S.S. KENIA.
9 OCTOBER 1971 T/M 2 MAART 1972.
Tijdens het lossen te Singapore was er weer gelegenheid om de wal op te gaan. Intussen waren van diverse officieren hun vrouw aan boord gekomen om mee te varen en gezamenlijk de komende feestdagen aan boord te vieren.
Zo werd er besloten een bezoek aan de Tiger Balm Garden te brengen.
Tijgerbalsem een product dat dateert uit de tijd van de Chinese keizers en dat is gefabriceerd op basis van kruiden wordt gebruikt tegen vermoeide en stijve spieren. Het wordt al drie generaties gemaakt en is bekend in meer dan 100 landen. Men kent het als een witte- en een rode zalf of in de vorm van olie. Het is geschikt voor jong en oud. Dit product was in Singapore een duidelijk stuk goedkoper dan in Nederland en we namen er dan ook de nodige potjes van mee naar thuis.
De Tiger Balm Garden is gebouwd door de fabrikanten van dit product. Je komt deze tuin tegen in de meeste Chinese steden zoals: Singapore en Hong Kong.
Het is een soort van 'Efteling' maar dan met Chinese vertellingen.
Overal in het park staan beelden van verschillende figuren en vertellingen. Deze vertellingen zijn vaak gruwelijker om aan te zien dan onze sprookjes zoals; Roodkapje of Hans en Grietje.
Ook is de Chinese wijsgeer Confusius niet vergeten. De wijsgeer met zijn vele spreuken over het leven en de natuur.
Ouderdom is een teken van wijsheid en de kinderen worden dan ook in de afbeeldingen door oude wijsgeren omringt die hun met raad en daad bijstaan in de toekomst van het leven.
Na het lossen te Singapore vertrokken we weer naar de Arabische Golf om te gaan laden voor Tabangao in de Filipijnen.
Te Tabangao moesten we lossen aan een boeimering voor de kust met als uitzicht enige kleine dorpjes aan de wal.
Zodra het schip lag gemeerd op de boei en de los slangen waren aangekoppeld werden we omringd door tientallen prauwen met aan boord hele gezinnen uit de nabij gelegen dorpjes. Er was speciale bewaking van de wal autoriteiten aan boord geplaatst ter voorkoming dat we ongewenste bezoekers aan boord zouden krijgen die er geen probleem inzagen om via de ankerketting of meertrossen aan boord van het schip te klimmen.
Het ging hier niet om ruilhandel van de bevolking maar om bedelen. Bedelen om oude kleding, zeep en lucifers. Ze konden alles gebruiken.
Oude kleding was volop aanwezig in de balen met poetsdoeken en deze werd dan ook goed uitgedeeld.
Lucifers kregen ze niet i.v.m open vuur vlak naast het schip, maar de stukken Sunlight zeep werden expres naast de prauwen in het water gegooid, wat het nodige duikwerk tot gevolg had.
Het was vaak een hilarisch iets om naar te kijken, maar ook triest te beseffen hoe arm de bevolking was en dankbaar met dat geen wat wij niet meer gebruikten. Zo werden er alsnog enige plasticzakken met scheepswaspoeder vrij gegeven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten