donderdag 10 augustus 2023

OUDEWATER ONTDEKKEN. GEVELS, GEVELSTENEN, ORNAMENTEN, SNIJRAM,EN, ETC. (DEEL 1)

 

DE OORSPRONG VAN DE NAAM 

         IS NIET BEKEND.

                              DEEL 1.


OUDEWATER.

Oudewater is een stad en gemeente in de provincie Utrecht en ligt aan de monding van het riviertje de Lange Linschoten in de Hollandse IJssel.
Oudewater ontstond omstreeks 1100. Het ontstaan van de Oudewater is niet bekend, maar men gaat er vanuit dat het een verbastering is  van ´oude (uiter)waarden´. Oudewater was strategisch gelegen in het grensgebied van het graafschap Holland en het Sticht Utrecht. De stad verkreeg van de 38e bisschop  van Utrecht, Hendrik van Vianden, rond 1265 stadsrechten.
Dit maakte de stad een belangrijke grensvesting. In 1280 verloot het Sticht de stad aan het graafschap Holland. Oudewater werd in 1401 belegerd tijdens de Arkelse Oorlogen. Pas in 1970 bij de herindeling van de provincie grenzen werd Oudewater na bijna 700 jaar weer onderdeel van Utrecht.


Oudewater nam op 19 juli 1572 met elf andere steden deel aan de Eerste Vrije Statenvergadering in Dordrecht. In deze vergadering werd de basis gelegd voor een Nederlandse republiek onder 'leiding' van het Huis van Oranje. De bevolking van Oudewater werd als gevolg hiervan na een korte belegering op 7 augustus 1575 door het Spaanse leger uitgemoord. Het beleg en de inname van de stad staat bekend als de "Oudewaterse moord". Tijdens de inname van de stad ontstond brand die een groot deel van de middeleeuwse bebouwing in as leegde.




Oudewater was in de 16e en 17e eeuw een belangrijk producent van touw en was daarmee een welvarende stad. Dit touw werd onder meer gebruikt voor de schepen van de Verenigde Oost-
indische Compagnie.
Voor de productie van het touw werd hennep als grondstof gebruikt. Dit werd in de wijde omgeving van de stad gebouwd. Tijdens het bewerkingsproces van deze hennep kwam het gele plantensap op de schorten van de slagers. De inwoners van het stadje heten daarom tot op vandaag "geelbuiken".



Ruïne van Huis te Vliet tegenwoordig.

Na het Twaalfjarig bestand, in de Tachtig Jarige oorlog met Spanje, raakte Oudewater minder betrokken bij de Opstand. Zodoende werden de vestingwerken verwaarloosd, wat er toe leidde dat de stad op 25 juni van het rampjaar 1672 genoodzaakt zag zich zonder strijd over te geven aan de Fransen. Het reeds tot een ruïne verworden Huis te Vliet bleef echter in Staatse handen en vormde een uitvalsbasis voor aanvallen op de Fransen. Na 1672 werd Oudewater versterkt en ging het als vestingstad deel uitmaken van de Oude Hollandse Waterlinie. 
In de 17e en 18e eeuw verloor de stad haar rol van betekenis in Holland De netten- en touwfabricage bleef van groot economisch belang. In 1808 waren er van de 52 lijnbanen er nog maar 20 over. Het wegvallen van de touwindustrie leidde tot een verarming van Oude water.
In 1857 werden de wallen geslecht, de vestingwerken en de stadspoorten afgebroken.
Aan het begin van de 20e eeuw verkeerden veel panden in de binnenstad, na jaren lange verwaarlozing door armoede, in erbarmelijke toestand. Pas na 1910 werd er actie ondernomen tot behoudt van deze panden. In 1936 werd de Waag gerestaureerd en veel monumentale panden in de binnenstad volgden

WAPEN VAN OUDEWATER.


Het wapen van de gemeente Oudewater werd op 24 juli 1816 door de Hoge Raad van Adel in gebruik bevestigd. Het wapen is sindsdien ongewijzigd gebleven.
Oudewater behoorde tot 1280 tot het Sticht Utrecht en werd bestuurd door de Heren van Woerden. Hierna ging het over naar Holland en enkele decennia later verkreeg het stadsrechten. Op de zegels die na de overgang naar Holland zijn gemaakt in een burcht afgebeeld, waarop een leeuw staat op zijn achterpoten. Links en rechts van de leeuw staan een aantal bloemen.
In de 17e eeuw wordt het stadswapen vermeld in de vorm waarin het nu nog bestaat.

Oudewater was een grensstad en de burcht staat symbool voor de versterkingen, terwijl de leeuw de waakzaamheid tegen het Sticht Utrecht voorstelt.
Het wapen wordt als volgt beschreven:
Van zilver, beladen met een dubbele burcht, waarboven een klimmende leeuw, alles van keel (rood), de leeuw getongd en geklauwd van lazuur (blauw).
Het schild gedekt door een kroon met drie fleurons, alles van goud, en vastgehouden door twee klimmende leeuwen in hun natuurlijke kleuren.

VLAG VAN OUDEWATER.

De vlag van Oudewater werd op 24 mei 1973 door de gemeenteraad aangenomen als gemeentelijke vlag.
De vlag wordt als volgt beschreven:
Banen van wit-rood-wit, in de hoogteverhouding van 1:18:1, waarbij de eerste en de derde baan door een golvende baan van tenminste vier welvingen van de middelste baan worden gescheiden.
Op 1/3 van de lengte van hijszijde van de vlag in het wit op één punt geplaatst vierkant ter grootte van 3/5 van de vlaghoogte, waarop een rood vierblad.
De kleuren zijn ontleend aan het wapen van Oudewater. het vierblad is ontleend aan het oudst bekende wapen van Oudewater, uit de 13e eeuw. Het vierblad staat symbool  voor de gemeenschap tussen de vier stadskwartieren waarin Oudewater oorspronkelijk was verdeeld: het Grommiger-, Wijdstrater-, Leeuweringer- en Kapeller-Vierendeel. De welvingen in de vlag staan symbool voor de Hollandse IJssel en de naam Oudewater.

OUDEWATER ONTDEKKEN.

 Het was op een zondagochtend toen ik vroeg uit Amsterdam vertrok naar het zuiden van het land.
Tussen Amsterdam en Utrecht een landelijke route genomen daar het verkeer richting Utrecht volledig vast zat. Zo zag ik de plaatsaanduiding 'Oudewater' en besloot om daar eens een kijkje te gaan nemen.
Bij het touwmuseum een parkeerplaats gevonden en van daaruit het stadje begonnen te verkennen.
Het was zeer rustig, daar al de winkels gesloten waren.

TOUWMUSEUM.

Het Touwmuseum is gevestigd in 'De Baanschuur' aan de Lange Burgwal 61. De Baanschuur was een gebouw waarin vroeger hennep, garens, touwen, sleden en spinrollen werden opgeslagen.
Het museum is de laatste baanschuur die nog in originele staat is.
Het gebouw is een grofgarenbaan en werd gebruikt van 1675 tot in de twintigste eeuw.
Het museum laat het verleden zien van de henneptelende boeren en van garenproducerende baanders door middel van foto's, gereedschappen en een lijnbaan. 



Met de klok mee: 

Het gebouw en ingang van het touwmuseum.

Een kruiwagen vol met geproduceerde garens.

Een gevelsteen voorstellende een touwslagerij.

De lijnbaan in het museum.



HENNEP TEELT VOOR TOUW.

De polders rond Oudewater werden vanaf de 12e eeuw ontgonnen  vanaf de Hollandse IJssel. Om droog land te creëren werd overtollig water uit het veengebied afgevoerd, wat leidde tot bodemdaling. Hierdoor werd de veengrond drassig, wat het ongeschikt maakte voor de verbouwing van graan.
Daarom ging men rond het jaar 1500 over op veeteelt en het verbouwen van hennep, dat de grondstof was voor touw. De Hennepteelt vond vaak plaats vlak bij een boerderij, met als voordeel dat ook de sloot dichtbij was om het hennep te laten rotten De akkers voor hennep werden vruchtbaar gemaakt met mest van het vee, maar ook met stadsafval. De plaats van de oorspronkelijke henneptuinen is te zien in het landschap, omdat ze iets hoger liggen dan het weiland erachter.

Van links naar rechts:

De hennepplant.

Hennepteelt.

Hennepwol.



De hennepteelt rond Oudewater kwam tot een hoogtepunt in de 17e eeuw. In deze periode was er veel behoefte aan touw, dat op de schepen van onder andere de VOC en de oorlogsschepen van de Republiek werd gebruikt voor de tuigage. Binnen de stad waren tientallen grofgarenlijnbanen en ander bedrijven werkzaam in de touwindustrie. De wederopbouw van de stad na het Beleg van Oudewater in 1575, werd grotendeels gefinancierd door de rijkdom van deze bedrijven. De hennep kwam daarvoor van de boeren rondom Oudewater, maar ook uit de Krimpenerwaard, Lopikerwaard en Snelrewaard.

De in Oudewater geproduceerde garens werden verscheept naar Rotterdam, Amsterdam en haven aan de |Zuiderzee, waar zij op een lijnbaan tot scheepskabels werden gedraaid.
Naast grove garens werd in Oudewater ook fijngaren gemaakt. Deze fijne garens vormden de grondstol voor visnetten. Voor het draaien van grove en fijne garens werden aparte lijnbanen gebruikt.
De touwindustrie heeft Oudewater veel welvaart gebracht. In de tweede helft van de 17e eeuw verminderde de behoefte aan touw, vooral door veranderingen in de scheepvaart. Tot in de 18e eeuw was een groot deel van de beroepsbevolking werkzaam in de touwindustrie.

DE LAATSTE.

In Oudewater werd medio de zestende eeuw een touwfabriek opgericht door Gijbert van der Lee, de Touwfabriek G. van der Lee.
Deze fabriek was tot 2013 in handen van de familie Van der Lee.
De fabriek  was in 2019 de enige nog bestaande touwfabriek in Oudewater. In 2013 ging het bedrijf over naar de Hendrik Veder Group. In 2015 werden de activiteiten gestopt en waar een de fabriek stond met zijn lijnbanen verrees een nieuwe woonwijk.
De schoorsteen en het ketelhuis kregen een centrale plaats in deze wijk. In 2021 verhuisden alle activiteiten van het bedrijf naar Rotterdam.


Draak op gevelsteen Lange Burchwal 61, achterzijde Wijgaardstraat.

Via de Lange Burchtwal  en de Wijngaardstraat naar de Leeuweringenstraat waar de Waag is gelegen.




Met de klok mee: 

Leeuweringerstraat.

Motto Karel V Plvs Ovltre. nummer 2.
Metselaars nummer 27.

Onbekend wapen nummer 36.
Huisnaam nummer 62.





DE HEKSEN WAAG.

De Waag van Oudewater wordt ook wel de Heksenwaag genoemd, omdat hier van de 16e tot in de 18e eeuw personen werden gewogen die van hekserij werden beschuldigd.
De waag werd in 1482 gebouwd om goederen te wegen. Keizer Karel V gaf Oudewater in 1545 als enige plaats in Europa het privilege voor een eerlijk weegproces. Niemand werd er ooit als heks veroordeeld.


Maar deze heksenjacht werd een lucratieve onderneming die ten tijde van de heksenvervolging in Europa op grote schaal voorzag in "niet heks verklaringen". Dit waren oorkondes waarmee men tegen betaling kon ontkomen aan gerechtelijke dwalingen.

Het aantal personen dat zich daadwerkelijk in Oudewater liet wegen om aan te tonen dat zij geen heks waren, waren gering in aantal en voornamelijk uit de directe omgeving van Oude water afkomstig. Volgens bronnen kon worden vastgesteld dat in de periode van 1674 - 1743 van slechts 13 personen met zekerheid vastgesteld kon worden dat zij een certificaat hadden ontvangen, waaruit bleek dat zij op grond van hun gewicht geen heks konden zijn.
Ten tijde van de heksenprocessen in de gewesten Holland en Utrecht in de laatste decennia van de 16e eeuw werd van de Heksenwaag geen gebruik gemaakt. De overheid in Oudewater voerde de weegproeven nog uit in ween periode dat elders in de Republiek rechters weigerden om dergelijke testen waarmee van heksenrij beschuldigden hun onschuld wilden bewijzen uit te voeren. Beschuldigingen van hekserij werden toen eerder als smaad dan als een serieus te nemen klacht beschouwd. Aangezien voor ieder certificaat betaald diende te worden hebben mogelijk economische motieven hierbij een rol gespeeld. Iedere weging betekende immers meer inkomsten voor de stad Oudewater.


Met de klok mee: Wapen ? L'Espoir en Diev 1614 en ornament gevel Havenstraat 9, Sint Joris en de draak Havenstraat 12, Snijraam De gouden Harp, Wapen van stad Venlo Wijdstraat 5, Koe Wijdstraat 25.


Zie vervolg: OUDEWATER, GEVELS, GEVELSTENEN, ORNAMENTEN, SNIJRAMEN, ETC.                                                                                      DEEL 2.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten