woensdag 25 mei 2022

PRAMBANAN TEMPEL GEBIED. MIDDEN-JAVA. INDSONESIË. (DEEL 1)

 

          BOEDDHIST-TEMPELS 

              OP DE TERRASSEN VAN 

                             VULKAAN MERAPI.

                                                                DEEL 1.



Het Prambanan tempel complex is gelegen in het midden van een rijk agrarisch gebied, omringt door rijstvelden, aan de voet van de grote actieve vulkaan Merapi op Midden Java.

CANDI KALASAN.

De Candi Kalasan is de oudste tempel van Midden-Java, en is gelegen tussen Yogyakarta en de Prambanan, ten zuiden van de vulkaan Merapi en ten westen van Opak.
Tussen 1927 en 1929 werd de tempel gerestaureerd.
Dank zij een gevonden Nagari-inscriptie op een stenen plaquet'te, werd er meer over deze tempel bekend. het Nagari-schrift is afkomstig uit Noord-India en het werd door de Boeddhisten in India en later ook in Indonesië gebruikt voor het maken van inscripties van Sanskriet-teksten.
Volgens de inscriptie van Kalasan: Na 700 jaren van het Caka-tijdperk in 778 na Chr. stichtte de vorst een Tara-tempel ter ere van zijn leermeester (guru); het gebied van en rond het dorp Kalasa werd tot tempelgebied verklaard. Deze vorst was de Sailendra-koning Sri Maharaja Rakai Panangkaran.
De tempel was gewijd aan de godin Tara, maar fungeerde waarschijnlijk eveneens als grafmonument voor zijn vrouw, die ook Tara heette. De godin Tara is is een vrouwelijke godheid van verlichtende wijsheid. Ze heeft 21 verschillende gedaanten die alle Tara heten in alle kleuren van de regenboog. Zo zij de groene en witte Tara respectievelijk de godheden van het moederschap en van het handelen.

(Kalasan-inscriptie.)

In de inscriptie wordt verder het beeld van een godin en een Mahâyâna-klooster genoemd; men vond in de buurt van de tempel inderdaad resten van stenen zuilen die waarschijnlijk tot een houten gebouw hebben behoord.
Rondom de tempel liggen de resten van stupa's en daartussen vond men 81 sarcofagen met bronzen en terracotta urnen, die allerlei soorten relikwieën bevatten: spiegels, gouden en zilveren plaatjes waarin mantrams gegraveerd waren, toverspreuken, magische stenen, kettingen en spelden. In de tempel zelf heeft men echter geen graf gevonden.

                            (Detail van de muurornamenten van de tempel.)

De eigenlijke tempelruimte heeft zijden van 14,2 meter met aan alle vier de kanten een uitbouw van 7,10 bij 3,55 meter.
Hierdoor heeft de plattegrond de vorm van een Grieks kruis met uitstekende hoeken.
De weelderige versiering bestaat uit nissen, gebeeldhouwde panelen en dagoba's. De vele basreliëfs hebben delen van grijs stucwerk. Dit procédé heet in het Sanskriet vajralepa en in het Frans demasqué. Het hoofdmotief wordt gevormd door het kala-makara-ornament, dat men overal aantreft. Ook zijn mythische figuren afgebeeld, die lotusbloemen in de hand hebben zittend op een wolk.

In de tempel bevinden zich vier cela's, waarvan de oostelijke fungeert als voorportaal voor de centrale ruimte.
In deze centrale ruimte zouden vroeger 22 beelden hebben gestaan; vermoedelijk waren dit bronzen beelden, die echter  in de woelige periode na de ondergang van het Rijk van Majapahit verloren zijn gegaan. Vreemd genoeg zijn er enkele van deze beelden op een of andere manier in musea terecht gekomen.

CANDI SARI.


De Candi Sari ligt een kilometer ten noorden van de Kalasan tempel.
Het is een rechthoekig bouwwerk, bestaande uit twee verdiepingen. Vergeleken met de andere tempels is dit het best bewaard gebleven bouwwerk in deze streek, ook al waren de galerij en het voorportaal verwoest.
De Sari is geen grafmonument, maar deed dienst als vihara, een klooster. Het was dus meer een huis dan een tempel.
De bovenverdieping was bewoond, terwijl op de benedenverdieping godsdienstoefeningen werden gehouden.


                         (Het inwendige van de Candi Sari.)

De indeling van het gebouwkomt ook in Nepal zeer vaak voor. Afgaande  op de bouwstijl op de bouwstijl en de reeds genoemde Nagari-inscripties, zou dit klooster gelijktijdig met de Candi Kalasan door dezelfde vorst zijn gebouwd.
Ook dit gebouw heeft holtes in de zijwanden voor de draagbalken van de bovenverdieping.
Aan de buitenzijde zijn de verdiepingen door kroonlijsten van elkaar gescheiden.
beide verdiepingen zijn door muren in drie vertrekken verdeeld. Op de benedenverdieping staan, tegen een achterwand, nog sokkels voor altaren; waarschijnlijk leidde een trap vanuit het zuidelijke vertrek naar de bovenverdieping.



De buitenkant van het gebouw is rijk versierd door horizontale stroken met geometrische figuren.
In de vakken naast de vensters zijn afwisselend mannen- en vrouwenfiguren afgebeeld; hiervan is de betekenis echter niet bekend.
Enerzijds worden zij aangezien voor de lagere goden uit het boeddhistische panteon, anderzijds denkt men dat het Bodhisattwas voorstellen.
Boven elk raam bevindt zich een driehoekige  bekroning, waarvan de hoeken in kala-koppen eindigen. Op de hoeken van het bouwwerk bevinden zich waterspuwers, 


CANDI SEWU.



Noordoostelijk op twee kilometer afstand van de Prambanan ligt de grootste groep tempels van Midden-Java, de Sewu.
Op een oppervlakte van 24 hectare bevinden zich in totaal 246 tempelgebouwen.
In het midden staat de belangrijkste tempel, de hoofdingang op het oosten en aan vier kanten trappen.

Aan de noord-, west- en zuidzijde van de hoofdtempel zijn bijgebouwen geconstrueerd met elk slechts één vertrek.
De plattegrond van het geheel krijgt hierdoor het model van een breed uitgevallen kruis.

De muur die het gehele complex omringt, heeft ingangen in elke windrichting, die elk door twee raksakas of dvarapalas worden bewaakt. 
Dit zijn drie meter hoge beelden ven 'schildwachters' die met knotsen bewapend de wacht houden.


De opzet van dit tempelcomplex doet denken aan die van de Prambanan en de Plaosan.
Aansluitend op de hoofdtempel liggen, omgeven door twee ringmuren, in een vierkant gebouwde rijen neventempels.De eerste rij bestaat uit 28 bijtempels, de tweede rij bestaat uit 44 bijtempels. 
Dan is er een grotere tussenruimte, waarop vijf iets grotere tempels staan. 
Twee van deze tempels staan aan de oostelijke kant, twee aan de westelijke kant en slechts één aan de noordkant. Het geheel wordt uiteindelijk omsloten door nog twee rijen met bijtempels, de eerste rij bestaat uit 80 en de tweede rij uit 88 van dit soort gebouwtjes.


(Met de klok mee: Een van de vijf tempel om de hoofdtempel; Basreliëfs op de buitenmuur van de hoofdtempel; Reliëf versiering aan de trapleuning.)

Zowel de hoofdtempel als de bijtempels zijn rijk versierd. OP de bijgebouwen van de hoofdtempel ziet men afwisselend medaillons en bloemmotieven. In de medaillons worden leeuwen en herten afgebeeld. 
In de zijpanelen zijn hoofdzakelijk ruitmotieven aangebracht. Opvallend is hier de oosterse boogvorm van de nissen.
In tegenstelling tot die van de nevencella's, zijn de muren van de hoofdcella onversierd. Slechts in acht hoeknissen in de buitenmuur van de tempel en in de daknis kon men beelden neer zetten; binnenin , met uitzondering van de hoofdcella, was er plaats voor 49 standbeelden. In de middenruimte zou een enorm bronzen Boeddha, nog groter zelfs dan die van de Candi Mendit, hebben gestaan.
De resterende boeddha-beelden bevinden zich in het museum van Jakarta.

Rekening houdend met de architectuur en de stijl van de plastieken en ornamenten neemt men aan dat de Candi Sewu ontstaan is in de tweede helft van de achtste eeuw; waarschijnlijk zelfs tijdens de regering van koning Sri Maharaja Panangkaran uit de Sailendra-dynastie.

CANDI PLAOSAN.

(Het complex van de Candi Plaosan met op de achtergrond de vulkaan Merapi.)

De Candi Plaosan ligt ongeveer 1,5 kilometer verwijderd van de Candi Sewu.  bij het dorp Bugisan. 
Candi Plaosan heeft een oppervlakte van 2.000 m² met een hoogte van 148 meter boven zeeniveau. De rivier Dengok ligt vlakbij, op 200 meter afstand. Het geheel is omgeven door rijstvelden en vegetatie zoals bananen en mais.  
Dit complex is verdeeld in vijf percelen. In het midden van het tweede perceel, vanuit het noorden gezien, liggen twee grote tempels, de Plaosan Lor en Plaosan Kidul , die door een weg van elkaar gescheiden zijn.
Beide tempels worden door twee muren omringd, waarvan de buitenste twee toegangspoorten heeft.
Voor iedere poort staan twee raksasa of dvarpala.
De beide tempels zijn identiek en zijn overdadig versierd.
De zuidelijke tempel werd in 1960 gerestaureerd.



De Plaosan-tempel werd halverwege de 9e eeuw gebouwd door Sri Kahuluunnan of Pramodhawardhani. de dochter van Samaratungga, afstammeling van de Sailendra-dynastie.

De inscripties en afbeeldingen van Plaosan Lor en Kalasan hebben vragen doen rijzen over de oorsprong van het complex en de relaties tussen de gevonden afbeeldingen en de religieuze complexiteit van het gebied toen de structuren werden gecreëerd.

De tempels zijn onderling gescheiden door een weg: Plaosan Lor ligt in het noorden en Plaosan Kidul in het zuiden.
Plaosan Lor bestaat uit twee hoofdtempels en een opengebied dat bekend staat als een mandapa. 
Plaosan Lor en Plaosan Kidul worden oorspronkelijk als één complex beschouwd.

In 2006 beschadigde een aardbeving die Prambanan trof en ook Plaosan. Opgravingen daarna in het gebied hebben belangrijke artefacten blootgelegd.



Het tempelcomplex van Plaosan bestaat uit 174 kleine gebouwen, 116 stupa's en 58 heiligdommen.
Veel van de gebouwen hebben inscripties. Twee van deze inscripties duiden de tempel aan als een geschenk van heiligdom door Rakai Pikatan.
De data's van de inscripties liggen tussen 825 en 850 na Chr. Hoewel vergelijkbaar met de Prambanan 856 n. Chr, zijn de complexen niet verwant.  Een nieuwe bouwtechniek onderscheidt Prambanan van de Plaosan-tempels.


De bouwstijl van de gerestaureerde tempel vertoont grote overeenkomst met de tempel van Sari.
De belangrijkste tempels van Plaosan bestaan uit een boven- en een benedenverdieping.
Voor de ingang bevindt zich een soort vestibule die men betreed via een brede trap.
De tempel bevat drie ruimten; in elk van deze ruimten moeten vroeger drie beelden hebben gestaan. 
Tegenwoordig staan er slechts twee standbeelden van Bodhisattva aan weerszijden van elke kamer, geflankeerd door een leeg lotusvormig sokkel. Echter, zoals de positie van de valse ramen aangeeft, was er slechts één beeld dat op het onderste basale niveau op het centrale voetstuk rustte.  Dit beeld ontbreekt vandaag, het waren waarschijnlijk enkele bronzen beelden die Boeddha afbeelden en tweed stenen Bodhisatttva's. Volgens historici zou de tempel ooit negen beelden, zes stenen bodhisattva's en drie bronzen boeddha's, die nu ontbreken, hebben bevat. Dit betekend dat er 18 beelden in de twee hoofdtempels stonden.

Op de bovenmuren in elke kamerzijn er sporen van stenen inkepingen die ooit houten balken en houten vloeren ondersteunden, waardoor de bovenste kamers ontstonden. Er zijn ook sporen van stenen als basis van houten trappen.


Op de omringende buitenmuren staan rijen gelijke kleine tempels. Op een andere muur rijen standbeelden van zittende bodhisattvas.
Veel van deze bijtempels zijn bijna allemaal tijdens de grote aardbeving van 1867 verwoest, maar worden heden steen voor steen weer opgebouwd. Tijdens de bouw van dit enorme temcomplex leefden de hindoes en boeddhisten nog vreedzaam naast elkaar.


               (Zie vervolg: TEMPELS RONDOM PRAMBANAN. MIDDEN-JAVA. INDONESIË.)
                                                       BOEDISTISCHE TEMPELS.  DEEL 2)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten