dinsdag 4 maart 2014

GALJOOTSCHIP. WAT IS DAT?

GALJOOT EEN KUSTVAARDER.


Een Galjoot was een kustvaarder die door de Vereenigde Oost-Indische Compagnie werd gebruikt en ook in gebruik was bij de Duitsers, Belgen en de Scandinaviƫrs.




In de 17e eeuw was de galjoot een klein rondgebouwd schip met zijzwaarden.
Het tuig was een anderhalfmasttuig 
waarvan de grote mast was voorzien van een gaffelzeil en fok en de boegspriet een kluiver voerde of een extra breefok.
Eventueel kon er een topzeil worden bijgezet in de grote mast.
De bezaansmast droeg een latijnzeil.



Een galjoot had een lengte van 85 voet, breedte van 21 voet en een holte van 11 voet (een voet is 30 centimeter).
Er waren ook galjoten in de vaart voor de visserij. In de loop van de 18e eeuw evolueerde de galjoot in romp en tuigage. Het voorschip werd iets meer geveegd en het achterschip gepiekt, waardoor de zwaarden konden vervallen.
Achter de grote mast stond een dekhuis en achter de bezaansmast bevond zich een kajuit, waarvan het dek verhoogd was tot gelijke hoogte met de verschansing. De helmstok voor het roer draaide boven dit dek tot over de verschansing. 



Galjoten van meer dan 30 meter lang werden ook als een driemastschip getuigd. Dergelijke typen bleven in de vaart tot in de tweede helft van de 19e eeuw. Het draagvermogen varieerde tussen de 160 en 500 ton.
In de loop van de 19e eeuw werden de Groningse galjoten gebouwd met het voorschip van een schoener en een slanker achterschip.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten