EEN TEMPELCOMPLEX
UIT DE SHIWA-CULTUS.
(DEEL 1)
PRAMBANAN.
Het tempelcomplex van de Prambanan ligt 16 kilometer noordoostelijk van Yogyakarta en is het belangrijkste en meest imposante tempelcomplex van de zuidelijke groep.
Dit schitterende bouwwerk was het belangrijkste mausoleum van heel Midden-Java.
Helaas zijn de kleine grafmonumenten die rond het geheel staan, bijna allemaal verwoest, maar geven ons nog wel een voorstelling van de oorspronkelijke opzet.
Tijdens het Rijk van Mataram, dat onder invloed stond van de Shiwa-cultus, werd het kolossale tempelcomplex aangelegd.
men begon in de achste eeuw en de hoofdtempel, de Lara Jonggrang, werd volgens overlevering omstreeks het jaar 915 voltooid door koning Daksha.
Het in onmogelijk, dat de bouw van de Prambanan tijdens de regeringsperiode van één enkele vorst werd voltooid.
Het was in 1885 dat de Nederlander Jan Willem IJzerman een archeoloog stuitte op de resten van door de natuur overwoekerde gebouwen, en werden de resten gefotografeerd door de Javaanse fotograaf Kassian Céphas van het archeologisch instituut van Yogyakarta.
Uiteindelijk begon men pas in 1953 met de restauratie werkzaamheden, waarvoor veel nieuwe stenen moesten worden gebruikt.
De restauratie werd zeer zorgvuldig en met kennis van zaken verricht. Moderne middelen werden gebruikt om het geheel te verstevigen, zodat de hoofdtempel weer in zijn volle glorie hersteld werd.
( Linksboven het begin van de restauratie rond het eind van de 19e en begin 20e eeuw; Midden een constructie van betonijzer voor versteviging van de top van de Shiva tempel; Rechtsonder, de Shiva tempel in de steigers; Linksonder, Arbeiders aan het werk op de top van de Shiva tempel.
Het steigerwerk dat gebruikt werd was geheel uit bamboe opgetrokken, dat onderling met rotanstrengen werd verbonden.)
STUKJE OVERLEVING.
Volgens een tekst uit de negende eeuw zou de naam Prambanan afgeleid zijn van de naam van het dorp Parawan. De inwoners van dit dorp hadden de plicht de tempels te onderhouden, waarvoor zij door de koning van het betalen van belasting werden vrijgesteld. Daarnaast wordt ook aan een mogelijke afleiding van het woord "brahamana" gedacht, dat van brambanan tot Prambanan werd
Het Prambanan-complex ligt vlak langs de rivier de Opak. Volgens overlevering stroomde deze rivier vroeger dwars door het tempelgebied maar voordat met de bouw werd begonnen zou men de loop hebben verlegd. Ook deze tempel ligt te midden van veel natuurschoon; midden tussen de rijstvelden, met Gunung Kidul in het zuiden en ten noorden daarvan de nog steeds actieve vulkaan Merapi.
HET TEMPELCOMPLEX.
Het tempelcomplex bestaat uit acht tempels, die op een verhoogd terras staan, met daar omheen vier rijen kleine candi's. De belangrijkste en grootste tempel aan Shiva gewijd, de Lara Jonggrang, ligt in het midden. Zuidelijk hiervan staat de aan Brahma gewijde tempel en noordelijk de aan Vishnu gewijde tempel.
Recht tegenover deze drie tempels staan nog drie kleinere tempels die gewijd zijn aan de mytische rijdieren der trimurti. Het zijn de tempel voor de Garuda, Nandi en Angsa. Alleen de afbeelding van de stier Nandi, het rijdier van Shiva is bewaard gebleven.
Het terras wordt omringt door drie muren. Tussen de binnenste en de middelste muur liggen 156 kleine tempels, waarvan slechts een gedeelte is gerestaureerd en waarvan men aanneemt dat ze dienden als grafmonumenten voor de broederschap van de monniken.
SHIVA TEMPEL.
Shiva, de derde figuur uit de trimurti, werd op Java zeer vereerd.Shiva is zowel de verwoester als de vernieuwer van de schepping.
Op Java zag men in hem de Mahadeva, de oppergod. Daarom werd hier voor hem ook de grootste tempel gebouwd.
De lingnam (fallus) is het symbool voor Shiva als voortdurend vernieuwer. Als oppergod Mahadeva stelt men Shiva meestal met vijf hoofden voor, op Java echter meestal maar met één hoofd, en staand op een lotuskussen. Achter hem is een slang te zien als een soort aureool.
De Shiva tempel heeft vier ingangen, waarvan slechts één toegang geeft tot de voorkamer en de grote binnenkamer. Al de kamers heggen een puntplafond. De twee ruimtes boven de hoofdkamer zijn leeg en dienen vermoedelijk voor het opvangen van de krachten van de steenmassa er boven, maar stellen alle drie 'werelden' voor.
Centraal in de hoofdcella staat een beeld van Shiva. In deze kamer ligt ook een opening van een waterput.
In de noordelijke neven cella staat een afbeelding van Durga, in de westelijke een afbeelding van Ganesha en in de zuidelijke een afbeelding van Agastya.
In twee nissen in de kleine voorkamer staan, in een noordelijke en zuidelijke nis een beeld van de deurwachter.
Ook de Prambanan is het resultaat van de samensmelting van boeddhis-
tische en hindoeïstische elementen. In dit verband moet men de goden als Shiva, Indra, Agui, Kuwera etc. zien als avatara van de enige ware Boeddha. Alleen uiterlijkzijn de goden verschillend. Deze tempel diende, ondanks het feit dat het een hoogtepunt vormde van de Shiva-cultus, tevens een graftempel voor monniken die het latere mahâyâna-Boeddhisme aanhingen.
Het eigenlijke tempelgedeelte staat op een symmetrische, massief aandoende onderbouw. Deze onderbouw heeft 20 hoeken.
De grote trap aan de oostzijde leidt naar de centrale cella en de drie trappen aan de andere zijden leiden naar de neven cella's.
De tempel is onwaarschijnlijk mooi versierd.
Op de sokkel vinden veelvuldige herhalingen van het zo genaamde prambanan-motief: in een nis staat een leuuw tussen twee levensbomen die elk aan beide zijden van de stam voorzien zijn van twee kinnari's, mythologische vogelfiguren met het bovenlichaam van een vrouw.
De langs de trappen treft men ook hier weer makara-beelden aan.
Elke trap eindigt een stukje boven de twee meter brede galerij in een poort, die de vorm heeft van een candi. Vanaf deze poort leidt een stenen pad naar de vier cella's en kleinere trappen trappen leiden links en rechts weer naar de galerij. Alle bogen en poorten zijn rijk gedecoreerd en hebben in het midden kala-koppen. Op de hoeken van de candi zijn waterspuwer mat kala-makara-ornamenten aangebracht.
Evenals de boeddhistische Borobudur is de aan Shiva gewijde Lara Jonggrang een symbool van het heelal.
het bouwwerk is in drie boven elkaar gelegen 'werelden' verdeeld. De basis stelt de lagere wereld, het niveau van de gewone mens voor; de eigenlijke tempel is het symbool van de middelste wereld, die voorbehouden is aan diegenen die zich hebben vrijgemaakt van aardse zaken. Het bovenste gedeelte, de afsluiting van de tempel dus, is de zetel van de goden.
( Van links naar rechts boven: Durga, Ganesha en Agastya. Onder: links en rechts van de toegangspoort
Maha-kala en Nandisvara.)
Zoals eerder vermeld hierboven heeft de Candi Lara Jonggrang vier binnenruimten. De wanden van de belangrijkste cella zaijn, in tegenstelling tot de drie andere cella's, van onder tot boven rijk versierd.
Deze versieringen bestaan uit spiraalvormige bloemranken, medaillons en bloemvazen in kleine omlijste panelen. In het donker van de cella zijn deze versieringen nauwelijks zichtbaar.Tegen de achterwand staat een drie meter hoog beeld van Shiva als Maha-deva, de oppergod.
Links en rechts van de toegangspoort staan de beelden Maha-kala en Nandisvara; beide zijn weer andere verschijningsvormen van Shiva. Evenals het tempelgebouw zelf zijn de beelden vervaardigd uit Andesit-lava.In de zuidelijke cella zien we Shiva als Maha-guru, de hoogste leermeester; in de westelijke cella Ganesha, de zoon van Shiva als god der wijsheid met zijn olifantskop en mensenlichaam, en in de noordelijke cella staat zijn vrouw Durga op de buffelsdemon Mahisasura, die door haar gedood wordt.
Rondom de tempel loopt een galerij, die aan de buitenzijde door een brede muur wordt omzoomd en die bekroond wordt door stupa's of lingams.
Dit is misschien een boeddhistische invloed in dit zo shiwaïstische bouwwerk.
De balustrade of borstwering van de galerij is aan beide zijden met reliëfs versierd.
De decoraties van de buitenzijde bestaan uit nissen, die afgewisseld worden door inspringende panelen
De nissen hebben een omlijsting en zijn met kleine kala-koppen, kleine leeuwen- of papagaaienplastieken versierd.
De verdiept liggende vlakken tussen de nissen bevatten elk drie staande mannenfiguren.
De binnenzijde van de balustrade is versierd met tweeënveertig basreliëfs, die een gedeelte van de Ramâyâna-legende uitbeelden.
Wanneer men het verhaal in de juiste volgorde wil zien, moet men eerste de oostelijke trap beklimmen en dan links afbuigen naar de galerij.
Aan de zijkant van de trappen, dus in totaal acht keer, zijn reliëfs aangebracht met de beide hoofdfiguren uit de legende, Rama en Sita.
Aan de zijkant van de trappen, dus in totaal acht keer, zijn reliëfs aangebracht met de beide hoofdfiguren uit de legende, Rama en Sita.
Hoog boven de galerij zien we een vierde rij reliëfs op de wanden van de Shiva-tempel.
Het zijn vierentwintig reliëfs met het zelfde motief: centraal staat een beeld van een god op een troon met aan iedere zijde een paneel waarop twee tot drie mannen- of vrouwenfiguren staan afgebeeld.
Bij het aanschouwen van deze Shiva-tempel is het niet alleen de schoonheid die imponeert, maar ook de vraag; hoe heeft men dit bouwwerk kunnen bouwen zonder de moderne hulpmiddelen die we tegenwoordig tot onze beschikking hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten