zondag 17 oktober 2021

IRISH SHIPPING COMPANY. (IERLAND)

 

      ONTSTAAN DOOR DE 

  TWEEDE WERELDOORLOG.



IRISH SHIPPING COMPANY.


De Irish Shipping Company een diepzeerederij en staatseigendom, werd op 21 maart 1941 opgericht om in de in de importbehoeften van het land te voorzien.
De schepen werden meestal vernoemd naar bomen.
Het hoofdkantoor was gevestigd in Dublin.

Ierland had zich neutraal verklaard bij het uitbreken van de vijandelijkheden in de begin jaren van de Tweede Wereldoorlog en werd een groot deel van haar voedselbehoeften aan boord van geallieerde schepen vervoerd.
De Ierse regering besefte dat zij onafhankelijk en zelfvoorzienend moest worden. In februari 1941 verklaarde Seán Lemass, de minister van Bevoorrading dat "de oprichting van een Ierse handelsmarine noodzakelijk was, omdat het net zo belangrijk was voor de nationale veiligheid als het leger".

(Irish Poplar)

Op 21 maart 1941 werd Irish Shipping Limited opgericht als een bedrijf waarvan de meerderheid in handen was van de staat, die 51% van de aandelen bezat.
Drieënveertig driekwart procent was eigendom van de Grain Importers Ireland Ltd en de drie grootste rederijen in het land, Wexford Steamship Company, Limerick Steamship Company en Palgrave Murphy Limited hadden één driekwart elk. Elk van hen had ook een vertegenwoordiger in het bestuur.
Helaas had het nieuw opgerichte bedrijf een groot probleem om dat het geen schepen had en er een aantal moest aanschaffen. het eerste schip werd de Irish Poplar die zich in Avilés, Spanje bevond, Als de onder Griekse vlag varende Vassilios Destounis. Het schip was door de bemanning verlaten na een aanval door een Duits vliegtuig in de Golf van Biskaje en door Spaanse vissers naar de haven gesleept. waar het werd gekocht door Irish Shipping.
Het schip bleef tot 1949 in de vaart.

                                   (Irish Pine)

Een ander schip was de ex West Hermatiet die werd in charter genomen van de United States Marine Company, en was op 26april 1919 te watergelaten bij Liewellyn Iron Works, Los Angeles.
Zij werd aangedreven door een drievoudige expansie stoommachine met een vaarsnelheid van 10.5 knopen.
het schip werd op 16 november 1942 getroffen door een torpedo van de Duitse onderzeeër U-608. De 33 bemanningsleden lieten hierbij het leven. Ierland had Duitsland nog niet de oorlog verklaard op dat tijdstip en was het schip neutraal. Haar positie in de Noord-Atlantische Oceaan was ten zuiden van Cape Breton Island, Canada.

Een groot deel van de vloot, buiten het verlies, verkeerde na de oorlog in slechte staat. In 1946 werd besloten voor de aanschaf van acht nieuwe schepen te bestellen bij Engelse scheepswerven. De eerste drie, de Irish Rose, de Irish Willow en de Irish Pine, werden in 1948 in de vaart genomen. De eerste twee in 1954 buiten dienst gesteld en de laatste in 1965. In de jaren 1950 werd begonnen met het ombouwen van de schepen op motoraandrijving Doxford-motoren met tegengestelde zuigers.

                            (Irish Hawthorn)

Tussen 1954 en 1958 kwamen drie tankers in de vaart; Irish Hawthorn, Irish Blackthorn en Irish Holly. De eerste twee waren stoomturbineschepen en werden in 1965 verkocht. De Irish Holly was een kusttanker en was nog uitgerust met een stoommachine en bleef tot 1967 in de vaart.
In 1960 kwamen nog twee stoomturbineschepen in de vaart. Vanwege de sterke stijging van de olieprijs en de grotere thermische efficiëntie van dieselmotoren waren dit de laatste twee door stoom aangedreven schepen van de rederij.

In 1970 ging Irish Shipping een joint venture aan met de Norwegian Star Shipping Company en exploiteerde twee nieuwe schepen; Irish Star en Irisch Stardust. tevens werd enn bulkcarrier met intrekbare / stapelbare autodekken aangekocht, de Irish Elm.
De rederij nam in 1983 haar laatste schip, de Irish Spruce in ontvangst, gebouwd bij Verolme Cork Dockyards. een bulkcarrier van 72.000 DWT.

Op 14 november 1984 verraste de Ierse regering de scheepvaartwereld met het liquideren van Irish Shipping. Personeel werd ontslagen en de schepen werden verkocht. De laatste vier schepen, de Irish Maple, - Rowan, - Cedar en - Spruce, nog steeds in het bezit van de rederij werden bij aankomst in een haven gearresteerd en uiteindelijk verkocht. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten