zaterdag 14 mei 2022

BOROBUDUR. MIDDEN-JAVA. INDONESIË. (DEEL 2)

 

        EEN MONUMENT VAN HET

        MAHÂYÂNA-BOEDDHISME 

            UIT 800 NA CHRISTUS 

             OP MIDDEN-JAVA. (2)



GESCHIEDENIS.


Toen het Rijk van Mataram rond 930 na Chr. ten onder ging werd het zwaartepunt op politiek en cultureel gebied van Midden- naar Oost-Java verlegd.
De Borobudur raakte in vergetelheid, nadat de tempel gedurende 150 jaar na zijn voltooiing het belangrijkste bedevaartsoord voor de Boeddhisten was geweest.
De tropische plantengroei nam dan ook snel weer de schitterende ommantelde heuvel in bezit en brak het bouwwerk uiteen door de wortels van de begroeiing.



Het duurde eeuwen voordat de Borobudur tijdens de korte Nederlandse koloniale besturing door Engeland, door de oorlog met Frankrijk, van 1794-1814, dat in 1814 de Borobudur weer werd ontdekt.
In opdracht van Sir Thomas Stamford Raffles, die het bestuur waar nam over de Nederlandse kolonie, werden in 1815 de eerste onderzoeken verricht.
Pas nadat 200 arbeiders vijfenveertig dagen lang contant bomen hadden geveld en het praktisch totaal overwoekerde bouwwerk geheel hadden schoon gekapt kon men zich een beeld van de constructie vormen.




(Afbeelding gemaakt door Isidore van Kinsbergen.)

Twintig jaar later ontstonden de eerste daguerrotype-foto's; er zouden echter 5000 foto's nodig geweest zijn om een goed gefundeerde documentatie samen te stellen, hetgeen in die tijd een onmogelijkheid was. F.C. Wilson probeerde tussen 1849 en 1853 alle reliëfs die in deze periode werden blootgelegd te tekenen. Zijn werk werd echter pas in 1873 gepubliceerd in de monografie van C. Leemans en J.F.G. Brumund.

In dat zelfde jaar kreeg de beroemde fotograaf Isidore van Kinsbergen de opdracht het bouwwerk te fotograferen.
Men was vooral geïnteresseerd in de 200 reliëfs, die onder de tonnen pui tevoorschijn waren gekomen.
In 1852 moest hij zijn werkzaamheden staken omdat men het plan had opgevat de beelden en reliëfs in een speciaal hiervoor te bouwen museum onder te brengen.
Deze plannen werden gelukkig nooit uitgevoerd.

Nadat J.W.IJzerman in 1885 de reliëfs van de wenssfeer aan de basis van de Borobudur had ontdekt, maakte men ook hiervan fotografische documentatie.
Weer gingen jaren voorbij en de kansen om de Borobudur in zijn oude glorie te herstellen werden steeds kleiner. 
In 1907 deed men pas een werkelijk succesvolle poging de Borobudur te restaureren.
De leiding hierbij had Theodor van Erp en zijn naam blijft dan ook onverbrekelijk aan dit kunstwerk verbonden.

                                                                                  (Theodor van Erp.)

Van Erp begon met het uitgraven van de bovenste drie terrassen en restaureerde toen 72 stupa's en de grote midden-stupa.
Hiervoor gebruikte hij de oorspronkelijke stenen, die overal in de wijde omtrek lagen.
Hij maakte opnamen van alles wat hij deed, zowel vóór als na de restauratie, zodat allen die na hem aan dit grote werk verder zouden gaan, hieraan houvast zouden hebben.
Door de beperkte middelen, die Van Erp ter beschikking stonden, was de reconstructie van de lager gelegen terrassen en galerijen slechts gedeeltelijk mogelijk.
Omdat het steeds binnendringende regenwater de aarden kern van het bouwwerk had aangetast, gaf hij aan een ontwateringssysteem de hoogste prioriteit. Hiertoe sorteerde hij de fragmenten, die hij vond en bracht toen alles, steen voor steen, op zijn oude plaats terug.


       (De conditie van de stupa's op de bovenste terrassen na verwijdering van bomen en struiken.) 

Noch de vier jaren, noch de bescheiden middelen die Van Erp tot zijn beschikking had, waren voldoende om de Borobudur werkelijk voor verval te behoeden.
Ook de twee Wereldoorlogen , de vijandelijke Japanse bezetting en de periode van de revolutie voor de onafhankelijkheid  van Indonesië, schoven deze miljoenen verslindende plannen naar de achtergrond.
Natuurlijk bleef de Borobudur, nu er geen restauratiewerkzaamheden plaatsvonden, bloot staan aan allerlei weersinvloeden en diefstal van bouwmateriaal. door de lokale bevolking.
Tijdens de moessonperiode valt er soms meer dan 100 mm regen per dag en bij zonneschijn zijn de temperatuurverschillen van 20 graden Celcius heel gewoon.

(De ontwrichte muren van een der galerijen.)

Ondanks alles heeft de plantenwoekering verschillende delen van de ondergang gered.
Alle muren zijn namelijk zonder cement en louter volgens de wetten van de zwaartekracht in elkaar gezet, hetgeen het gevaar in zich bergt dat, indien er ergens een stuk zou loslaten, het bouwwerk in elkaar zou kunnen storten.
Daar de Borobudur in een gebied ligt waar aardbevingen voorkomen , is het best mogelijk dat een dergelijke catastrofe door een seismische schok zou ontstaan.

Voordat de onderhandelingen begonnen tussen de tegenwoordige Indonesische regering en de UNESCO bestonden tussen experts als ernstige controversen. 
Zou het wel of niet noodzakelijk zijn het hele bouwwerk steen voor steen te slopen en na reinigen te herbouwen?


                            ( De restauratie werkzaamheden.)

Konden de terrassen weer hersteld en verstevigd worden zonder het risico dat het evenwicht zou worden verstoord? 
Zou het mogelijk zijn de reliëfs ter plaatse te reinigen of zou dat in een speciaal laboratorium moeten gebeuren?
Uiteindelijk kwam men tot de conclusie: het binnen sijpelen van het regenwater moest onmogelijk worden gemaakt waartoe een speciaal afwateringssysteem kon worden aangelegd.
De stenen konden schoongemaakt en aan een behandeling worden onderworpen, zodat vocht nog schimmel verder een gevaar zouden vormen.





Nadat Indonesische en internationale experts vijf jaar lang voorbereidingen hadden getroffen, gaven de toenmalige president Suharto en de UNESCO in augustus 1973 het startsein voor de redding van de Borobudur. Aanvankelijk schatte men de kosten op 8 miljoen dollar.
Tien jaar later in 1984, na de voltooiing van de hertstelwerkzaamheden, bleek het project ruim 24 miljoen dollar te hebben gekost.
Buitenlandse regeringen en organisaties droegen daar 6,5 miljoen dollar aan bij.
Voor dit gigantische restauratieproject had men architecten en technici van de bovenste plank aangetrokken. 

Het totaal aan tal deskundigen dat bij de herbouw betrokken was, bedroeg zevenhonderd, het aantal lokale arbeidskrachten is onbekend.


Volgens de experts is dit grootste Boeddhistische monument thans weer sterk genoeg om opnieuw weer duizend jaar mee te kunnen.











De Borobudur is tegenwoordig weer een belangrijk bedevaartsoord voor de Boeddhisten, die er ook grote ceremonies houden.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten