vrijdag 18 augustus 2023

MONNICKENDAM ONTDEKKEN. GEVELS, GEVELSTENEN, ORNAMENTEN, SNIJRAMEN, ETC. (DEEL 1)

 

  EEN MONNIK OP EEN DAM,

 OF EEN UIT EEN KLOOSTER.

                                 DEEL 1.


MONNICKENDAM.

Monnickendam, eens een vissersdorp, nu een stad in de gemeente Waterland aan de Gouwzee in Noord-Holland.
De stad was tot 1 januari 1991 een zelfstandige gemeente en werd per die datum opgenomen in de nieuwe gevormde gemeente Waterland.
Monnickendam ontstond op de plek waar een veenriviertje uitmondde in het Almere, tot in de 13e eeuw de voorganger van de Zuiderzee. Volgens overleveringen zou er door premonstratenzer monniken van het Friese klooster Mariëngaarde hier een dam zijn aangelegd. Rond 12785 stond hier kasteel Zwanenburg, Swaensborch zoals men in die tijd schreef.
Monnickendam werd voor het eerst genoemd in 1288.
Op 25 februari 1355 verkreeg Monnickendam van de graaf van Holland Willem V, handvesten en privileges, ook wel stadrechten genaamd. Het dorp kwam hierdoor met andere steden van Holland op de kaart te staan.
Het dorp vormde een eigen rechtskring met een eigen wetgeving, een rechtspraak en een eigen bestuur. Dit betekende een verdere groei. Een kerk werd gebouwd en de driesprong Kerkstraat, Noordeinde, Middeldam. 
Van de kerk resteert alleen hiervan de Speeltoren.

In 1356 werd ook begonnen met de uitbreiding van het dorp tot stad en omstreeks 1400 werd nabij de huidige Grote of St. Nicolaaskerk een klooster met de naam Mariëngaarde gebouwd. De Grote Kerk is pas na 1400 gebouwd.

In 1575 werd de ommuring van het stadje vervangen door een omwalling met vier poorten en vier bastions. Op het bastion voor de Zuiderpoort werd later de joodse begraafplaats ingericht; daar is een restant van de oude stadsmuur nog aanwezig.
Van de rest van de omwalling getuigt alleen de Vesting, een wandelpad om het grootste gedeelte van de historische stad.

Het galgenveld van de stad was gevestigd in 't Galge Riet voor de haven. Met als doel een afschrikkend voorbeeld voor het zeevarende volk wat de haven van Monnickendam binnenkwam.
Tussen de jaren 1499 en 1513 werd Monnickendam door twee zware stadbranden getroffen. Na de eerste brand bleven slechts honderd huizen en de Grote Kerk gespaart en bij de tweede brand alleen de kerk, het vrouwenklooster en enkele huizen daar omheen. Er zijn geen gebouwen meer van voor 1355 in de stad. 
Tussen 1451 en 1513 werd de stad getroffen door de pest.


Door de voortdurende stroming van het water vanuit de voormalige Zuiderzee naar de rivier de Purmer Ee, deze rivier stond in rechtstreekse verbinding met de achterliggende meren zoals, Purmer, Beemster, Schermer tot aan Alkmaar, en zodoende konden grote zeeschepen Monnickendam aandoen. het gevolg was dat de stad een bloeiende handel met de Oostzeelanden onderhield. De Purmer Ee werd door Nieuwendam afgesloten in 1401, en moest de scheepvaart naar de meren via Edam. Na 1575 maakte de stad een periode van bloei door.

In 1633 kwam er via een nieuw gegraven trekvaart, via Broek in Waterland en Buiksloot, meer handel met Amsterdam. De trekvaart van Monnickendam via Edam naar Hoorn kwam in 1664 in gebruik.
In de 16e, 17e en 18e eeuw behoorde Monnickendam, net als Edam en Purmerentd tot de stemhebbende steden van het gewest Holland. In de 18e en 19e eeuw volgde een periode van stagnatie. Visserij, visverwerkingsbedrijven en scheepsbouw bleven van betekenis. Van deze bedrijven is slechts één scheepwerf en één palingrokerij overgebleven.
De gemeente Monnickendam is in 1991 opgegaan in de gemeente Waterland.

DE NAAM MONNICKENDAM.

Voor de naamgeving van de stad bestaan twee verklaringen:
1- Op de dammen van een vestinggracht werden weleens stenen torentjes geplaatst om het illegaal oversteken te bemoeilijken. Omdat die torentjes ook wel monniken werden genoemd zou de stad hier de naam aan danken.
2 - Tot in de dertiende eeuw stond het gebied onder invloed van het Friese Norbertijnen klooster Mariëngaarde. Monniken uit dit klooster bezorgden de stad mogelijk zijn naam.

WAPEN VAN MONNICKENDAM.

Het wapen van Monnickendam geeft weer een zilverenschild met daarop een monnik afgebeeld in natuurlijke kleur en kleding, staande op een terras van groen gras.
Het schild wordt gedekt door een krans van eikenloof en wordt aan beide zijden ondersteund door een griffioen in het bruin.





MONNICKENDAM ONTDEKKEN.

De auto weten te parkeren in een zijstraat van de Bernhardlaan en ontdekte daar gelijk de eerste gevelsteen van mijn speurtocht in de Oranjestraat.
Terug gewandeld en via de Bernhardlaan naar de hefbrug over de Vestinggracht  op De Zarken uitgekomen, waar rechts de Grote of St. Nicolaaskerk ligt en even verder de Waag en het Gemeenlandshuis van Waterland.


GROTE OF SINT NICOLAASKERK.

De Grote 0f St. Nicolaaskerk is een gotisch gebouw aan De Zarken, aan de rand van het oude centrum van de stad.
De bouw van de kerk begon na 1400. Het koor was in 1450 gereed, de toren verrees tussen 1510 en 1550.
Sinds 1572 is het een protestantse kerk. 
De toren staat aan de westelijk zijde van de kerk. In de toren zijn nissen aangebracht waar heiligenbeelden in kunnen staan. Deze nissen zijn nooit gevuld, omdat de Reformatie heeft plaats gevonden voordat de beelden geplaatst konden worden. In de toren staat een klokkenstoel met klok.
De klok is in 1641 gegoten en heeft een diameter van 171,2 centimeter. De toren wordt gedekt door een achtkantige torenspits.

GEMEENLANDSHUIS VAN WATERLAND.


Het Gemeenlandshuis van Waterland bestaat uit de panden De Zarken 21 - 23, daterend uit 1619 maar uitgebreid ingrijpend gewijzigd in 1908. De rechtergevel nummer 23 in de trant van Hans Vredeman is grotendeels een kopie van de oude maar bevat nog de twee oorspronkelijke leeuwenkoppen op de hoeken van de geveltop. In het midden onder de twee bovenste vensters een gevelsteen met een zwaan en de tekst Waterlandshuis. De linker gevel nummer 21 heeft boven naast het venster aan iedere zijde een gevelsteen met de tekst Vernieuwd anno 1902. Onder het venster een gevelsteen met het stadwapen, afkomstig van de in 1888 gesloopte Noordeinderpoort.  Links daarvan het wapen van Noord-Holland en rechts het wapen van Purmerend.

Met de klok mee:

Snijraam De Zarken nummer 6.

Snijraam met lantaarn. De Zarken 12.

Gevelsteen met bruinvissen in opkomende zon. De Zarken 25

Fraai dakvenster met aanzetstukken. De Zarken nummer 12.




We steken de Herengracht over naar de Oude Zijds Burgwal.

         Oude Zijds Burgwal 16E; twee koppen. 

Het was een lange wandeling over de Oude Zijds Burgwal en ben aan het einde de Noordeinde ingeslagen.


Met de klok mee op Noordeinde:

Snijraam met vijf palingen. nr. 78

Wapen Hoogheemraadschap Grafelijkheidssluis. nr. 138.

Vier elementen nr. 97.

Gans. Niessenoortsburgwal 3.

Snijraam met twee duiven en fruitschaal op Noordeinde.

Met de klok mee Noordeinde:

Boekenstal nr. 97.

Maria Bootschap. nr. 95.

Deurkalf Oude vrijster. nr. 93

Schipper aan het roer. nr. 81.

Man melkt koe. nr. 79.

Elia en de raven. nr. 71.

Met de klok mee Noordeinde:

De Schelp.

Snijraam met twee belletjes.

Uithangbord 't Pakhuis.

Poortje in de posten vrouwenkopjes en er boven duivelskop. Tussen nr. 57 - 59.

Fraai deurrooster.

Fraaie klokgevel anno 1697.

Met de klok mee Noordeinde:

Snijraam met zonnestralen. nr. 54.

Deurkalf. Geduld is een schone zaak. nr. 47.

Eenvoudig snijraam.

Snijraam met lauwerkrans. nr. 39.

Snijraam met gekruid vierkant. nr. 50.

Uithangbord met dolfijn.

De Rode Haan. nr. 29. 

Met de klok mee Noordeinde:

Snijraam. Schoenmakers hamers en leesten.

Snijraam met posthoorn. nr. 58

Dolfijn. nr. 34.

Anker, hart, leesboek, ABC wen fiets. nr. 28.


Bruinvis. nr. 21. Ton. nr.21.

Met de klok mee Noordeinde:

Snijraam. Cirkel met zon. nr. 21

Deurkalf met boeren. nr 26.
In de bonte os. nr. 26.

Snijraam met bloemenmand. nr. 18.

Vensteromlijsting. nr.24.
Snijraam. Planten en pijlen. nr. 24.

Noordeinde nr. 13

Bogen aan gevel met jongens en meisje kop en de beeltenis van Jan van Nieuwenhuijzen in het midden.


We lopen nu even van het Noordeinde de Nieuwe Steeg in.
Deze steeg wordt in Monnickendam ook wel de 'Jodensteeg' genoemd. 
 Aan het begin van de steeg zit een steen die speciaal in 2005 voor het 4 Mei-Comité Monnickendam is gehakt. 
Deze steen, voorstellende een levensboom in de vorm van een menora, een zevenarmige kandelaar, met twee afgebroken takken, herdenkt het afvoeren van de Monnickdamse joden in de Tweede Wereldoorlog.
Vlak daarnaast een gedenkplaat voor de Joodse stadgenoten weggevoerd en vermoord in Soribor en Auschwitz.

Met de klok mee Noordeinde:

Klokgevel met jaartal 1681 en festoenen onder de vensters. nr. 9.

Engeltje rond beluchtingsgat onder muuranker. 

Museumgevel. Vrolijke monnik in lijst tussen festoenen. nr.4.




Met de klok mee Noordeinde:

Dorpsgezicht Uitendam.nr.10.

Snijraam met pijlen. nr. 10.

Leeuwenkop. nr. 1.

Snijraam met korenaren en jaartal in Romeinse cijfers. Nr.1






RAADHUIS VAN MONNICKENDAM.

Het voormalige Raadhuis van Monnickendam, gelegen aan Noordeinde 5, werd in 1746 als woonhuis gebouwd.
In 1814 werd het pand in gebruik genomen als raadhuis. Het huis is heden in bezit van de Vereniging Hendrik de Keyser.
Het pand staat bij deze vereniging bekend als Huis Timmermans.
De voorgevel van het pand is vier traveeën breed en eenvoudig gedecoreerd met op de hoeken geblokte hoeklisenen. Onderaan een natuurstenen borstwering. 
Helemaal bovenaan een verhoogde houten lijstgevel met in het fries bloemen, acanthiusbladeren en andere plantmotieven. Boven op de lijst een houten monnikenbeeld als symbool voor het het wapen van Monnickendam. Dit beeld is afkomstig van het oude stadhuis, waar nu het museum van de Speeltoren is gesitueerd.

Voor de voordeur, die in de tweede travee van rechts is, een stoep met twee ijzeren slangen als stoepleuningen. De koppen van deze slangen steunen op hardstenen stoeppalen. De voordeur is van eikenhout en voorzien van snijwerk, en stamt vermoedelijk uit 1814, het jaar dat het pand de bestemming van raadhuis kreeg.




SPEELTOREN.

De Speeltoren gelegen aan Noordeinde 2, is de oude stadhuistoren van Monnickendam waarin zich het oudste met de hands bespeelbare carillon van Nederland bevindt.
Vermoedelijk is het onderste gedeelte van het bouwwerk een restant van de oude 14e eeuwse parochiekerk.
Met zijn ruim dertig meter telt de toren zeven verdiepingen.
De houten bekroning van de toren werd gebouwd in de jaren 1591 - 1592 bij een nieuw stadhuis waar in 1658 nogmaals een nieuwe gevel voor werd gebouwd. In 1814 werd dit stadhuis gesloopt en vervangen door een poortje.
Later bouwde men op die plaats een politiebureau waar sinds 1980 het museum 'De Speeltoren' is gevestigd; tegenwoordig het Waterlandmuseum de Speeltoren.
De toren bleef zijn 16e eeuwse gedaante houden tot op de dag van vandaag.


Van links naar rechts: De spits van de Speeltoren; Wapen van Monnickendam een de gevel van de toren en het klokken poppenspel van de toren.

Het klokkenspel in de toren is het oudste van Nederland wat met de hand te bespelen is op een hoofdzakelijk diatonisch stokkenklavier. Het carillon met 'valse' klokken dateert uit de eerste bloeiperiode van de beiaardkunst 1596, waarin de techniek van het klokken stemmen nog niet geperfectioneerd was. Het is het enige klokkenspel uit die tijd, dat volledig bewaard is gebleven en dagelijks functioneert en daarmee het meest authentieke valse carillon van Europa is.
In de toren , op de vierde verdieping, staat een torenuurwerk dat naast elk kwartier een melodie op de speeltrommel als aankondiging, ook elk uur een ruiterspel in werking zet tijdens de uurslag.
Het mechanisme uur- slag- en speelwerk werd in de 16e eeuw gemaakt. Een aan het uurwerk verbonden blaasbalgconstructie laat een faam, een gevleugeld vrouwenfiguur niet te verwarren met een engel, het aantal uren op een bazuin aangeven gelijktijdig met de uurslagen. 


                    Zie vervolg: MONNICKENDAM. GEVELS, GEVELSTENEN, ORNAMENTEN, 
                                                         SNIJRAMEN, ETC. DEEL 2.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten