EEN WANDELING LANGS DE
SCHEPEN VIA DE NOORDWAL,
DE VEEMKADE, DE JAVAKADE
EN DE SUMATRAKADE.
Na de eerste dag 'Sail In', een dag met 350.000 bezoekers, werd het tijd om de schepen van dichtbij te bekijken. Met behulp van afbeeldingen informatie over deze schepen.
DE SCHEPEN AAN DE NOORDWAL.
POGORIA.
De 'Pogoria' is een barkentijn uit Polen en werd in 1980 in de vaart genomen. Het schip wordt gebruikt als trainingsschip voor jongeren.
Het schip werd gebouwd in Gdansk als prototype voor een serie schepen. De barken 'Iskra II' (1982) uit Polen, de 'Kaliakra' (1984) uit Bulgarijë en de 'Oceania' (1985) uit Polen behoren tot deze serie.
Het schip werd tussen 1980 en 1981 gebruikt door de Poolse Academie voor Wetenschap voor een bezoek aan het King George Island in de South Shetlands, Antartica.
Gedurende een reis naar Sint Petersburg in Rusland braken op 7 juli 2009 de twee masten van de 'Pogoria'.
De 37 opvarenden werden met helikopters van boord gehaald, omdat ook de machines schade hadden opgelopen. Niemand raakte gewond.
De 'Pogoria' is getuigd als een bark en kan 1050 m² zeiloppervlak voeren.
het schip heeft een stalen romp met een lengte van 46,8 meter; breedte van 8 meter en ze heeft een diepgang van 3,7 meter.
Haar thuishaven is Gdynia in Polen.
TARANGINI.
De 'Tarangini' is een bark uit India. Zij is het enigste trainingsschip van de Indische Marine en werd in 1995 in de vaart genomen.
Het schip is ontworpen door Collin Muddie, een bekende architect op het gebied van scheepsbouw die veel moderne trainingsschepen ontworpen heeft.
De naam INS 'Tarangini' komt uit het Hindi. Het woord "Tarang" betekend golven.
De 'Taragini'is speciaal gebouwd voor lange zeereizen.
Het schip kan 18 zeilen voeren met een oppervlak van 965 m².
Haar permanente bemanning bestaat uit 27 matrozen en 6 officieren.
Haar boegbeeld stelt een zwaan voor.
Deze driemastbark gebouwd op de Goa Shipyard Ltd. heeft een stalen romp met een lengte van 54 meter; breedte van 12,75 meter; een diepgang van 4,5 meter en een hoogte van 34,5 meter.
Haar thuishaven is Kochi in India.
JOLIE BRISE.
De 'Jolie Brise' is gebouwd in 1913 om professionele zeilers zo snel mogelijk de overtocht over de Atlantische Oceaan te kunnen laten maken in dienst van de Royal Mail van Engeland.
Ze was het laatste schip dat nog post over de Atlantische Oceaan vervoerde onder zeil.
Na haat carrière als mailschip deed ze nog kort dienst als loodsboot, doordat stoom de functie van het zeil steeds meer overnam.
Vervolgens werd ze gebruikt als vissersschip, totdat ze in 1923 werd gekocht door E.G.Martin, een van de oprichters van de Ocean Racing Club in de UK.
Na de nodige aanpassingen nam het schip meerdere keren deel aan de Fastnet Races tussen 1925 en 1930, waarbij ze drie races won in die jaren.
De gaffelschoener is een streling voor het zo geweldig als ze er nog uit ziet.
Het scheepje heeft een stalen romp met een lengte van 25 meter; breedte van 4,63 meter en een diepgang van 3,3 meter.
haar masthoogte is 24 meter en ze kan 350 Sq Ft zeil voeren.
GEORGE STEPHENSON.
De 'George Stephenson' is een eerbetoon aan de scheepsbouw uit de jaren `50. Het stoomschip in een combinatie van een nieuw casco, onderdelen en elementen van stoomschepen uit het verleden.
Het schip wordt sinds de tewaterlating mede ingezet voor de werving van fondsen ten behoeve van medisch onderzoek. het schip te te huren voor evenementen.
De kiel van het schip werd gelegd in 2006 maar het duurde tot begin 2014 voor het schip in verkeert zoals het nu is.
Hoewel het historische schip in feite nieuw is, bestaan het interieur en exterieur uit allerlei historische schatten.
Zo heeft de kajuit een radiator die stamt uit 1020 en afkomstig is uit een Frans vissersschip. De houten vloeren zijn afkomstig uit een Engels passagiersschip dat werd gesloopt in 1935 in Hendrik-Ido-Ambacht.
Het hout op de wanden komt van deuren van een voormalig Defensie-gebouw in Parijs. De massief houten binnendeuren zijn afkomstig van de 'Kenya Castle' en 'Winsor Castle' van de Union Castle Line en de 'Norway'.
De ronde deurknoppen werden overgenomen van de Amerikaanse Marine. De bronzen ankerketting is van een Engelse mijnenveger van de klasse HAM uit 1952. Het stalen boeganker werd overgenomen van de Britse Marine.
De stoomfluit komt van een sleepboot uit New York. De teakhouten dekken komen uit een schoolgebouw dat werd gebouwd in 1888 in Bombay.
Maar het zijn niet alleen de historische schatten die dit schip bijzonder maken. Het beschikt ook over twee machinekamers. De ene machinekamer is uitgerust met een Crabtree-Compound stoommachine met een Jotem waterzuiveringssysteem, afkomstig van een Engelse mijnenveger van de Ham-klasse, en in de andere machinekamer staat een acht cilinder Gardner dieselmotor gebouwd
in 1976.
Het schip wordt sinds de tewaterlating mede ingezet voor de werving van fondsen ten behoeve van medisch onderzoek. het schip te te huren voor evenementen.
De kiel van het schip werd gelegd in 2006 maar het duurde tot begin 2014 voor het schip in verkeert zoals het nu is.
Hoewel het historische schip in feite nieuw is, bestaan het interieur en exterieur uit allerlei historische schatten.
Zo heeft de kajuit een radiator die stamt uit 1020 en afkomstig is uit een Frans vissersschip. De houten vloeren zijn afkomstig uit een Engels passagiersschip dat werd gesloopt in 1935 in Hendrik-Ido-Ambacht.
Het hout op de wanden komt van deuren van een voormalig Defensie-gebouw in Parijs. De massief houten binnendeuren zijn afkomstig van de 'Kenya Castle' en 'Winsor Castle' van de Union Castle Line en de 'Norway'.
De ronde deurknoppen werden overgenomen van de Amerikaanse Marine. De bronzen ankerketting is van een Engelse mijnenveger van de klasse HAM uit 1952. Het stalen boeganker werd overgenomen van de Britse Marine.
De stoomfluit komt van een sleepboot uit New York. De teakhouten dekken komen uit een schoolgebouw dat werd gebouwd in 1888 in Bombay.
Maar het zijn niet alleen de historische schatten die dit schip bijzonder maken. Het beschikt ook over twee machinekamers. De ene machinekamer is uitgerust met een Crabtree-Compound stoommachine met een Jotem waterzuiveringssysteem, afkomstig van een Engelse mijnenveger van de Ham-klasse, en in de andere machinekamer staat een acht cilinder Gardner dieselmotor gebouwd
in 1976.
ELFIN.
De 'Elfin' nu varend onder Nederlandse vlag is een schip met een rijke geschiedenis. het mag een wonder zijn dat dit schip vandaag de dag nog op eigen kracht door de Nederlandse wateren stoomt.
Op 12 mei 1933 werd door de Engelse Marine opdracht gegeven voor de bouw van de HMS 'Elfin'. Haar kiel werd in juni 1933 gelegd door J. Samuel White te East Cowes op het eiland Wight, onder werfnummer 1754. Op 20 november 1933 werd de 'Elfin' te water gelaten en werd op 16 januari 1934 officieel in gebruik genomen door het onderzeeboot depot te Portland.
Werf nummer 1753 was 'Elfin's' zuster schip de HMS 'Redwing', ze was bedoeld voor de torpedo school HMS 'Defiance' in Devonport.
De twee schepen werden soms aangeduid als "tender" (lichter), speciaal dienst vaartuig of als torpedo bergingsvaartuig. Vlootlijsten van de marine van 1934 tot aan de 2e Wereld Oorlog vermelden haar als een bijzonder dienstvaartuig van 222 ton en tender aan het onderzeeboot depot te Portland.
HMS 'Elfin' was voor de oorlog verbonden aan het onderzeeboot depotschip HMS 'Titania', en ondergebracht in het 6e Onderzeeboot Flottielje.
De 'Elfin' valt onder de Stichting tot behoud van het Stoomschip.
SCHEELENKUHLEN.
De 'Scheelenkuhlen' werd in 1927 gebouwd in opdrancht van het Wasser- und Schiffahtsamt te Cuxhaven bij Johann Oelkers te Neuhof/Hamburg. Tot 1975 heeft zij dienst gedaan bij de eerste eigenaar op het riviervak Brunsbuttel-Cuxhaven inclusief de Elbemonding en de Duitse Bocht.
Het schip werd gebruikt om drinkwater te brengen naar de lichtschepen, diende als bergingsvaartuig, sleepte baggerbakken en assisteerde zeeschepen.
Na 47 dienstjaren werd het schip opgelegd in 1974, waarna het werd verkocht aan de Handelsonderneming A.C. Slooten te Wormer in voorjaar 1976. In november van dat zelfde jaar kocht de heer P.Visser het schip en bracht haar na een grondige restauratie in de `80 jaren weer in de vaart. De heer P.Visser schonk het schip vlak voor zijn overlijden aan de Stichting tot Behoud van het Stoomschip te Koog aan de Zaan.
De 'Scheelenkuhlen' heeft een stalen romp met een lengte van 21,4 meter; breedte van 5,61 meter en een diepgang van 1,8 meter. Haar schroef wordt aangedreven door een compond stoommachine in 1927 gebouwd door Christiansen und Meyer te Harburg/Elbe, met een vermogen van 220 ipk bij maximaal 220 omwentelingen per minuut. Stoom werd geleverd door een twee vuurs Schotse ketel, kolengestookt met een werkdruk van 10 atmosfeer en een verwarmend oppervlak van 60 m². Deze stoomketel werd gecontrueerd door Christiansen und Meyer te Harburg/Elbe in 1927.
Hr. Ms. HYDRA.
De Hr. Ms. 'Hydra' is één van de vier duikvaartuigen van de Cerberusklasse van de Ned. Kon. Marine.
Het schip biedt ondersteuning aan duik en demonteergroepen.
Tijdens de duikopdrachten kunnen explosieven onschadelijk worden gemaakt die in het water zijn aangetroffen.
Deze marineduikers zijn opgeleid om in alle water- en weersomstandigheden te duiken. Zo kunnen zij ten alle tijde onder water een gat in een scheepsromp dichten of explosieven onschadelijk maken. het schip dient daarbij als duikplatform.
Aan boord is alle apparatuur aanwezig die de duikers nodig hebben, zoals moderne communicatiemiddelen, een tweepersoons recompressietank en een duikklok.
De 'Hydra'heeft een stalen romp met een lengte van 37,3 meter; breedte van 8,7 meter en een diepgang van 1,5 meter.
Haar waterverplaatsing is 233 ton.Haar voortstuwing wordt verzorgd door twee Volvo Penta dieselmotoren met een totaal van 760 pk.
Het schip heeft geen bewapening of een helikopterdek.
Haar waterverplaatsing is 233 ton.Haar voortstuwing wordt verzorgd door twee Volvo Penta dieselmotoren met een totaal van 760 pk.
Het schip heeft geen bewapening of een helikopterdek.
FURIE.
De stoomsleepboot 'Furie'werd in 1916 gebouwd voor eigen rekening door de Scheepswerven v.h. Gebr. G en H Bodewes in Martenshoek. Zij werd gedoopt met de naam Bodewes II.
In 1918 werd het schip verkocht aan een papierfabriek in Zweden en kreeg de naam Holmen III.
In 1976 werd het schip aangekocht door de radio omroep AVRO voor het verfilmen van het boek "Hollands Glorie" geschreven door Jan de Hartog. Bij haar aankomst te IJmuiden op 30-04-1976 kreeg het schip de naam 'Furie'.
Na de verfilming werd ze aangekocht door de Stichting Holland Glorie.
De voortstuwing wordt verzorgd door een triple-expansie stoommachine van 450 ihp. De stoom geleverd door een twee-vuurs Schotseketel, welke ook de stoom levert voor al de verdere hulpwerktuigen en een kleine turbine voor de opwekking van elektriciteit. Oorspronkelijk was de ketelinstallatie kolengestookt, maar werd in 1957 omgebouwd naar oliestook.
De 'Furie heeft een stalen romp met een lengte van 30,28 meter; lengte tussen de loodlijnen 29,49 meter; een breedte van 6.07 meter en een diepgang van 3,1 meter. Haar waterverplaatsing is 158 ton.
MARINE SLEEPBOTEN.
De A 876 'Hunse' en de A 877 'Rotte' zijn sleepboten van de Kon. Nederlandse Marine.
Bij schepen behoren tot de Linge-klasse en hebben een waterverplaatsing van 380 ton en een trekvermogen van 22 ton.
Hun rompen zijn van staal met een lengte van 27,45 meter; breedte van 8,3 meter en ze hebben een diepgang van 2,5 meter.
Zie vervolg: DE SCHEPEN AAN DE VEEMKADE (DEEL 1).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten