M.S. ABIDA.
24 MEI 1972 T/M 9 NOVEMBER 1972.
Tijdens de oversteek van de Atlantische Oceaan onderweg naar Curaçao werden de ladingtanks schoongemaakt en ge-inspecteert. De lading was bestemd voor New Orleans.
Gedurende de vaart over de Mississippi werden de zeilen uit de reddingsloepen te voorschijn gehaald. Ze werden in de eigen mast in de sloep opgehangen om te drogen en te luchten. Vocht dringt overal in door op zee.
Daar we de wind van achter in hadden leek het net of we zeilend voortbewogen over het water. Dit gaf natuurlijk de nodige opmerkingen van schepen die ons passeerden. Ons antwoord was heel simpel; "We are saving fuel"!
Te New Orleans losten we onze lading vlak bij de stad en dus was er gelegenheid om de wal op te gaan zonder grote afstanden af te moeten leggen met een taxi of openbaar vervoer.
Na het lossen te New Orleans keerden we terug naar Curaçao om te gaan laden voor Durban in Zuid-Afrika.
We hadden in Curaçao de gelenheid om de wal op te gaan daar de lading nog niet klaar was. Zo zagen we tijdens een wandeling over de kade te Willemstad het passagiersschip de Santa Maria binnen varen.
De Santa Maria raakte bekend door een langdurige kaping door een zekere Galvao in 1959.
Ook was er genoeg tijd om even lekker te genieten van een drankje, zon en water op het strand van het Avila Beach Hotel. De boog mag ook wel eens ontspannen worden.
Na uiteindelijk de lading te hebben gekregen maakten we de oversteek over de zuidelijke Atlantische Oceaan om via Kaap de Goede Hoop naar Durban te varen om daar de lading te gaan lossen.
APARTHEID EN DE GEVOLGEN.
We hadden intussen twee Nederlandse cadetten aan boord gekregen voor hun verdere opleiding in het nautische gebeuren aan boord. Ze waren alle twee van Indonesische afkomst en dus donker getint.
Tijdens het lossen te Durban kregen ze vrij om de wal op gaan om wat inkopen te doen en rond te kijken.
Ook een deel van onze Nederlandse bemanning ging de wal 'stappen' en later in de middag gingen we met een paar collega officieren ook de wal op.
We kwamen de twee cadetten tegen en ze vertelden ons dat ze twee keer de toegang waren geweigerd bij een warenhuis. Het was alleen toegankelijk voor 'Blankies - White people'.
Zo besloten we ze mee te nemen naar de 'Sailors Club' waar we naar onderweg waren om een pilsje te gaan drinken. Toen we de club binnen kwamen bleek dat het ploegje bemanningsleden er al enige tijd zat te genieten van het Zuid-Afrikaanse bier.
Toen we aan de blanke Engelse ober onze bestelling opgaven en deze hem even later kwam brengen bleek dat hij voor de twee cadetten niets had meegebracht. "Is er geen verse sinasappelsap" ? was onze vraag
Het antwoord was: "Deze club is niet toegankelijk voor niet blanken en ik bedien ze niet". Hij bleef er bij ondanks dat we verteleden dat ze alle twee Nederlanders waren.
De bemanning die niet ver van ons aan een tafel zat hoorde het geheel toe en een van hen bijgenaamd 'De Bonk' stapte op de ober toe en maakte hem duidelijk iedereen wat te drinken te brengen of hij zou hem even een handje helpen. Zo kregen we allemaal wat te drinken en toen de glazen leeg waren leek het ons beter te betalen en weg te gaan. We hadden geen zin om nog langer te blijven.
Maar het gebeuren kreeg een staartje!
Terug aan boord vertelden we ons verhaal en de tweede ploeg van de bemanning sloot daarop om maar eens gezellig in die club een biertje te gaan drinken, maar bij hun was een stevige Arubaan. Dit zou natuurlijk om problemen gaan vragen.
Het was laat in de avond toen er twee politie busjes bij het begin van de steiger stopten en op hard handige wijze de twee ploegen van onze bemanning werden gelost. Toen ze aan boord verschenen was het duidelijk te zien dat er klappen waren gevallen. Vol trots vertelden ze het verhaal over wat er in de Sailors Club was voorgevallen.
De eerste ploeg die er nog steeds zat en reeds het nodige Zuid-Afrikaanse bier op had onthaalde de tweede ploeg met gejuich, maar plotseling werd het doodstil. De uitsmijter van de club die er nu was weigerde de Arubaan de toegang tot de club. Dit werd niet gepikt en 'De Bonk'ging zich er mee bemoeien en nam de uitsmijter even tussen duim en wijsvinger zoals dat mocht heten, waarop de uitsmijter verdween.
De ober koos eieren voor zijn geld en zorgde voor vers bier. Even later kwam de uitsmijter terug met een paar vriendjes die hij had gehaald en zo begon de verbouwing van de Sailors Club.
Eer de politie er was, waren er raken klappen gevallen en kosten het de politie mannen moeite de partijen van elkaar te scheiden wat het einde van het feest was.
Zo werden ze na opmaken van procesverbaal aan boord afgeleverd en konden bij de gezagvoerder verschijnen. 'De Bonk' trad op als hun woordvoerder en zei tegen de gezagvoerder; "Dat krijg je nu van die apartheid en ze hadden 'Zwarte Mop' zoals ze de Arubaan zelf noemden, maar als een gelijke moeten behandelen. Of niet soms"? De scheepsstraf was; een week droogstaan, wat betekend geen alcoholische dranken, en dat hadden ze er best voor over. Natuurlijk waren ze voorlopig niet welkom aan de wal te Durban.
Na het lossen te Durban was het onderweg weer tanken schoonmaken voor een lading die we Singapore moesten laden voor Bangkok in Thailand.
Daar de lading nog niet klaar maakten we een tussen reisje van Pulau Bukom te Singapore, met een kleine lading naar de Woodlands te Singapore waar de dam naar Maleisië ligt. De lading was voor de marine van Singapore.
Zo kregen we een uitnodiging om een bezoek te brengen aan de Anker bier brouwerij van Singapore.
We kregen er tekst en uitleg hoe het kostelijke gerstenat werd gemaakt en natuurlijk moet er het nodige worden geproefd. Zo viel een van ons ook de (verplichte) eer om het 'Koetsiersglas'leeg te drinken zonder te knoeien.
Het ritueel van het koetsiersglas dateert uit de tijd dat men in Engeland nog per postkoets reisde van plaats naar plaats en op z'n tijd een stop maakte bij een herberg. Hier konden de passagiers zich verfrissen, werden de paarden gewisseld en kreeg de koetsier het glas bier aangeboden om het stof van de reis weg te spoelen.
Lukte het hem dit zonder morsen te doen, dan was de dronk gratis. Het glas is lang daar de koetsier hoog zat en aan de onderzijde is het een bol. Het is juist de bol waar voor je moet oppassen, want als je te snel drinkt en het glas te hoog houdt kan er lucht in de bol slaan en komt de inhoud in je gezicht terecht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten