woensdag 18 mei 2022

CANDI MENDUT EN - PAWON. MIDDEN-JAVA. INDONESIË. (DEEL 2)

 



TWEE BOEDDHISTISCHE TEMPELS

        VLAK BIJ DE BOROBUDUR. 

                          (DEEL 2)




MENDUT BOEDDHISTISCH KLOOSTER.

Vlak bij de Candi Mendut ligt een Boeddhistisch klooster.
Het terrein van het klooster is vrij te betreden maar toegang tot de gebouwen op het terrein niet.
Het terrein bestaat uit diverse gebouwen gelegen in een prachtig aangelegde tuin waarin men verschillende boeddha-beelden ziet staan.
Van het geheel gaat een serene rust  en vrede uit.



Men betreed de tuin van stilte via een pad waar aan weerszijden gesloten stupa's in het water staan opgesteld.

De volgende afbeeldingcollages geven een impressie van het geheel.









CANDI PAWON.

We vervolgen onze weg naar de Candi Pawon. Langs deze weg staan diverse resten van geopende stupa's, waarvan sommige volledig zijn gerestaureerd.

De Candi Pawon vertoont, met uitzondering van het lage voorportaal, een sterke gelijkenis met de Candi Mendut.
Men kan dit duidelijk zien, zowel aan de bouw als aan de richting waarin het heiligdom is geplaatst. 
Ook de Pawon stamt uit dezelfde periode als de Borobudur en werd gebouwd tijdens de Sailendra dynastie )8e/9e eeuw'.


(Candi Pawon anno 1900 voor de restauratie.)




Voor de gehele restauratie van het gebouw in 1903 moest eerst een enorme kapokboom verwijderd worden die het geheel uit zijn voegen drukte.











De Candi Pawon werd in zijn oude vorm herbouwd, hoewel men er aan twijfelt of het dak met zijn dagoba's er vroeger werkelijk ook zo uit zag.


De oorspronkelijke naam van dit boeddhistische  heiligdom is onzeker.  Pawon betekend letterlijk "keuken" in de Javaanse taal, die is afgeleid van het stamwoord awu of stof.
De connectie met het woord "stof" suggereert ook dat deze tempel waarschijnlijk werd gebouwd als een graf- of dodentempel voor een koning.
Pawon van het woord per-awu-an (plaats die stof bevat), een tempel die het stof van de gecremeerde koning herbergt. Wie deze koning ook mag zijn geweest, is nog steeds onbekend.
De lokale bevolking noemt deze tempel "Bajranalan", gebaseerd op de naam van het dorp. Bajranalan is afgeleid van het Sanskriet woord Vajra (donder of ook een boeddhistisch ceremonieel instrument) en Anala (vuur of vlam).


De tempel staat iets naar het noordwesten gericht en staat op een vierkante basis.
Elke zijde van de trap en de bovenkant van de poort is versierd met gebeeldhouwde kala-makara, dat vaak wordt aangetroffen in klassieke Javaanse tempels.
De buitenmuur van Candi Pawon bstaat uit gebeeldhouwde reliëfs van boddhisattva en taras.
Er zijn ook reliëfs van kalpatura, de levensboom geflankeerd tussen Kinnara-Kinnari.
De vierkante kamer binnenin is leeg met een vierkante bak in het midden ervan. In de muur werden kleine rechthoekige ramen gevonden, waarschijnlijk voor de ventilatie.


(Met de klok mee: Kala-Makara boven de ingang; Reliëfs op de zijgevel; een van de twee Kinnari's; de levensboom.)

Evenals bij de Candi Mendut zijn de muren van de eigenlijke tempel in drie panelen verdeeld: in het midden staat een wensboom met twee kinnari's, half vogel - half mens, en in de wolken staan een man en vrouw. Hierboven staat een vaas met bloemen afgebeeld.
beide zij panelen dragen beeltenissen van staande mannen en vrouwen. het plafond in de binnenruimte wordt gevormd door een vals gewelf.
Het dakgedeelte wordt bekroond met vijf kleine stupa's. Vanwege de relatieve eenvoud, symmetrie en harmonie noemden de historici deze kleine tempel "de parel van de Javaanse tempelarchitectuur", in tegenstelling tot de slanke tegenhangers in Oost-Javaanse stijl zoals gevonden in de latere Singhasari- en Majapahit - periode.

EEN GEVONDEN GESCHRIFT.

In het dorp Karantengha werd een geschrift gevonden, door koning Samaratunga in 824 na Chr. geschreven. Dit document werd  door de Nederlandse paleograaf Casparis ontcijferd.
In het geschrift worden drie opeenvolgende vorsten uit de Sailandra-dynastie genoemd: koning Indra, zijn zoon Samaratunga en diens dochter Pramodawardhani.
In het geschrift vermeld hij, dat zijn vader koning Indra, een tempel zou hebben gesticht met de naam Venuvana, wat betekend bamboebos. Caspareis neemt aan dat deze tempel en de Candi Mendut één en dezelfde zijn. Dan zou deze tempel dus vóór de dood van koning Indra gebouwd zijn.
In de tekst word bovendien vermeld, dat de as van koning Indra op een speciale plaats werd bijgezet, maar deze plaats werd niet aangegeven. Misschien was het de Candi Pawon.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten