zondag 1 juli 2018

ZUID-AFRIKA RONDREIS. 'THE BIG FIVE'. DE KOORTS BOOM. (DEEL 16)


WILD ZUID-AFRIKA RONDREIS.

            'THE BIG FIVE'. (16)



DE KOORTS BOOM.


De Afrikaanse Koorts boom, de Vachellia xanthophloea , is een boom uit de familie Fabaceae en staat in Zuid-Afrika onder de kolonisten bekend onder de naam Koorts boom.
Verdere lokale namen in Oostelijk Zuid-Afrika zijn olerai, kimwea, murera en mwelele.

De naam is afgeleid van het Grieks en betekend gele schors
De boom wordt gevonden in de buurt van moerassen, rivierwouden of aan oevers van meren of in gebieden met hoge grondwater spiegel.
Vroege kolonisten uit Europa merkten op dat er malaria-koorts was opgelopen in gebieden met deze bomen. Het is nu duidelijk dar malaria koorts wordt verspreid door muggen die leven in deze moerassige gebieden die deze boomsoort vaak ondersteunen, en niet door de boomsoort zelf. Toch kreeg de boom de naam 'koorts boom'.

De bomen groeien tot een hoogte van 15 tot 25 meter. Het karakteristieke schors is glad, poederachtig en groenachtig geel van kleur, hoewel de nieuwe twijgen paars zijn en later afbladeren om het karakteristieke geel te onthullen. het is een van de weinige bomen waar de fotosynthese plaatsvindt in de schors.
Rechte, witte stekels groeien in paren op de vertakkingspunten.



De bladeren zijn tweemaal samengesteld, met kleine blaadjes van 2 tot 8 mm.
De bloemen worden geproduceerd in geurende licht crèmekleurige bloeiwijzen, geclusterd op de knooppunten en in de richting van de uiteinden van de takken.
De lichtbruine peulen bevatten 5 tot 10 elliptische, afgeplatte groene zaden en zijn 5 tot 19 cm lang. Naarmate de peulen rijpen, veranderen ze van groen in lichtgrijs bruin.
Koortsbomen zijn snel groeien en van korte levensduur.



De bladeren en peulen worden gebruikt voor het voederen van dieren, terwijl de jonge-takken en bladeren worden gegeten door de Afrikaanse olifanten, terwijl giraffen en vervet-apen de peulen en de bladeren eten.











De bloemen worden gebruikt voor het foerageren door bijen en bieden favoriete broedplaatsen voor vogels. De boom verre familie van de acacia levert een stikstof fixeerstof, dus verbeterd de bodemvruchtbaarheid.

De bomen worden naast dammen en beekjes op boerderijen geplant om bodemerosie te beheersen, als een levend hek of haag. In sierbeplanting vooral voor de schaduw. Verder wordt de boom geplant als bron voor brandhout, maar zijn gomachtig sap laat een dikke zwarte , teerachtige rest achter bij verbranding.


Het waardevolle hout is licht roodachtig bruin met een harde zware textuur. Omdat het hout vatbaar is voor barsten, moet het voor gebruik geïmpregneerd worden (gekruid in het Afrikaans). Het wordt gebruikt om palen van de maken.


SJAMANISTISCH GEBRUIK.

Deze boom wordt al duizenden jaren door Afrikaanse stammen gebruikt als 'waarzegger'. 
Schors van deze boom en vier andere kruiden, waaronder de Afrikaanse droomwortel (Silene capensis) en de Synaptolepis kirkii worden in een brouwsel gekookt.
Dit brouwsel wordt gebruikt om lucide dromen op te wekken, die ze 'witte paden' noemen. Voor het slapen gaan wordt de vraag gesteld die in hun dromen zal worden beantwoord.
Medicinaal worden de wortels en een poeder gemaakt dat van  de stam is geschraapt, gebruikt als een braakmiddel en als een profylactisch middel tegen malaria.





  Zie vervolg; ZUID-AFRIKA RONDREIS. 'THE BIG FIVE'.  HLUHLUWE-IMFOLOZI PARK.
                                                                        DEEL 17.

1 opmerking: