BOEDAPEST DE HOOFDSTAD
VAN HONGARIJE
GELEGEN AAN BEIDE OEVERS
VAN DE DONAU. (3)
Tussen het bezoek aan het stadsdeel pest en het stadsdeel Buda lagen de Pinksterdagen. Daar het deze dagen erg warm was werd er besloten om maar in het plaatsje Dunabogdány rond te hangen en kregen de tijd om met wandelingen.
Op de 2e Pinksterdag werden we door onze pension houders uitgenodigd om met hun een maaltijd van Hongaarse goulashsoep met brood en eigen wijn te gebruiken. Een maaltijd die goed was klaargemaakt en die we dan ook eer aandeden.
In de avond gingen we weer naar ons stam wijnhuis.
STADSDEEL BUDA BEZICHTIGEN.
We werden deze dag een uur eerder door onze chauffeur afgehaald om de ochtendspits voor te blijven. Hij zette ons netjes voor de ingang van de burcht van Buda af op 70 meter hoogte boven de waterspiegel van de Donau.
Eerst even iets over de enorme heuvel naast de heuvel waar de burcht opstaat.
Als je boven op de burcht uitkijkt over de Donau zie je rechts van de Gellértheuvel liggen.
Dit is een heuvel van 235 meter hoogte en ligt tussen de Vrijheidsbrug en de Elisabethbrug.
Eerst even iets over de enorme heuvel naast de heuvel waar de burcht opstaat.
Als je boven op de burcht uitkijkt over de Donau zie je rechts van de Gellértheuvel liggen.
Dit is een heuvel van 235 meter hoogte en ligt tussen de Vrijheidsbrug en de Elisabethbrug.
GELLÉRTHEUVEL.
Boven op de top van de Gellértheuvel staat het vrijheidsmonument van Hongarije.
Het is van verre reeds te zien en werd in 1947 onthult. Het is een ontwerp van de kunstenaar-beeldhouwer Zsigmond Kisfaludi Strobl.
Centraal staat in het midden een vrouwen figuur die een groot palmblad in de hoogte houdt.
Het bronzen beeld met een hoogte van 14 meter symboliseert de vrede en staat op een voetstuk van 26 meter hoogte. Rond het beeld staan nog enige kleinere mannelijke afbeeldingen.
Oorspronkelijk was het monument bestemd voor de gevallen Sovjet soldaten die in 1945 een einde maakten aan de nazi-Duitsland bezetting. Na de val van het communisme in 1989 werden de meeste Sovjet monumenten uit Boedapest verwijderd met uitzondering van het Vrijheidsmonument, waarvan alleen de soldaat met de Sovjet vlag werd verwijderd.
Het monument gedenkt nu allen die hun leven hebben opgeofferd voor de vrijheid en de welvaart van Hongarije.
Verder staat er op de heuvel nog een bolwerk dat door de Oostenrijkse Habsburgers werd gebouwd tussen 1850 en 1854. Dit bastion wat zich op het hoogste punt van de heuvel bevindt, was oorspronkelijk 200 meter lang en had zes meter hoge en drie meter dikke muren. Later werd een gedeelte gesloopt en in wat nu nog rest is een hotel gevestigd.
Aan de andere kant van de heuvel staat een groot bronzen beeld van bisschop Gellért, de martelaar naar wie de berg is genoemd.
Het monument werd in 1904 opgericht op de plek waar Gellért naar men veronderstelt in de elfde eeuw werd vermoord. Achter het monument staat een halfronde zuilengalerij.
Gellért was een Benedictijnse abt van het San Giorio Maggiore klooster in Venetië. OP weg naar Palestina op een bedevaart werd hij door de Hongaarse koning Stefan aangehouden, die hem vroeg om de heidense Magyaren te bekeren tot het christendom.
Na de dood van koning Stefan keerden de Magyaren terug en vermoorden de bisschop door hem in een ton vol geslagen met spijkers van de heuvel af te rollen. Het twaalf meter hoge beeld dat Gellért weergeeft met in zijn hand een kruis is het ontwerp van beeldhouwer Gyala Jankovits.
BURCHT EN OUDE STAD VAN BUDA.
De burcht van Buda, het oude laatste koningshuis, ligt op een plateau en bestaat uit vele historische en architectonische gebouwen, kerken, kloosters en smalle straatjes. het is een kastelencomplex dat in de 7 eeuwen niet veel veranderingen heeft ondergaan.
( De burcht van Buda tegenwoordig.)
Met de bouw van deze vesting is begonnen na de invasie van de Mongolen in 1241. In 1255 gaf koning Béla IV opdracht om de burcht uit te breiden en er een stad in de bouwen voor de bewoners van verwoeste Pest. Kasteel voor de koning en de stad werden gescheiden van elkaar gebouwd.
Onder het bewind van de Ottomanen werden vele gebouwen vernield en deze bouwden alleen de muren verder op.
Tijdens de belegering van Buda in 1686 werd de toenmalige burcht vernield en bouwde men onder de Habsburgse heersers een kleine barokstad op de ruïnes. Op de plaats van de oude burcht werd een klein slotpaleis gebouwd dat echter nooit door de keizerin Maria Theresia werd bewoond. Keizer Franz Jozef II lier er een theater bouwen. OP 21 mei 1849 veroverde de burgerwacht tijdens de opstand de burcht en begon daarna met man en macht te werken aan het herstel van de oude Hongaarse glorie.
(Het enorme binnenhof tussen de gebouwen.)
Het karakteristieke gebouw met een façade van 300 meter en de zeer opvallende hoge koepel in van overal uit Boedapest te zien.
De burcht was in de 14e eeuw de zetel van de koning en in de 18e en 19e eeuw vonden er grote uitbreidingen plaats.
Tijdens de gevechten in december 1944 tot februari 1945 tussen de troepen van Nazi-Duitsland en het Sovjet leger werd een groot deel van het burchtpaleis verwoest, daar een eenheid van de Waffen-SS hier stand wist te houden.
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog lag de vesting weer in puin en begon men weer aan de wederopbouw en het herstel van de gebouwen.
De grootste werkzaamheden duurden tot 1970 en na meer dan 30 jaar was het grootste deel van de burcht in zijn oude glorie hersteld. het stadsbestuur besloot de gebouwen als museum in te richten.
Tegenwoordig bevinden zich in deze gebouwen het Museum voor Eigentijdse Kunst, de nationale Hongaarse Pinacotheek, Historisch Museum van Boedapest en de Nationale Bibliotheek.
(Het Matthias fontein en onderin twee afbeeldingen bij de ingang van het Museum voor Eigentijdse Kunst.)
Aan het noordwestelijke deel van het plein staat het Matthias fontein. (midden) Het fontein beeldt een tafereel uit afkomstig van de legende van koning Matthias (bovenin en links) en de mooie Ilonka (rechts).
Het fontein is ontworpen in 1904 door een ven de bekendste beeldhouwers van Hongarije; Alajos Stróbl.
Koning Matthias ging vaak incognito op jacht. Op een dag, toen hij met zijn vrienden aan het jagen was, kwam hij de aantrekkelijke boerendochter Ilonka tegen. Ze werden opslag verliefd op elkaar.
Toen Matthias naar het paleis terugkeerde, gaf hij zijn ware identiteit niet prijs, maar vroeg Ilonka hem op te zoeken in Buda.
Zo snel ze kon spoedde Ilonka zich naar Buda. Toen ze er aankwam was er een grote menigte die de koning verwelkomde bij zijn triomfantelijke terugkeer van een gewonnen veldslag.
Toen Ilonka Matthias in vol ornaat te paard zag, besefte ze tot haar ontsteltenis dat ze verliefd was geworden op de koning.
Aangezien haar eenvoudige achtergrond was ze ervan overtuigd dat ze nooit met hem zou kunnen trouwen en ze keerde weer te voet naar huis terug, volledig verteerd door verdriet.
Kort na deze verdrietige ontdekking stierf ze aan een gebroken hart.
Twee weken later bezocht de koning het huis van Ilonka, die hij in de menigte in Buda niet had opgemerkt, maar vond het leeg terug.
Na het fontein passeren we een doorgang en komen op het brede terras uit met een geweldig uitzicht ov er de Donau en het stadsdeel Pest met de Kettingbrug en in de verte het Parlements-gebouw, de Margaretha brug en het eiland.
Het standbeeld geeft weer de prins Eugen van Savoye, van oorsprong een Franse generaal, met Italiaanse voorouders.
Hij werd op 18 oktober 1663 in Parijs geboren en overleed op 24 april 1736 in Wenen.
Hij was in dienst van drie Habsburgse keizers; Leopold I, Jozef I en Karel VI.
Zijn standbeeld staat hier vanwege zijn succes in de Oostenrijkse-Turkse oorlog. Hongarije was in die tijd nog een deel van het Oostenrijkse Rijk.
(De Ferdinand poort met daarachter het Sándor Paleis.)
Na nog even van het uitzicht te hebben genoten verlaten we het terrein van het oude koninklijke paleis via de Ferdinand poort. Rechts op een zuil bij de poort staat op een zuil een grote bronzen adelaar met een zwaard in zijn klauwen.
Achter de Ferdinand poort ligt de zuidoostelijke voorgevel van het Sándor Paleis.
Het Sandór Paleis, ook wel Alexander Palace of in het Hongaars Sándor-palota, is de officiële woonplaats van de president van Hongarije en de zetel van het bureau van de president.
Het gebouw is in neoclassicistische stijl opgetrokken en is het ontwerp van architect Mihály Pollack en Johan Aman.
De bouw begon in 1803 en was in 1806 voltooid.
Het werd vernoemd naar de filosoof en aristocraat graaf Vincent Sándor uit het Oosten-Hongaarse Rijk.
Tot de mislukte Hongaarse Revolutie van 1848 behoorde het aan Aartshertog Albrecht, de keizerlijke Gouverneur van Hongarije.
In de Tweede Wereldoorlog werd gebouw door gebombardeerd maar daarna weer in oude glorie opgebouwd.
Opvallend is het Oude Hongaarse wapenschild met eikenloof tussen de Europese en Hongaarse vlag.
Het wapenschild wordt gedekt door de Stefanskroon.
Het schild zelf is zeer complex. In het midden staat het huidige wapen van Hongarije, maar verder worden er op het schild de wapens weer gegeven van de toenmalige gebieden; Tatra, Klein Fatra en groot Fatra (tegenwoordig deel van Slowakije) en Mátra.
Rond het Sándor Paleis werden werkzaamheden uitgevoerd en het terrein was door een schutting aan het oog van het publiek onttrokken.
Op deze schutting waren alle bereden huzaren van het Hongaarse leger afgebeeld, door de geschiedenis heen.
We verlaten het terrein van het koninklijk paleis, waar men tegenwoordig nog druk bezig is met het bloot leggen van oude fundamenten van voormalige gebouwen, en wandelen in de richting van Matthiaskerk en het Vissersbastion.
(Impressie van de Matthiaskerk.)
De Matthiaskerk bevindt zich op het plein van de Heilige Drie Eenheid. De kerk werd oorspronkelijk gebouwd als de Onze Lieve Vrouwenkerk in 1255 onder koning Béla IV.
In de 14e en 15e eeuw werd de kerk regelmatig uitgebreid en ontstond in 1470 onder koning Matthias de zuidelijke toren.
Onder het bewind van de Ottomanen werd de kerk vanaf 1541 een moskee en werden alle fresco's aan de muren en plafond door deze bezetters verwoest. Bij de herovering van Buda door de Habsburgse legers in 1686 leed de kerk opnieuw schade. In het begin van de 18e eeuw vonden er grote herstel werkzaamheden plaats aan de kerk, waarbij er barokke stijlelementen aan het gebouw werden toegevoegd. De kerk was in deze periode in het bezit van de eerst de franciscanenen en later de jezuïeten. In 1867 werd het Oostenrijkse keizerpaar Frans-Jozef en Elizabeth (bekend onder de naam Sisi) hier gekroond.
Tussen 1873 en 1896 werd de kerk grondig verbouwd en kreeg ze haar neogotische aanzien.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog leed de kerk opnieuw enorme schade en bij restauraties hield men zich aan de gotische versie.
Buiten de 80 meter hoge klokkentoren en op het midden van het dak het kleine Béla torentje is het dak een lust voor het oog om naar te kijken met haar met majolicategels (geglazuurde tegels) in een fraai patroon gelegd.
het Mariaportaal met de met smeedwerk beslagen deur en een reliëf uit de 14e eeuw heeft taferelen uit het dagelijks leven van Maria. De gebrandschilderde ramen stellen Hongaarse heiligen voor.
Na het vertrek van de Sovjet bezettingstroepen was het gebouw bijna zwart van de luchtvervuiling. Met de laatste restauratie werkzaam heden in de 21e eeuw kreeg de kerk haar oude statige glorie weer terug.
Op het plein van de Heilige Drie-Eenheid staat een monument ter nagedachtenis aan de duizenden mensen die zijn gestorven gedurende twee uitbraken van de Zwarte Pest.
Men plaatste een eerste monument in 1706 nadat de uitbraak van de pest was gestopt uit dankbaarheid, maar drie jaar later brak de tweed uitbrak van de pest uit.
Het kleine monument moest plaats maken voor een veel groter in 1709 met de hoop en gebed dat de pest nooit meer zou uitbreken.
Vlak achter de Matthiaskerk ligt het Vissersbastion.
( De burcht van Buda tegenwoordig.)
Met de bouw van deze vesting is begonnen na de invasie van de Mongolen in 1241. In 1255 gaf koning Béla IV opdracht om de burcht uit te breiden en er een stad in de bouwen voor de bewoners van verwoeste Pest. Kasteel voor de koning en de stad werden gescheiden van elkaar gebouwd.
Onder het bewind van de Ottomanen werden vele gebouwen vernield en deze bouwden alleen de muren verder op.
Tijdens de belegering van Buda in 1686 werd de toenmalige burcht vernield en bouwde men onder de Habsburgse heersers een kleine barokstad op de ruïnes. Op de plaats van de oude burcht werd een klein slotpaleis gebouwd dat echter nooit door de keizerin Maria Theresia werd bewoond. Keizer Franz Jozef II lier er een theater bouwen. OP 21 mei 1849 veroverde de burgerwacht tijdens de opstand de burcht en begon daarna met man en macht te werken aan het herstel van de oude Hongaarse glorie.
(Het enorme binnenhof tussen de gebouwen.)
Het karakteristieke gebouw met een façade van 300 meter en de zeer opvallende hoge koepel in van overal uit Boedapest te zien.
De burcht was in de 14e eeuw de zetel van de koning en in de 18e en 19e eeuw vonden er grote uitbreidingen plaats.
Tijdens de gevechten in december 1944 tot februari 1945 tussen de troepen van Nazi-Duitsland en het Sovjet leger werd een groot deel van het burchtpaleis verwoest, daar een eenheid van de Waffen-SS hier stand wist te houden.
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog lag de vesting weer in puin en begon men weer aan de wederopbouw en het herstel van de gebouwen.
De grootste werkzaamheden duurden tot 1970 en na meer dan 30 jaar was het grootste deel van de burcht in zijn oude glorie hersteld. het stadsbestuur besloot de gebouwen als museum in te richten.
Tegenwoordig bevinden zich in deze gebouwen het Museum voor Eigentijdse Kunst, de nationale Hongaarse Pinacotheek, Historisch Museum van Boedapest en de Nationale Bibliotheek.
(Het Matthias fontein en onderin twee afbeeldingen bij de ingang van het Museum voor Eigentijdse Kunst.)
Aan het noordwestelijke deel van het plein staat het Matthias fontein. (midden) Het fontein beeldt een tafereel uit afkomstig van de legende van koning Matthias (bovenin en links) en de mooie Ilonka (rechts).
DE LEGENDE VAN ILONKA.
(Het fontein illustreert een verhaal uit de tijd van koning Matthias Corvinus, dat werd neergeschreven door zijn geschiedschrijver en dat later in de 19e eeuw bekendheid verwierf dankzij de dichter Mihály Vörösmarty.)
Toen Matthias naar het paleis terugkeerde, gaf hij zijn ware identiteit niet prijs, maar vroeg Ilonka hem op te zoeken in Buda.
Zo snel ze kon spoedde Ilonka zich naar Buda. Toen ze er aankwam was er een grote menigte die de koning verwelkomde bij zijn triomfantelijke terugkeer van een gewonnen veldslag.
Toen Ilonka Matthias in vol ornaat te paard zag, besefte ze tot haar ontsteltenis dat ze verliefd was geworden op de koning.
Aangezien haar eenvoudige achtergrond was ze ervan overtuigd dat ze nooit met hem zou kunnen trouwen en ze keerde weer te voet naar huis terug, volledig verteerd door verdriet.
Kort na deze verdrietige ontdekking stierf ze aan een gebroken hart.
Twee weken later bezocht de koning het huis van Ilonka, die hij in de menigte in Buda niet had opgemerkt, maar vond het leeg terug.
Het standbeeld geeft weer de prins Eugen van Savoye, van oorsprong een Franse generaal, met Italiaanse voorouders.
Hij werd op 18 oktober 1663 in Parijs geboren en overleed op 24 april 1736 in Wenen.
Hij was in dienst van drie Habsburgse keizers; Leopold I, Jozef I en Karel VI.
Zijn standbeeld staat hier vanwege zijn succes in de Oostenrijkse-Turkse oorlog. Hongarije was in die tijd nog een deel van het Oostenrijkse Rijk.
(De Ferdinand poort met daarachter het Sándor Paleis.)
Na nog even van het uitzicht te hebben genoten verlaten we het terrein van het oude koninklijke paleis via de Ferdinand poort. Rechts op een zuil bij de poort staat op een zuil een grote bronzen adelaar met een zwaard in zijn klauwen.
Achter de Ferdinand poort ligt de zuidoostelijke voorgevel van het Sándor Paleis.
Het Sandór Paleis, ook wel Alexander Palace of in het Hongaars Sándor-palota, is de officiële woonplaats van de president van Hongarije en de zetel van het bureau van de president.
Het gebouw is in neoclassicistische stijl opgetrokken en is het ontwerp van architect Mihály Pollack en Johan Aman.
De bouw begon in 1803 en was in 1806 voltooid.
Het werd vernoemd naar de filosoof en aristocraat graaf Vincent Sándor uit het Oosten-Hongaarse Rijk.
Tot de mislukte Hongaarse Revolutie van 1848 behoorde het aan Aartshertog Albrecht, de keizerlijke Gouverneur van Hongarije.
In de Tweede Wereldoorlog werd gebouw door gebombardeerd maar daarna weer in oude glorie opgebouwd.
Opvallend is het Oude Hongaarse wapenschild met eikenloof tussen de Europese en Hongaarse vlag.
Het wapenschild wordt gedekt door de Stefanskroon.
Het schild zelf is zeer complex. In het midden staat het huidige wapen van Hongarije, maar verder worden er op het schild de wapens weer gegeven van de toenmalige gebieden; Tatra, Klein Fatra en groot Fatra (tegenwoordig deel van Slowakije) en Mátra.
Rond het Sándor Paleis werden werkzaamheden uitgevoerd en het terrein was door een schutting aan het oog van het publiek onttrokken.
Op deze schutting waren alle bereden huzaren van het Hongaarse leger afgebeeld, door de geschiedenis heen.
We verlaten het terrein van het koninklijk paleis, waar men tegenwoordig nog druk bezig is met het bloot leggen van oude fundamenten van voormalige gebouwen, en wandelen in de richting van Matthiaskerk en het Vissersbastion.
MATTHIAS KERK.
De Matthiaskerk bevindt zich op het plein van de Heilige Drie Eenheid. De kerk werd oorspronkelijk gebouwd als de Onze Lieve Vrouwenkerk in 1255 onder koning Béla IV.
In de 14e en 15e eeuw werd de kerk regelmatig uitgebreid en ontstond in 1470 onder koning Matthias de zuidelijke toren.
Onder het bewind van de Ottomanen werd de kerk vanaf 1541 een moskee en werden alle fresco's aan de muren en plafond door deze bezetters verwoest. Bij de herovering van Buda door de Habsburgse legers in 1686 leed de kerk opnieuw schade. In het begin van de 18e eeuw vonden er grote herstel werkzaamheden plaats aan de kerk, waarbij er barokke stijlelementen aan het gebouw werden toegevoegd. De kerk was in deze periode in het bezit van de eerst de franciscanenen en later de jezuïeten. In 1867 werd het Oostenrijkse keizerpaar Frans-Jozef en Elizabeth (bekend onder de naam Sisi) hier gekroond.
Tussen 1873 en 1896 werd de kerk grondig verbouwd en kreeg ze haar neogotische aanzien.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog leed de kerk opnieuw enorme schade en bij restauraties hield men zich aan de gotische versie.
Buiten de 80 meter hoge klokkentoren en op het midden van het dak het kleine Béla torentje is het dak een lust voor het oog om naar te kijken met haar met majolicategels (geglazuurde tegels) in een fraai patroon gelegd.
het Mariaportaal met de met smeedwerk beslagen deur en een reliëf uit de 14e eeuw heeft taferelen uit het dagelijks leven van Maria. De gebrandschilderde ramen stellen Hongaarse heiligen voor.
Na het vertrek van de Sovjet bezettingstroepen was het gebouw bijna zwart van de luchtvervuiling. Met de laatste restauratie werkzaam heden in de 21e eeuw kreeg de kerk haar oude statige glorie weer terug.
Op het plein van de Heilige Drie-Eenheid staat een monument ter nagedachtenis aan de duizenden mensen die zijn gestorven gedurende twee uitbraken van de Zwarte Pest.
Men plaatste een eerste monument in 1706 nadat de uitbraak van de pest was gestopt uit dankbaarheid, maar drie jaar later brak de tweed uitbrak van de pest uit.
Het kleine monument moest plaats maken voor een veel groter in 1709 met de hoop en gebed dat de pest nooit meer zou uitbreken.
Vlak achter de Matthiaskerk ligt het Vissersbastion.
VISSERSBASTION.
Het Vissersbastion is een bouwwerk vlak achter de Matthiaskerk aan de rand van de burchtheuvel.
het bouwwerk verrees tussen 1895 en 1902 en is het ontwerp van Friyes Schulek. Het is er populair vanwege het uitzicht.
De juiste oorsprong is onzeker. Waarschijnlijk komt de naam van de vissers die beneden onder aan de muur in de stad (Waterstad) een vismarkt hielden en ter plaatse de burcht verdedigd hebben bij een vijandelijke inval.
Midden op het plein staat een standbeeld van koning Stefanus I van Hongarije.
De meeste bezoekers worden naar de grote toren gelokt waar ze tegen betaling van een fraai uitzicht op de Donau en het stadsdeel Pest kunnen genieten, maar loop je even verder dan heb je het zelfde uitzicht tussen de romaanse bogen door voor niets.
De typische daken op de torentjes vinden hun oorsprong in de woningen van de oude steppebewoners van Hongarije.
Het gehele bouwwerk is opgetrokken uit witte kalksteen en is een neoromaans ontwerp.
Van het Vissersbastion loopt een trap met 145 treden naar
de Waterstad beneden.
De achter en zijgevel van het nieuwe gedeelte van het Hilton Hotel heeft goudgele vensters waarin prachtige weerspiegelingen zijn te zien van het Vissersbastion en de Matthiaskerk.
We steken tussen de nieuwbouw van het Hilton Hotel en de zijgevel van de Matthiaskerk door en komen uit op het Hess Andreás plein, waar het gelijknamige standbeeld staat in de afbeelding als paus Innocent XI.
Het Hilton Hotel is ook gevestigd in het oude deel van het voormalige dominicanenklooster.
Hiervan staat de oude kerktoren met een prachtig stukje beeldhouwwerk op de gevel nog overeind.
Het is het Bautzen Matthias Monument. Het geeft weer koning Matthias I (1443-1490) zittend in volle wapenuitrusting met zijn voeten op een leeuw. Twee engelen houden een kroon boven zijn hoofd.
Er omheen wapenschilden. In de top de Stefanskroon met de wapenschilden van Hongarije en Bohemen.
Links de wapenschilden van Bosnië, Hunyadi en Stiermarken; en rechts de wapenschilden van Klagenfurt, Oostenrijk, Silezië en Lanstz.
We vervolgen onze wandeling door het oude stadsdeel van Buda gelegen op de burchtheuvel.
Hier zien we staatjes met huizen die geschilderd zijn in zachte tinten en is er niets meer van de toeristische drukte te merken. Helaas al die vele verkeersborden langs de weg.
Zie vervolg. BOEDAPEST EN OMGEVING VERKENNEN. (DEEL 4 - STADSDEEL BUDA.)
We steken tussen de nieuwbouw van het Hilton Hotel en de zijgevel van de Matthiaskerk door en komen uit op het Hess Andreás plein, waar het gelijknamige standbeeld staat in de afbeelding als paus Innocent XI.
Het Hilton Hotel is ook gevestigd in het oude deel van het voormalige dominicanenklooster.
Hiervan staat de oude kerktoren met een prachtig stukje beeldhouwwerk op de gevel nog overeind.
Het is het Bautzen Matthias Monument. Het geeft weer koning Matthias I (1443-1490) zittend in volle wapenuitrusting met zijn voeten op een leeuw. Twee engelen houden een kroon boven zijn hoofd.
Er omheen wapenschilden. In de top de Stefanskroon met de wapenschilden van Hongarije en Bohemen.
Links de wapenschilden van Bosnië, Hunyadi en Stiermarken; en rechts de wapenschilden van Klagenfurt, Oostenrijk, Silezië en Lanstz.
We vervolgen onze wandeling door het oude stadsdeel van Buda gelegen op de burchtheuvel.
Hier zien we staatjes met huizen die geschilderd zijn in zachte tinten en is er niets meer van de toeristische drukte te merken. Helaas al die vele verkeersborden langs de weg.
Zie vervolg. BOEDAPEST EN OMGEVING VERKENNEN. (DEEL 4 - STADSDEEL BUDA.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten