vrijdag 13 mei 2022

BOROBUDUR. MIDDEN JAVA - INDONESIË. (DEEL 1)

 

              EEN MONUMENT VAN HET

              MAHÂYÂNA-BOEDDHISME

                  UIT 800 NA CHRISTUS 

                   OP MIDDEN-JAVA. (1)


WAAR LIGT DE BOROBUDUR.



Wie Midden-Java bezoekt en speciaal de stad Yogjakarta, moet zeker de daar gelegen oude tempels bezoeken.
In dit gebied liggen geweldige monumenten uit het vroegere Boeddhistische en Hindoeïstische geloof.
De Borobudur is gelegen ten noorden van de stad Yogjakarta in een fraai landschap op een weelderige groene vlakte en is met lokaal openbaar vervoer gemakkelijk te bereiken.




Men kent twee soorten van entree om het terrein te betreden; voor de lokale bevolking de goedkoopste en voor de buitenlandse bezoeker een aanzienlijk hogere prijs. Let bij het bezichtigen van dit fraaie bouwwerk goed op uw eigendommen, daar er helaas georganiseerde bendes zakkenrollers en dieven rondzwerven die je afleiden en bestelen.

DE BOROBUDUR.


DE BOUW. 

De bouw van deze mahâyâna-Boeddhistische tempel begon ongeveer 750 jaar voor Christus in opdracht van de machtige heerser van de Calendra Dynasty van het Mataran keizerrijk.
Het mahâyâna-Boeddhisme beleefde rond die tijd op midden Java een enorme opbloei en in deze periode werden de fraaiste voorbeelden van religieuze bouwkunst gebouwd. De Borobudur rijst als het symbool van deze cultuur boven het landschap uit. 
Rond 919 na Christus was er een verandering in het cultureel en politieke centrum in midden Java en kwam er een einde aan het Mataran keizerrijk en raakte ook deze fraaie tempel ter prooi aan de natuur.

(Plattegrond van de Borobudur.)

De tempel kan gezien worden als een magisch diagram, dat een mythische weergave is van de kosmos. De opbouw van de tempel geeft hieraan uitdruking.
De tempel werd opgebouwd op een plaatselijke heuvel in het landschap en kan het bouwwerk vergelijken met een trappiramide uit het Megaliticum.
Of de Borobudur ook als grafmonument (candi) voor de as van drie koningen uit het oude keizerrijk dienst heeft gedaan is tot op heden niet bewezen.


De Borobudur is een stupa. deze vorm is op Java zeldzaam, maar in landen als India, Nepal en Cambodja één van de meest voorkomende bouwvormen. Daar zijn stupa's heilige plaatsen, die betrekking hebben op het leven van Gautama; oorspronkelijk bevatten zij ook relikwieën.
De vorm van de stapa's zou door Boeddha zelf bepaald zijn, toen hij zijn monnikspij tot een bundel samenvouwde, zijn bedelnap er bovenop legde en het geheel bekroonde met zijn staf.
Zo legde hij de indeling in drie sferen, in het Sanskriet dhatu, vast: Kamadhatu (paars) de wenssfeer, rupadhatu (geel) de sfeer der normen en de arupadhatu (rood) de amorale sfeer. 
Deze drie sferen vloeien bij de Borobudur onmerkbaar in elkaar over.

De huidige hoogte van de Borobudur is 33,5 meter; oorspronkelijk was dit 42 meter. 
Het vierkante grondvlak heeft een basis met zijden van 123 meter lengte. Iedere zijde van het vierklant springt twee keer terug, zodat er respectievelijk 20 en 36 hoeken ontstaan, als men de binnenhoeken van de ingesprongen gedeelten meeteelt.
De natuurlijke heuvel is met inbegrip van het fundament  overdekt met 55.000 kubieke meter bewerkte stenen.




Via een hoofdtrap aan de zuidzijde van de tempel bereikt men het men het verborgen basisgedeelte, waarna men verder aan iedere zijde van het bouwwerk via trappen de vier hoger gelegen galerijen kan bereiken.
Boven de vierde galerij lig het plateau met de stupa's die ook weer op drie verschillende terrassen liggen.
In het midden van het derde terras ligt de hoofdstupa.


                                         ( De uitgegraven funderingsmuur.)

De onderste elf meter van het bouwwerk is niet zichtbaar daar het onder de grond ligt. Door de inwerking van het binnendringende regenwater verzakte het inwendige van de heuvel. Om deze rede heeft men de voet van de heuvel al tijdens de bouw met een zware stenen muur moeten verstevigen, waardoor ook 160 al eerder geplaatste reliëfs aan het oog werden onttrokken.
Een deel van deze reliëfs werd in 1885 door de Nederlander J.W.IJzerman ontdekt, toen hij de ommanteling van de sokkel van de Borobudur begon uit te graven.


(Een detail op de verborgen funderingsmuur.)

Pas in 1890-91 was de funderingsmuur geheel uitgegraven en konden alle reliëfs gefotografeerd worden. Uit veiligheidsoverwegingen werd de sokkel met de reliëfs daarna weer door een beschermen de muur aan het oog onttrokken. Hiervoor werd 13.000 kubieke meter steen gebruik, die men eerst had verwijderd, deze werd versterkt met cement. 





De Borobudur is opgebouwd uit verschillende terrassen die naar boven toe steeds kleiner worden. De onderste vier hebben steeds dezelfde plattegrond met 36 hoeken en hebben een galerij. De onderste galerij is het breedst en wordt voor processies gebruikt. Deze vier galerijen hebben een binnen en een buiten muur, die met reliëfs zijn versierd. Op deze vier galerijen bevinden zich 92 boeddhafiguren, die speciale handgebaren maken in de vier windrichtingen en de Gautama-Boeddha voorstellen.




Op het bovenste vierkante terras volgen dan nog drie ronde terrassen met in totaal 72 kleine holle , klokvormige stupa's, die ieder een boeddhafiguur bevatten.
Het bovenste terras wordt door een acht meter hoge stupa bekroond. 
In deze centrale stupa van het arupadhatu (de amorfe sfeer) bevindt zich een grote Boeddha, die merkwaardigerwijs onvoltooid is.
De Borobudur bezat in totaal 505 Boeddhabeelden, waarvan 432 in open nissen.
Deze 505 Boeddha's vormen zeker niet een eenvoudige optelling, maar belichamen een godsdienstig systeem; het is echter niet mogelijk alles hiermee te verklaren.





(De vier opnamen van de wanden zijn gemaakt met een groothoeklens om het machtige geheel van de reliëfs weer te geven.)


(Tekening van de poort en façade eerste terras.)

De vier galerijen van de arupadhatu zijn versierd met 1300 reliëfvoorstellingen en 1212 decoratieve panelen. De afbeeldingen hebben een gezamenlijke lengte van 2,5 kilometer en de terrasmuren hebben een totale lengte van 6 kilometer De voorstellingen lopen in elkaar over als een vertelling.


Vanuit het midden van de vier zijden van het complex leiden vier trappen omhoog tot naar het bovenste terras. 
De trappen vormen de assen van het gebouw en lopen van beneden naar boven rechtdoor tot aan de ronde terrassen toe.
Daar waar de trappen de ringmuren kruisen worden zij overwelfd door een grote poort. De bogen van deze poorten worden bekroond door het kala-makara-motief, de gestileerde kop van een demon, kala, door een bandpatroon verbonden met twee dieren uit de Indische mythologie, de zgn, makara.
de kala-kop, die aan een leeuwenkop doet denken, dient om demonische machten af te weren. 


(Tekening van poort en façade tweede terras.)



De makara-figuur is een kombinatie van vis en olifant. De gebogen slurf  houdt een bloesemknop vast.

Tegen de hoofdmuur van de Borobudur zijn makara-koppen als waterspuwers aangebracht, om het regenwater van de terrassen af te voeren.
Het zijn olifantskoppen met opgeheven slurf en een opengesperde bek, waarin dan weer een leeuwtje zit.
De waterspuwer wordt ondersteund door zittende figuren, gana genaamd. Deze gana zijn in de brahmaanse mythologie lagere goden, die onder leiding van Ganesha de god Shiwa dienen.
Tot het afwateringssysteem van de Borobudur, een systeem dat helaas slecht werkt, behoren 20 waterspuwers en elke balustrade, die het water uiteindelijk naar grotere waterspuwers aan de voet van de tempel geleiden.

NAAM EN RELIËFS.



De oorspronkelijke naam van de Borobudur is Bhumisan-Bhra-budhara; berg van de opeenhoping van de deugd volgens de tien fasen van de Bodhisattwa.

Tijdens het bewind van Samaratunga rond 800 na Chr. zou men met de bouw zijn begonnen. het is echter mogelijk dat dit reeds in het begin van de achtste eeuw plaats vond. De belangrijkst bouwperiode moet men echter plaatsen omstreeks 800 na Chr. Dit blijkt ook uit de schrifttekens op de reliëfs op het voetstuk. De werklieden en kunstenaars, die met dit werk een aanvang maakten, moeten zich gerealiseerd hebben dat zij zelf nooit de voltooiing van het bouwwerk zouden meemaken. Dit bleef aan een latere generatie voorbehouden. Samen hebben zij bijgedragen tot de bouw van een enorm kunstwerk, dat veel Indische tempels in de schaduw stelt.
De Indonesische kunstenaars hebben de Oudindische Gupta-stijl zeer vrij geïnterpreteerd en zijn door hun kunstzinnigheid tot een geheel eigen schepping gekomen, waarbij zij persoonlijke kenmerken achter lieten. Zo ontstond een reliëf-versiering van ongehoorde schoonheid.

Hoewel men de Borobudur van vier zijden kan beklimmen bevindt de hoofdingang zich aan de oostzijde. Hier begint voor de gelovigen de pelgrimstocht, want als zij van hieruit steeds links afbuigen en dan terras na terras volgen, zien zij de reliëfs in hun logische volgorde van de drie sferen.





De reliëfs van de kamadhatu (de wenssfeer) beginnen bij het fundament en worden voor het grootste gedeelte door een beschermende muur aan het oog onttrokken . 
Men heeft slechts een klein gedeelte als voorbeeld voor de bezoekers opengelaten.
Overigens zijn deze reliëfs het beste bewaard gebleven, doordat ze door deze muur beschermd worden tegen de weersinvloeden.
De voorstellingen zijn ontleend aan de Karmavithangga, een handschrift dat handelt over de oorzaken en gevolgen van goed en kwaad volgens de Indische interpretatie van Karma, de dan al niet verdiende wedergeboorte.



(Op de balustrade van het 3e en 4e terras zijn de reliëfs liefst 70 tot 90 cm hoog en 1 tot 3 meter lang. Ze zijn van elkaar gescheiden door vier verticale banen, die versierd zijn met ranken en bladmotieven.
Ze beelden het leven van de Verlichte uit, eerst als prins Siddharta, dan als wijze uit de familie der Sakyas; tenslotte als asceet, dan wordt hij Samano Gautama genoemd, tot hij de verlichte Boeddha wordt.)

(Opengewerkte stupa met een Boeddha-beeld.)

De wenssfeer gaat in het bovenste gedeelte van de sokkel over in de vormsfeer.
In de volgende vier galerijen wordt in 1300 reliëfs het leven van Gautama Boeddha, vanaf zijn geboorte tot aan de preek in Benares, uitgebeeld, zoals beschreven in de Lalitavistara.
Slechts een gedeelte van deze reliëfs is ontleend aan dit geschrift; daarnaast treft men voorstellingen aan, die ontleend zijn aan de Jataka- en Avadana-legenden. Hier in worden de goede daden en opofferingsgezindheid van Boeddha uitgebeeld, die gelovigen tot voorbeeld moeten dienen. 
De Jatakamala is een verzameling van 34 gedichten, Jataka's genaamd, die de grootste daden van Boeddha in zijn vorige levens beschrijven en voorbeelden van zijn zelfopoffering geven.


(Nissen met Boeddha-beelden.)

Avadana of Avanda zijn Jataka's, waarin Boeddhga niet de hoofdfiguur is. Zij beschrijven de daden van Bodhisattwas in hun vroegere levens.
De volgende serie reliëfs zijn illustraties van Sutra-teksten, die streven naar de hoogste vorm verlichting uitbeelden. Zij verhalen hoofdzakelijk de geschiedenis van Sudhana, de zoon van een rijke koopman, die de hoogste wijsheid wilde bereiken. Hiertoe bezocht hij verschillende Bodhisattwas, zoals beschreven is in de Gandawijnha één van de belangrijkste geschriften.
het einde hiervan wordt gevormd door de Bhadrajari, waarin de belofte van Sudhana aan de Bodhisattwa Samantabhadva als voorbeeld wordt gesteld. Het beeldverhaal op de laatste galerij van de rupadhatu wordt besloten met reliëfs over dit verhaal. Geheel in de juiste volgorde verderlopend komen we nu op de terrassen, die gewijd zijn  aan de arupadhatu, de amorale sfeer,

Hier zijn de ronde gelarijen met de kleine stupa's; in elk van deze stupa's zit een Boeddha-figuur met zijn handen in een specifieke leerstand, de dharmachakramudra. De opengewerkte ommanteling van de kleine stupa's of dagoba's is klokvormig en rust op een bed van lotusbladeren.
De openingen van de stupa's op de eerste twee ronde galerijen zijn ruitvormig, terwijl deze gaten op de bovenste galerij vierkant zijn. Het grote beeldverhjaal eindigd met de mystieke dhyani-boeddha's, die de laatste niet te beschrijven waarheden uitbeelden.
Terecht heeft men de terrassen van de Borobudur gekenschetst als een geestelijke en lichamelijke pelgrimsreis door het heelal, met etappes van verlichting en verlossingsstadia, als een inwijdingscursus in steen.
Een bijgeloof van veel bezoekers is het aanraken van een Boeddha-figuur in een afgesloten stupa, daar dit geluk zou brengen.



                 (Zie vervolg: BOROBUDUR. MIDDEN-JAVA. GESCHIEDENIS. DEEL 2.)





Geen opmerkingen:

Een reactie posten