M.S. ACILA.
8 JUNI 1969 T/M 21 DECEMBER 1969.
Te Curaçao werd weer een lading smeerolie ingenomen en de eerst volgende haven waar we zouden gaan lossen was Durban aan de oostkust van Zuid-Afrika. We hadden dus een lange reis voor de boeg.
Tijdens de oversteek van de zuidelijke Atlantische Oceaan kwamen we een tanker tegen welke een deel van haar voorschip kwijt was geraakt na een aanvaring. ook hier geld de uitdrukking: 'Wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht'.
Het was een lange reis die de gelegenheid gaf om eens een satay party te geven op het achterdek. Heerlijk piepen om een omgebouwde oliedrum, een pan vol pittige pinde saus en een koud potje bier.
Het lossen te Durban ging snel en zo waren we dan ook weer snel onder weg via de Kaap de Goede Hoop naar onze volgende haven om te gaan lossen. Het was Ango-Ango stroom opwaarts van de Congo rivier in de Rep. Congo. Het was een vaart onder toezicht van een oude Belgische loods langs de nodige zandbanken. Eenmaal ter plaatse bleken we door de ondiepte niet tegen het steiger aan te kunnen meren.
Dit werd opgelost door het anker te laten vallen en de trossen te verlengen die naar de wal werden uitgebracht. De ruimte tussen het schip en het steiger werd opgevuld met de nodige houten prauwen waarover de slang werd gelegd om de lading te lossen.
Na dit avontuur was het weer stroomafwaarts naar zee en langs de kust noordwaarts naar Point Noire in Congo om daar drummen te gaan lossen met smeerolie.
Via Lagos in Nigeria, waar weer gelost werd uit een ladingtank ging de reis naar Abidjan in Ivoorkust om daar te lossen uit een tank en drummen uit het voorruim. (11/12-11-1969.)
Aan de oever van de rivier vlak bij het steiger waar we lagen werd druk handel gedreven tussen de lokale bevolking. De een met producten uit het binnenland en de ander weer met geïmporteerde producten.
( STAIRWAY TO HEAVEN )
Na het lossen te Abidjan werd weer de Atlantische Oceaan over gestoken om naar Houston te varen om daar uiteindelijk de smeerolie welke bestemd was voor de Nasa en geladen was in Rotterdam aan het begin van dit contract te gaan lossen.
Zo hadden we intussen diverse lege ladingtanks en tijdens deze reis werden ze schoongemaakt om een nieuwe lading te kunnen ontvangen. Na het schoonmaken van de tank werden ook de verwarming spiralen, voor het verwarmen van de lading, en deze dun vloeibaar te houden, getest door er druk op te zetten door middel van stoom om zo eventuele lekkages in het systeem op te sporen. De nevel die hierdoor ontstond in de tank en binnen vallende zonlicht leverde het bovenstaande plaatje op met de passende ondertitel. Het was een heet en vettig vuil klusje deze spiralen meter voor meter te controleren en eventueel te repareren.
Water in de smeerolie kan een hele lading onbruikbaar maken.
Uiteindelijk bereikten we Houston waar we de Nasa lading losten op 30-11-1969. Het was weer een vaart door het gebied met de olieboorplatforms. Na Housten werd er nog een deel lading gelost te Lake Charles (USA) op 01-12-1969, waarna we terug keerden naar Curaçao.
Te Curaçao werd eerst brandstof gebunkerd en weer geladen om daarna de Atlantische Oceaan weer over te steken om te Rotterdam Pernis weer te gaan laden voor een nieuwe reis.
Te Rotterdam ging ik met verlof en kwam er een einde aan de zes maanden smeerolie vaart.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten