maandag 7 augustus 2023

DELFT ONTDEKKEN. GEVELS, GEVELSTENEN, ORNAMENTEN, SNIJRAMEN, ETC. (DEEL 4)

 

   EEN STUDENTENSTAD MET EEN

     HISTORISCHE GESCHIEDENIS.

                                        (DEEL  4)

DELFT.


CORPSMAAGD.


De corpsmaagd is het symbool van het Delfsch Studenten Corps. Gewoonlijk wordt zij afgebeeld in het wit op een rode achtergrond, zoals ook te zien is op de dassen van de leden den de senaat van het corps en de rode schildjes die corpsleveranciers in hun winkel ophangen
Zij draagt in haar hand een opgeheven spiegel. De corpsmaagd wordt vergezeld door de Latijnse tekst; "inspice et cautus eris". ( Spiegelt U en U zult op Uw hoede zijn").
De spiegel is tevens de naam ven het verenigingsblad van het DSC.


Van links naar rechts:
Snijraam. Den Witten Bijl. Oude Delft 253.
Saaihal. anno 1658. Saai. greine en stoffe-hal. Oude delft 185.
Wapen van Kranenburg. Oude delft 190-192.

 
Wapens Hoogheemraden, wapen Delftland en serie oude wapens op binnenplein. Phoenixstraat 32.


De molen De Roos en de Bagijnetoren tijdens hun verplaatsing en restauratie aan de Phoenixstraat in 2009.

DE ROOS.


De Roos is de laatst overgebleven molen van de vijftien windmolens die ooit hebben gestaan op de stadswallen van de stad Delft. 
De molen doet tegenwoordig dienst als korenmolen en draait regelmatig.
De eerste vermelding van een houten standaardmolen, op de huidige plaats aan de Phoenixstraat, dateert uit 1352 onder de naam Gasthuismolen.
De molen werd gedurende de tijde in fasen verbouwd tot stenen stellingmolen. In 1679 werd de molen gebouwd op een rondeel, dat deel uitmaakte van de verdedigingswerken in de stadsmuur
Rond 1760 kreeg de molen zijn huidige vorm met de zeskantige onderbouw en ronde bovenbouw. Het woonhuis werd in een halve cirkel rond de molen gebouwd.
De Roos werd als maalderij gebruikt voor meel voor de bakkers en de burgers, gerst voor de bierbrouwers en veevoer voor de boeren.


In 1929 werd geconstateerd dat de molen scheef begon te staan door een verzakking vanwege bemaling van het grondwater door de nabij gelegen gistfabriek. Voorts bleek dat de kap van de molen te zijn aangetast door de boktor.
De stichting "Molen de Roos" begon een drie jaar durende inzamelingsactie voor de restauratie., waarbij ook de bovenbouw werd rechtgezet. op @8 september werd de molen feestelijk geopend door Prins Claus.

In verband met de aanleg van de spoortunnel werd in 2009 werd de molen voor constructie overgedragen aan Pro Rail.

In de eerste instantie werd de fundering van de molen versterkt in de vorm van een gewapend betonnen plaat onder de molen en de aanbouw.
De betonnen plaat werd gedragen door 45 stalen vijzels. Op 4 juli 2012 werd de molen met het molenaarshuis een meter opgevijzeld om de tunnelbouw mogelijk te maken. Hierna werd de grond onder de betonnen plaat verwijderd en de draagconstructie van de tunnel, in feite het dak van de tunnel, aangebracht. OP 12 december 2012 werd de molen weer neergelaten, de vijzels verwijderd, en sindsdien staat hij op het dak van de spoortunnel.In 2013 werden de tijdelijk verwijderde wieken van de molen weer aangebracht en 4 september 2013 kreeg Vereniging De Hollandse Molen, eigenaar sinds 1926, de molen weer onder haar beheer.

BAGIJNETOREN.

De Bagijnetoren in de stad Delft, werd oorspronkelijk gebouw als uitkijktoren en was een onderdeel van de versterking van de stadsmuren van Delft.
De stad verkreeg op 15 april 1246 stadsrechten en verwierf daarmee ook het recht om een muur rondom de stad te bouwen.
De Bagijnetoren is een latere toevoeging aan de verdedigingswerken en werd waarschijnlijk rond 1500 gebouwd.
De toren stond oorspronkelijk met de achterzijde in de aarden wal die de stad omringde en was bereikbaar vanaf de wal en middels een overwelfde gang onder de wal door.
De wal zelf was omringd door de stadsgracht die in de 19e eeuw werd gedempt ten behoeve van de spoorlijn van Rotterdam naar Amsterdam, in 1847.
Al kort na de bouw van de Bagijntoren werd in 1538 de toren verhuurd voor bewoning, een functie waar de toren eigenlijk niet geschikt voor was, zeker omdat het toen nog een verdedigingsfunctie had. De verdedigingsfunctie verdween in 1600 en de toren werd geschikt gemaakt voor bewoning.

Het was het beleid van het stadbestuur om waltorens voor een geringe prijs of soms zelfs gratis door behoeftigen te laten bewonen.
In 1827 zou de toren wegens bouwvalligheid verkocht worden voor de sloop, de koper, een touwslager liet slecht een gedeelte van de toren slopen en gebruikte de overgebleven ruimte verder als bedrijfsruimte.

Door de bouw van de spoortunnel moest ook  de Bagijnetoren verplaatst worden. In juli 2011 werd de toren 15 meter naar het noorden verplaatst op de zelfde werkwijze als die bij molen De Roos is gebruikt. In juli 2011 werd deze weer op zijn huidige plaats teruggeplaatst op het spoortunnel dak.






Met de klok mee: 

Snijraam Plantentakken asymmetrisch uitgevoerd Nieuwstraat 4.
Snijraam Harp. Noordeinde 5.
Snijraam De Roode Roose Noordeinde 3.`
Kolfstokken anno 1641 Oude Langedijk 7.
Vos. Peperstraat 5.
Pelikaan. Poortlandplein 1.




Drie mannenkoppen en één vrouwenkop op een gevel van welk pand.?






Een poortboog in de Nickersteeg tussen Oude Delft en Koornmarkt, anno 1628 met aan beide zijden gekruiste ankers.



Vrouw in een schommelstoel. Vaandelstraat 8 bij het Doelenplein.








Met de klok mee:

De rechte Pot anno 1659. De vlouw 14.
Langeweg 1875-1975, mannen aan de tap J,C. Markenplein.
Delftsche Schoolvereniging, anno 1910 Koningsplein 83.
Gemeente school en wapen van Delft boven poort. Maria Gouweloospoort .





In dit winkelwoonhuis Markt 19, met de historische naam De Zijworm, waarmee de zijde rups wordt bedoeld, was ooit een brood- en beschuit bakkerij. Het Nederlandse wapenschild op de gevel duidt op het feit dat de winkelier een hofleverancier is geweest. Boven de winkelpui in het fries de tekst; 'Het Ghulden Schift'.

De panden Markt 19 en 21.

Beide panden, anno 1903, zijn onderkelderd op een rechthoekig stuk grond. Verder voorzien van twee bouwlagen met een kaplaag. Het zadeldak is deels uitgevoerd met een platgedeelte en gedekt met rode Hollandse pannen. Ze zijn opgetrokken in schoon metselwerk met bijna identieke trapgevel met aan de voor- en achterzijde rijke smeedijzeren ankers.
De trap van het pand nummer 19 is glad afgewerkt. 

De voorgevel van het pand nummer 21 heeft ter breedte van twee vensterassen, bestaat uit een houten winkelpui met op de eerste bouwlaag twee rechtgesloten vensters met ontlastbogen en boogvelden, hardstenen lekdorpels en schuiframen met bovenlichten voorzien van gekleurd glas in lood. In de topgevel een kleiner rechtgesloten venster onder hardstenen latei mat schuifraam met driedelig bovenlicht en aan de weerszijden smalle vensters. De trapgevel wordt afgesloten met een overhoeks toppilaster.

De houten winkelpui is uitgevoerd met aan weerszijden een pilaster en is afgesloten met een kroonlijst. Boven de pilasters wordt de lijst afgesloten met een console met gesneden maskerkop. Rechts een paneeldeur.
Tussen de pilasters, boven de de paneeldeur en de winkelentree, een reeks van panelen met gesneden pilasters er tussen, waarboven een reeks van staande rondboogvensters met eveneens gesneden pilasters ertussen, gevuld met gekleurde glas in loodramen. In het fries de tekst: 'De drie vergulde Acoleyen'.





Met de klok mee:

Vijzel Boterbrug 2.
Woonwijk met bomen, Oost delft anno 1956 Elzenlaan 12.
Vikingschip Volkshuisvesting 1916 - 1926 Nassaulaan 26-28.
Schildpad, onder dak anno 1932 en Slak , eigenhuis Van der Bruggenstraat 1 - 3.
Hoorn anno 1955 Spiekmanstraat 2.






Een fraai versierde gevel met stadswapens. 
Maar waar?





Papagaai. Buitenwatersloot. anno 1690.
Gevelsteen van de molen De papagaai.
Tekst in gevelsteen: De papegaey is myn naem. Tot malen ben ick bequaem. Die dit werk heeft doen maken kyck sy is genaem Leunta Jacoba van Dyck.

Na de restauratie van de gevelsteen werd onderstaande tekst aangebracht: 
De Papegaay, de molen van van Dyck. De slooper maakte haar met de grond gelyk, want zij had afgedaan en zoo ge nu aanschouwwt zyn op haar plaats deez' woningen gebouwd.



Met de klok mee:

Vrouw schild aardappels. Boerhuisstraat.
Boom anno 1664. Gasthuislaan 278.
Volkshuisvesting. Gezin. Schoenmakerstraat 11.
Ankertje. Jacob Gerritsstraat 26.
Vijfboeken. Halsteeg 3-5.
Burcht. Vijverstraat 7.


HET HUIS MET DE VIER VAZEN, OUDE DELFT 157.

Het huis met de vier vazen is gelegen aan de Oude Delft nummer 157.
Het huis met de vier vazen wordt ook wel het huis met de drie vazen genoemd, omdat vanaf de straat drie vazen op het fronton zichtbaar zijn. Hoog op de steile  sporenkap staat echter nog een vierde vaas, die alleen zichtbaar in de herfst of winter al de boom ervoor geen blad heeft, vanaf de overkant van de gracht.
Het huis is een van de weinige voorbeelden van de classicistische bouwstijl in Delft, die halverwege de 17e eeuw in de mode was. De stijl is herkenbaar aan de vruchtenguirlandes (festoenen) en de zware zandstenen kroonlijst.
Het huis staat op het terrein dat oorspronkelijk toebehoorde aan het voormalige klooster Sint Hieronymusdal, dat in 1403 op die hoogte aan de Oude Delft was gesticht. 

Versiering boven een binnendeur van Oude Delft 157.

Dat kloosterterrein wordt heden ten dage nog gemarkeerd door twee poortjes naast de huizen Oude Delft 147 en 159. Ze gaven toegang tot de kapel en andere gebouwen van het klooster, die achter de bebouwing van de Oude Delft lagen.
De huizen langs de gracht deden voor deel dienst als woonhuizen voor de abt en andere kloosterlingen van dit intellectuelenklooster.

PAND OUDE DELFT 161.

Het oude pand Oude Delft 161 behoort nu tot een deel van het gebouwencomplex van het Hoogheemraadschap Delftland.
Volgens geschriften van 1363 was de bebouwing van de huidige panden Oude Delft 157 tot 165 in één hand. Zo kwam het pand op de plek van het huidige Oude Delft 161 in 1459 aan de "broeders des cloosters van Sint Jeronimusdale binnen Delft".
De bebouwing van het klooster ging met de stadbrand van 1536 grotendeels verloren. Na de brand in het huidige pand weer opgebouwd als een huis met een diepte van 18 meter, waarschijnlijk in de vorm van een voor- en achterhuis, gescheiden door een binnenplaats.
Het achterhuis bevat een oude kelder die in 1989 te gerestaureerd, toen het pand onderdeel werd van het Hoogheemraadschap.


In 1560 was het pand niet meer in het bezit van het klooster en volgde er verbouwingen aan de voorzijde. Zo ontstond de Sint Jeronymusdal poort. Deze poort geeft toegang tot nog drie woningen die achter het huis aan de straat lagen. Deze woningen wisselden in de jaren van eigenaars.

Van links naar rechts:

Kruis, Schoolstraat 24.

Drie ganzen, Westplantsoen 170

Bouwvakker, Schoolstraat 26.


Met de klok mee:

Onder 't stroodak, Paddestoel.
Julianalaan 156 hoek Rotterdamseweg.

Kinderkopje, Rotterdamseweg 123.

Vikingschip, Rotterdamseweg 125.

Passer op zuidmuur Rotterdamseweg 418.

Drie schilden, Rotterdamseweg 138.

Van links naar rechts:

Vissersschuit, Thorbeckenstraat 41.

Sint Joris en de Draak anno 1895 Sint Jorisweg 2.

Kaas en wijnvrouwtje op de markt.



WIE, WAT EN WAAR?


Op welk pand en welk adres staat nevenstaande afbeelding op de gevel?











Op welke gevel staat deze vrouw achter een gaasbescherming?

Waar staat dit poortje met de afbeelding van Anthony van Leeuwenhoek?

Waar hangt dit uithangbord?

In welke staart ligt deze 'tweeling' deur?

Op welk gebouw staat deze gevelversiering met een grote Y?


Met deze laatste afbeeldingen waarvan ik de gegevens niet meer kan vinden, sluit ik mijn zoektocht door  historisch Delft af. Een stad waarachter iedere oude gevel wel een verhaal verscholen ligt.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten