woensdag 2 augustus 2023

DELFT ONTDEKKEN. GEVELS, GEVELSTENEN, ORNAMENTEN, SNIJRAMEN. ECT. (DEEL1)

 

EEN STUDENTENSTAD MET EEN

 HISTORISCHE GESCHIEDENIS.

                                   (DEEL 1.)

DELFT.

Delft is een stad en gemeente in de Nederlandse provincie Zuid-Holland, gelegen aan de rivier de Schie, tussen De steden Den Haag en Rotterdam.
Delft heeft een historische binnenstad, ontwikkelde zich in de 19e eeuw tot industriestad en profileert zich tegenwoordig, met de aanwezigheid van een Technische Universiteit en de onderzoeksinstituten TNO en Deltares, vooral als 'Delft Kennisstad' met als slagzin "Creating History". Delft is een studentenstad.
In de nationale geschiedenis van de Nederlanden is Delft vooral bekend doordat prins Willen van Oranje er vanaf 1572 heeft geresideerd en er in 1584 werd vermoord. De Oranjes worden sindsdien traditioneel in de Nieuwe Kerk bijgezet. Zo kreeg Delft de bijnaam Prinsenstad.
De patroonheilige van de stad is Hippolytus van Rome.

 


Delft is ontstaan aan een gegraven waterloop, de 'delf', een gegraven verlenging van de rivier de Schie, en heet daar ook naar; delven betekend graven. Op de verhoogde plaats waar deze 'Delf' de kreekwal van het dichtgeslibde riviertje de Gantel kruiste, was vermoedelijk in de 11e eeuw, een grafelijk vroonhof gevestigd. Delft was mede hierdoor een belangrijk marktcentrum, wat nog te zien is aan de omvang van het centrale marktplein. In 1246 verleende Graaf Willem II Delft stadrechten. In 1389 werd de Delfshavensche Schie naar de Maas gegraven, aan welks monding de zeehaven Delfshaven (nu Rotterdam) werd gebouwd. Delft kwam in handel en nijverheid tot grote bloei. In de 17e eeuw was Delft een van de grote steden van het graafschap Holland.

In 1536 werd een groot deel van Delft in de as gelegd door de grote stadsbrand.
Al de donkere plekken op de kaart gingen verloren door het vuur.
In 1654 werd een groot deel van de stad verwoest door de de Delftse donderslag - de ontploffing van een opslagplaats voor buskruit op de plaats waar zich sindsdien de Paardenmarkt bevindt. Op de 'afstand van een kanonskogel' veilig buiten de stad werd een nieuw kruihuis gebouwd aan de Schiekade.
Vanaf het Nederlandse rampjaar 1672 ging de Delftse economie achteruit. De stad werd overvleugeld door de buursteden Den Haag, als bestuurscentrum, en Rotterdam dat uitgroeide tot een grote havenstad. Maar Delft is een stad die je zelf moet leren ontdekken.

Het wapen van Delft bestaat uit een zilveren schild met daarin in het midden een verticale zwarte balk, vaak afgebeeld met golfjes erin
De blak staat voor een gracht ('delft'). Dit eeuwen oude wapen werd in 1816 officieel vastgesteld door de Hoge Raad van de Adel.
De gemeentevlag bestaat uit drie horizontale banen in de kleuren wit-zwart-wit. De vlag werd pas in 1996 officieel vastgesteld door de gemeenteraad maar werd al eeuwen lang gebruikt, bijvoorbeeld op de Delftse schepen van de VOC.

DELFT ONTDEKKEN.

Daar ik deze ontdekkingsreis naar Delft met de auto had gedaan, kwam ik via de N470, de belangrijkste invalsweg voor zuidelijk Delft naar de stad. Deze weg loopt langs de Schiekade waaraan het kruithuis is gelegen.  Een stop gemaakt bij het kruithuis en verder de weg vervolg richten het NS station om aan de achterzijde een parkeerplaats te vinden, en daar vandaan de oude binnenstad te gaan verkennen met behulp van een stadskaartje. Dit in een aantekenboekje geplakt raakte ik kwijt en zodoende komen veel afbeeldingen bijna alfabetisch in  straatnamen voor in dit verslag. 

KRUITHUIS.


Het Kruithuis gelegen aan de Delftse Schie is een voormalig opslagpand voor buskruit in Delft in de Nederlandse provincie Zuid-Holland.
Het Kruithuis werd gebouw in 1660 ver buiten de stadsmuren van Delft na de Delftse donderslag, de ramp met het oude Kruithuis in 1654 dat in de stad was gelegen.

Het gebouw dat ontwerp van Pieter Post werd gebouwd bestaat uit een poortgebouw met het wachthuis Kortegaard, verbasterd vanuit de Franse naam 'Corps de  Garde' en aan pak- en kuiphuis, waar het buskruit werd gewogen en verpakt, De twee kruittorens staan in het midden van een vijver. Het complex is ommuurd en van een slotgracht voorzien. Vroeger waren de beide torens verbonden door middel van twee valbruggen die met de jaren zijn verdwenen.



De beide toegangen tot de torens zijn voorzien van een tweetal dubbele deuren met daar boven het wapen van Holland. De binnenste deuren zijn bedekt met koperen platen. Al het hang- en sluitwerk is van koper om vonkvorming tegen te gaan. In de torens kon 400.000 pond kruit worden opgeslagen. De beide torens en het pak- en kuiphuis hebben een gemetseld gewelf en hebben aanzienlijk dikkere muren dan het gewelf zelf. Bij een eventuele ontploffing zou het dak de lucht ingaan en de muren blijven staan, waardoor er aan de omgeving veel minder schade zou worden aangericht.



Aan de voorkant is een grote stenenbrug, zodat het mogelijk is met een vaartuig het complex vanaf de Schie in te varen en weer naar de Schie uit te varen. Het poortgebouw is versierd met een fors wapen van de Staten Generaal. In de opkamer boven het poortgebouw is een houten schouw aanwezig met daarboven eveneens in hout, het wapen van de Staten Generaal. 
Het complex werd gebouwd in de stijl van het Hollands classicisme en is nog in zeer goede staat. De aanlegsteigers bij de kruittorens zijn gereconstrueerd in de originele vorm.
Tegenwoordig doet het geheel een andere dienst en is het het onderkomen voor de scoutingregio Delftland, Scouting Willen de Zwijger en de Delftse Zwervers.

Na het bezoek aan het Kruithuis naar het NS station gereden en een vrije parkeerplaats gevonden in de  Coenderstraat, een stukje nieuw Delft achter het NS station.

Boven; Koppen van man en vrouw.
Coenderstraat 33.





Onder: Mannenkoppen.
Coenderstraat 40.







Boven; Mannenkoppen.
Coenderstraat 43.





Onder; Mannenkoppen.
Coenderstraat 43.





Via het nu oude NS station steken we  over van de Coenderstraat naar Phoenixstraat, om via de Barbara Steeg op de Oude Delft uit te komen.

Het oude stationsgebouw van Delft is een markant monument met z'n asymmetrische opzet en opvallende toren.
In de huidige opzet is het een van de weinige overgebleven historische gebouwen en daarmee een boegbeeld voor de geschiedenis van dit stukje Delft.



 
Vanuit de Barbarastraat lopen we eerst zuidwaarts om een blik te kunnen werpen op het oude Legermuseum gelegen op de Korte Geer.

LEGERMUSEUM.

In 1959 kreeg de Stichting Legermuseum de beschikking over het Armamentarium in Delft. Het was een voormalig artilleriemagazijn van de Staten van Holland en West-Friesland.
Het oudste deel dateert uit de periode 1601 - 1602. Er zijn uitbreidingen toegevoegd in 1660 en rond 1692. In 1802, nadat de Vereenigde Oostindische Compagnie failliet was gegaan, werd een VOC-pakhuis bij het Armamentarium gevoegd. In 1959 is er een grote voorraad munitie en geschut uit de Tweede Wereldoorlog verworven, die in eerste instantie werd gebruikt als studie materiaal.


Met de klok mee; Wapen van Holland, Wapen van H.Stoop, Wapen van H. v. Bleiswijck. wapen van Holland met de vier overige wapens en tekst Vigilate Deo Confidentes Ao 1692., Oorlogstuig anno 1602, Wapen van S. v. Beaumont, Wapen van W. Fabricius. Wapen van Holland met tekst Armentarium Ordinum Hollandiae & Westfrisiae.



We steken de brug over aan het einde van de Korte Geer En wandelen via de Lange Geer in de richting van Oude Delft die we helemaal af gaan lopen tot Noordeinde.


Van links naar rechts: Korte Geer 1A Hollandse Leeuw, Breestraat 11A weegschaal; Breestraat 1 Wereldbol (opinien van mensen regeren die wereld.)




Korte Geer. Man met hamer anno 1569.







OOSTINDISCH HUIS.

Het Oostindisch Huis gelegen aan de Oude Delft, was de kamer van de Verenigde Oost/Indische Compagnie. Ontstaan in 1631 na een samenvoeging van oudere panden.
Aan de achterzijde tot aan de Westvest uitgebreid met pakhuisvleugels. 
In 1722 aan de rechterzijde vernieuwd en uitgebreid. Rond 1930 verbouwd voor de afdeling Bouwkunde van de Technische Hogeschool. In 1987/1989 verbouwd tot een wooneenheden complex.

Delft dat nog geen maritieme geschiedenis had, sloot zich vrij laat aan bij de eerste handelsreizen naar Indië.
In 1601 richten 12 kooplieden een compagnie op en huurden het schip De Haai voor een reis naar Indië onder leiding van schipper Adriaan Kornelisz. Haai. Deze tocht is er onder verantwoording van de Delftse voorcompagnie nooit gekomen, omdat de VOC in 1602 al werd opgericht. De schip De haai werd daarom omgedoopt tot Eendracht, en maakte in de vloot van Wijbrand en Warwijck haar eerste reis naar Bantam.


Door deelnemers uit de Kamer van Delft werd voor 469.400 gulden ingetekend op het aandelenkapitaal van de VOC. Dat was ruim 7 procent van het totale ingetekende kapitaal. het bestuur van de Kamer van Delft was voor een groot deel in handen van enkele machtige Delftse families, die ook domineerden in andere bestuurlijke functies, zoals de Families Meerman, Van Loden Stein en Van der Dussen. Bij de oprichting van de VOC in 1602 telde de Delftse Kamer twaalf bewindvoerders, de oprichters van de voorcompagnie. Dat aantal moest volgens het octrooi van de VOC door natuurlijk verloop worden teruggebracht tot zeven. De Staten-Generaal wilden echter meer invloed hebben op de VOC. Bij de verlenging van het octrooi van de VOC in 1647 werd daarom bepaald dat de niet-zeevarende provincies ook een zetel kregen in de kamers. De Kamer van Delft kreeg een vertegenwoordiger uit Overijssel toegewezen, die echter nooit aanwezig was. Vanaf 1696 mocht de Ridderschap van Holland en West-Friesland ook een van de bewindhebbers in afwisselend de Kamer van Delft of Rotterdam aanstellen. Wisseling van kamer vond plaats bij overlijden of aftreden van een van de bewindhebbers.
Nadat de VOC aan het eind van de 18e eeuw werd opgeheven, werd de VOC-Kamer Delft in 1803 opgedoekt.


Met de klok mee; Kruis, Oude Delft 18, Snijraam Boom. Oude delft 26, 
Petrus Augutus. Génestelkerk Oude Delft 102, Straatorgel aan gevelboterbrug. Oude Delft 110, Wapen van Delft. Oude Delft 69, Wapen van Duyst van Renswoude. Oude Delft 49.




Met de klok mee: Meisjeshuis anno 1769. Oude delft 116,  Vrouw met duif. H.Geestkapel. Oude Delft 118, Den Gulden Haringen. Oude Delft 128, 
In de gulden meelbaal. Oude Delft 137. Huizen aan de Gracht. Oude Delft 160, Snijraam Lodewijk XIV-stijl. Oude Delft 165, Posthoorn. Oude Delft 48.



GEMEENLANDSHUIS.


Het Gemeenlandshuis in Delft is gelegen aan de Oude Delft 167, is het hoofdkantoor van het Hoogheemraadschap van Delftland.
Het laat-gotische huis werd gebouwd in 1505.
De eerste eigenaar was Jan de Heuyter, die schout van Delft was en baljuw van Delftland.  
Hij was ook pachter van accijns op hop. Het huis werd daarom ook wel "Huis met de bellen" genoemd naar de interieurversiering met hopbellen.
Vanwege de collaboratie van de familie met de Spanjaarden. werden ze in 1572 uit hun huis gezet en werd het huis in beslag genomen.
Vervolgens bood het huis tijdelijk onderdak aan het Hof van Holland voordat het werd omgevormd tot 's Heeren Herberghe, een logement voor belangrijke gasten van  de stad en de Staten van Holland. Later was het gebouw de woning van Philis, graaf van Hohenlobe die getrouwd was met Maria van Nassau, een dochter van Willem van Oranje.
Sinds 1645 is het Hoogheemraadschap ven Delftland er gevestigd.
In het gebouw bevindt zich een uitgebreide collectie oud kaarten van Delftland.


De zandstenen voorgevel welke de stadsbrand van 1536 overleefde, is uitgebreid versierd met wapens
Links; Wapen van Holland. Midden:  boven het wapen van Delftland. midden; wapens van Hoeff, Schagen, Duyn, Wassenaar, Greaf en Musch. onder; wapens van Jonge en Soetens Rechts; Ingang aan de Oude Delft met de wapens boven de deur.

Met de klok mee: 

Snijraam plantenslingers. 
Oude Delft 38.
Snijraam pand De Dubbel Soeten Kauw. Oude Delft 224.
Snijraam met boom. 
Oude Delft 26.
Kop met helm. Oude Delft 199.
Johannes op het eiland Patmos poortje Bagijnhof. Oude Delft 213-217.


PRINSENHOF STEDELIJK MUSEUM.



Het Stedelijk Museum Prinsenhof is gelegen aan het Sint Agathaplein 1, en is gevestigd in het voormalige Sint Agathaklooster.
Het museum toont Delfts blauw, grote wetenschappers  zoals Hugo de Groot en Antoni van Leeuwenhoek, Delftse meesters, Willem van Oranje en het Huis Oranje-Nassau en vele voorwerpen uit de Gouden Eeuw.
De naam Prinsenhof is ontstaan in de periode dat prins Willem van Oranje er vertoefde. Hij werd in dit complex op 10 juli 1584 doodgeschoten en de kogelgaten in de muur zijn nog altijd te zien.











Met de klok mee:
Stedelijk Museum
Wapen van Oranje Prinsenhof.
Klok , Musketier, Rasphuis en stoeltje roskammen.  
Sint Agathaplein 1.




HOFJE VAN ALMONDE.

Het hofje van Almonde aan de Bagijnhof  10 - 22 ligt enigszins verscholen en dateert uit 1607.
Het is een van de vier overgebleven hofjes in de stad Delft en telt zeven woningen. Ooit telde Delft zeven hofjes.
Het hofje werd in 1607 bij testament door Magdalena van Almonde beschikbaar gesteld. Zij was de jongste dochter van Jan van Almonde, eigenaar van kasteel Altena ten noordwesten van Delft. het kasteel moest in opdracht van Willem van Oranje worden afgebroken in 1572. Hiermee maakte men het de Spaanse troepen onmogelijk het gebouw bij een beleg van Delft te gebruiken.
Magdalena zou toen reeds een huis aan het Delftse Bagijnhof hebben betrokken. Na haar overlijden kwam het in handen van regentessen en regenten, steeds familieleden van Magdalena. In 1855 is het oude huis waar zij eens woonde vervangen door het nog steeds bestaande rijtje huisjes. Met een muur is het voorterrein van de straat afgescheiden.


Met de klok mee:

Hofje van Almonde Bagijnhof 10 - 22.

Bagijn, wapen van Almonde, wapen van  van der Goes en wapen van d'Oultremont.












Gevelsteen Noordeinde 24. Wandelaar.

Van het Noordeinde slaan we af  naar de Kolk om daarna de Voorstraat in te lopen.












    Zie vervolg: DELFT. GEVELS, GEVELSTENEN, ORNAMENTEN, SNIJRAMEN, ETC. DEEL 2.


 








Geen opmerkingen:

Een reactie posten