S.S. KENIA.
9 OCTOBER 1971 T/M 2 MAART 1972.
Het was de tijd waarin de Nederlandse schaatsers Ard Schenk en Kees Verkerk enorm populair waren in Japan na hun successen gedurende de Olympische Winterspelen in Sapporo.
Tijdens ons verblijf in Yokohama wensten we met een paar man en vrouw eens echt Japans te gaan eten.
Zo hadden we het gerecht Sukiyaki in gedachten. Sukiyaki is een rundvlees gerecht. In plaats van water krijgen deze runderen biet te drinken waardoor het vlees zeer mals wordt. Er wordt zelf beweerd dat men de runderen een massage geeft.
Na veel navragen bleek dat we steeds naar een soort Japans Mac Donald werden verwezen en dat was niet wat we zochten. Uiteindelijk vonden we een taxi chauffeur die ook nog wat Engels sprak en deze begreep wat we zochten. Intussen was de avond reeds gevallen. Zo werden we afgezet bij een grijsstenen gebouw met tralies voor de vensters. Het leek van buiten wel een gevangenis.
Naast de dubbele voordeur was een koperen naamplaat aangebracht met de nodige Japanse lettertekens welke voor ons niets zeggend waren. Na stil overleg de stoute schoenen aangetrokken en hard met de deurklopper op de deur geklopt.
De deur werd open gedaan door een geisha in traditionele klederdracht. Ze was vrij jong en wist niet wat ze met ons aanmoest en na haar roepen verscheen er een oudere zeer statige geisha. Na veel gebaren taal en het woord sukiyaki en saké , een rijstwijn, werden we uiteindelijk binnen gelaten.
Onze lassen werden in ontvangst genomen en onze schoenen moesten we verwisselen tegen slippertjes, die ons te klein waren, maar groter waren ze niet aanwezig. We werden in het zeer fraai gedecoreerde gebouw verder begeleid naar een kleine kamer met rijstpapieren schuifwanden en in het midden een lage tafel met daaromheen op de vloer kussens om op te zitten.
Een maal plaats genoemen vroeg de oudere geisha naar onze namen. Zo hoorde ze dat ik kees genoemd werd en gelijk was het het van "haya Keesie, haya Ad Shenk". Ze ging er waarschijnlijk vanuit dat we tot de Nederlandse schaatsploeg behoorden. We lieten ze maar zo wijs.
Nadat onze gezichten en handen gereinigd waren met geurige vochtige doekjes kwamen er geisha's binnen met de benodigdheden voor ons eten.
De deur werd open gedaan door een geisha in traditionele klederdracht. Ze was vrij jong en wist niet wat ze met ons aanmoest en na haar roepen verscheen er een oudere zeer statige geisha. Na veel gebaren taal en het woord sukiyaki en saké , een rijstwijn, werden we uiteindelijk binnen gelaten.
Onze lassen werden in ontvangst genomen en onze schoenen moesten we verwisselen tegen slippertjes, die ons te klein waren, maar groter waren ze niet aanwezig. We werden in het zeer fraai gedecoreerde gebouw verder begeleid naar een kleine kamer met rijstpapieren schuifwanden en in het midden een lage tafel met daaromheen op de vloer kussens om op te zitten.
Een maal plaats genoemen vroeg de oudere geisha naar onze namen. Zo hoorde ze dat ik kees genoemd werd en gelijk was het het van "haya Keesie, haya Ad Shenk". Ze ging er waarschijnlijk vanuit dat we tot de Nederlandse schaatsploeg behoorden. We lieten ze maar zo wijs.
Nadat onze gezichten en handen gereinigd waren met geurige vochtige doekjes kwamen er geisha's binnen met de benodigdheden voor ons eten.
We kregen waarvoor we waren gekomen en de oudere geisha bereide op vakkundige wijze het eten wat we zeer hoffelijk kregen opgediend door een van de jongere geisha's. Alles ging in gepaste stilte. We lieten het ons dan ook zeer goed smaken.
De prijs bij het afrekenen was wel wat hoger dan bij Mac Donald maar het was meer dan waard geweest deze ervaring. ook kregen we ieder een setje eetstokjes stokjes mee als aandenken. Slipper uit schoenen en jassen aan en de taxi in die voor ons was gebeld.
De volgende ochtend werd me gevraagd of ik de rekening nog had, daar een van de wal autoriteiten die het verhaal hoorde wel eens wilde weten waar we dan wel geweest waren. Toen hij de naam las werden zijn ogen groot van verbazing want, zoals hij ons vertelde, waren we in een zeer exclusieve gelegenheid geweest waar alleen topfunctionarissen van de stad kwamen om te eten. Ach misschien kwam het wel door "Haya Keesie".
Na het lossen te Yokohama maakten we een reisje naar de Arabische Golf om te gaan laden voor Tabangao in de Filipijnen waar we de bevolking weer blij konden maken met de nodige uitgezochte kleding uit de poetsdoeken balen.
Na het lossen te Tabangao keerden we terug naar Singapore om weer een lading stookolie te laden voor Kowloon te Hong Kong.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten