EEN WRAK DAT WEER
EEN SCHIP WERD.
JAMES CRAIG, EX CLAN MACLEOD.
CLAN MACLEAD.
De Clan Macleod is een ijzeren bark met drie masten en werd gebouwd in 1874 door Bartran. Haswel and Co te Sunderland in Engeland.
Het schip had een bruto tonnage van 671 ton, een lengte over alles van 70 meter,een lengte van de romp van 54,71 meter, breedte van 9,54, en een diepgang van 5,33 meter. Toitale hoogte 33 meter.
Het schip werd op 18 februari 1874 te water gelaten, voor Thomas Dunlop and Co. Te Glasgow. Het schip vervoerde hoofdzakelijk vracht van en naar Engeland uit Zuid-Amerika, New Sealand en Australië.
Op 29 juli 1877 moeste het schip wegens stormschade opgelopen bij Kaap Hoorn Rio de Janeiro aan doen voor reparaties. In 1879 voer het schip in 113 dagen van Portland ,Oregon. naar Queenstown in Australië.
(Maatschappij vlag Clan Line.)
In 1887 werd het schip verkocht aan een nieuwe eigenaar in Glasgow, de Clan Line een bedrijf dat ook in spoorwegen werkzaam was. In 1891 wist het schip binnen 75 dagen vanuit Wellington Nieuw-Zeeland naar Boston, Main USA te varen.
In 1887 werd het schip verkocht aan een nieuwe eigenaar in Glasgow, de Clan Line een bedrijf dat ook in spoorwegen werkzaam was. In 1891 wist het schip binnen 75 dagen vanuit Wellington Nieuw-Zeeland naar Boston, Main USA te varen.
Op 15 augustus 1900 werd het schip wederom verkocht aan J.J.Craig te Auckland in Nieuw-Zeeland die het inzette op de handel naar Tasmanië.
JAMES CRAIG.
Op 14 december 1905 werd de Clan Macleod omgedoopt naar James Craig naar de zoon van J.J.Craig die al zijn schepen naar familie leden vernoemde.
In 1911 werd het schip opgelegd ten gevolge van de toenemende concurrentie door de opkomst van de stoomschepen. het schip werd onttakeld en gebruikt voor opslag van kopra in Nieuw-Guinea door de Britisch New-Guinea Development Company.
Na het beëindigen van de Eerste Wereldoorlog werd het schip opnieuw uitgerust door de Australische fabrikant en reder Henry Jones and Compagny, daar er een tekort aan vrachtschepen was ontstaan, maar dit bleek niet rendabel.
Na tweemaal averij te hebben opgelopen, werd het schip in 1925 naar Recherche Bay in Tasmanië gesleept en verkocht aan de Catamaran Coal Compagny, waar het weer diende als opslagschip maar nu voor steenkool.
In 1932 werd het schip opgegeven nadat een visser een gat in de achtersteven had gevaren en zij zonk dicht onder de kust.
De James Craig bleef daar 40 jaar liggen als scheepswrak.
In 1911 werd het schip opgelegd ten gevolge van de toenemende concurrentie door de opkomst van de stoomschepen. het schip werd onttakeld en gebruikt voor opslag van kopra in Nieuw-Guinea door de Britisch New-Guinea Development Company.
Na het beëindigen van de Eerste Wereldoorlog werd het schip opnieuw uitgerust door de Australische fabrikant en reder Henry Jones and Compagny, daar er een tekort aan vrachtschepen was ontstaan, maar dit bleek niet rendabel.
Na tweemaal averij te hebben opgelopen, werd het schip in 1925 naar Recherche Bay in Tasmanië gesleept en verkocht aan de Catamaran Coal Compagny, waar het weer diende als opslagschip maar nu voor steenkool.
In 1932 werd het schip opgegeven nadat een visser een gat in de achtersteven had gevaren en zij zonk dicht onder de kust.
De James Craig bleef daar 40 jaar liggen als scheepswrak.
EEN NIEUW LEVEN.
In 1972 werd door een groep vrijwilligers uit Sydney en Tasmanië een noodreparatie uitgevoerd, de romp werd weer drijvend gemaakt en het schip werd naar de Hobart gesleept voor aanvullende tijdelijke reparaties.
(Boegbeeld van de James Craig.)
In 1981 werd de James Craig naar Sydney gesleept, Een volledige restauratie door vrijwilligers van de Sydney Heritage Fleet volgde en de herstelde romp werd in 1997 opnieuw te water gelaten.
In het jaar 2001 was de James Craig weer volledig zeilklaar en kon ze beginnen aan korte cruises in het weekeinde en soms langere reizen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten