Dat Ge dankbaar 't graan moogt maaien

Als het uur van oogsten slaat

Oversticht, Uw schone weiden,

Horizonten, paars hei

Boeien hart en ziele beide

Van Uw volk, Gij zijt van mij.