C-KLASSE NIEUWBOUW
SHELL TANKERS. B.V. (16)
Dit volgende verslag stuurde ik op aan onze redacteur van het maatschappijblad 'SCHIP en KA'.
Ondanks mijn jaren lange werkervaring aan boord van schepen en regelmatig de evenaar gepasseerd te zijn. Zelfs Neptunus feesten te hebben georganiseerd. Kwam men er aan boord van de 'CARDISSA' er achter dat ik nog nooit gedoopt was door Neptunus. Dit keer moest ik er ook aan geloven, maar met mij vele anderen en zo ook de schildersploeg. Zo werden er reeds de meest gruwelijke verhalen in de omloop gebracht door hen die reeds gedoopt waren en zo wijs waren het certificaat mee te varen. Geen groter vermaak dan leedvermaak!, maar een traditie nog steeds in ere gehouden bij het passeren van de Evenaar.
OPVARENDEN 'CARDISSA' DOOR NEPTUNUS AANVAARD.
Geteisterd door zee , weer en wind tijdens de vaart in de Golf van Biskaye doorstond de 'CARDISSA' de beproevingen van de weergoden. Maar hoe zat het met de god der zeeën? Accepteerde deze wel de opvarenden van het nieuwe schip?
Zo gebeurde het dat het schip en zijn opvarenden, onderweg van Abidjan naar Port Gentil, stilletjes de Evenaar overschreed. Niettegenstaande het constante toerental van de hoofdmotor, het huilende geluid van de schuurtollen en het tikken van de verfspuiten, ontging het Neptunus dit passeren van de Evenaar niet. Plotseling hing er dan ook aan het aanplakbord een van zeewater door drenkte mededeling dat Zijne Koninklijke Hoogheid Neptunus het schip zou bezoeken bij het wederom overschrijden van de Evenaar op de terugweg.
De mededeling was voorzien van het opschrift:
'IK, NEPTUNUS, Heerser over de oceanen en aanverwante zeeën zal het m.s. 'Cardissa' aandoen om de daar aanwezigen landrotten en zoetwatergasten te dopen na een beproeving van bekwaamheid. Zij die niet meedoen zullen niet beschouwd worden als onderdanen van Neptunus 'Koninkrijk'.
(Bij het wederom overschrijden van de Evenaar op 7 mei 1983 verscheen de god der zeeën Neptunus en zijn gemalin Amalia aan boord.)
Het was dus kiezen of delen voor de opvarenden. Velen liepen dan ook met pijn in hun buik, na het aanhoren van de meest schrikaanjagende verhalen van diverse opvarenden die reeds eerder door de zeegod waren gedoopt. Gelukkig bleek Neptunus rekening te houden met de drukke werkzaamheden aan boord, zoals het schilderwerk om van deze uit Rotterdam vertrokken 'black beauty' een keurig geschilderde Shell-tanker te maken. Neptunus verscheen dan ook op zaterdagmiddag om vier uur aan boord met zijn gemalin Amalia en een helper.
(Een ieder kreeg een speciale opdracht te vervullen alvorens in het schandblok te worden geslagen met verdere gevolgen.)
Na een luid welkom door de scheepshoorn mocht Neptunus constateren dat de meeste opvarenden, ondanks voor enkele het aantal vaarjaren, nog niet eerder gedoopte opvarenden aan zijn oproep gehoor hadden gegeven. Zo stonden daar zijn slachtoffers aangetreden, trillend als espenbladeren in de wind, wachten op hun lot.
(Het verorberen van een hap zoute haring was ieders lot.)
KOEKJE VAN EIGEN DEEG.
Al met al bleek dat er drie groepen aan boord waren: zij die gevolg hadden gegeven aan de oproep, zij die probeerden ontkomen aan deze goddelijke test en zich hermetisch elders op het schip hadden opgesloten en zij die gniffelend en met leedvermaak toekeken omdat ze ontheffing hadden. Ontheffing in zoverre, dat ze met fotocamera's omhangen, bijna door de knieën gingen.
(Maar ook het nuttigen van een zeer onsmakelijke diep gepekelde drank behoorde tot het ritueel.)
De scheepskok die in opdracht van Neptunus een speciale brei had moeten klaarmaken bleek als eerste de test te moeten doorstaan. In vol koks ornaat kreeg hij een koekje van eigen deeg te verwerken. Zo kreeg een ieder van Neptunus slachtoffers de op hem of haar toegepaste test te verwerken, waarna het slachtoffer in het schantblok werd geplaatst om een stuk rauwe haring te verorberen. Dit werd weggespoeld met een speciaal gepekelde drank die van afgrijzen vertrokken gezichten tot gevolg had.
Nauwelijks hiervan bekomen werd men door gemalin Amalia, die zeer geproportioneerd was, en een helper ingesmeerd met de door de kok vervaardigde brei. Hierna werd men geschoren waarop men in het zwembad gedoopt en gespoeld werd en zijn nieuwe naam ( een van een vissoort) te horen kreeg.
Niettegenstaande rang of stand ontkwam men niet aan de beproevingen van deze genot rondslingerende zeegoden. Na afloop gingen alle angstrillingen spoedig over in een luidruchtig gelach, want er is niets leukers dan leedvermaak over degenen die de behandeling nog moesten ondergaan.
CERTIFICAAT.
Na een grondige doop van alle slachtoffers vertrokken Neptunus en zijn gevolg weer naar hun diepzee-tehuis. Zij wensten schip en opvarenden een behouden vaart. De toeschouwers vluchtten de accommodatie in voordat ze zelf door de slachtoffers van Neptunus onder handen konden worden genomen met de waterslang.
Voor een ieder die op gepaste wijze zijn of haar test had doorstaan bleek de god van de wereldzeeën een certificaat te hebben achtergelaten voorzien van haar of zijn nieuwe doopnaam. De gezagvoerder reikte ze aan de desbetreffende personen uit. Tevens verstrekte hij uit naam van Neptunus een koude 'groene vriend' om de vieze smaak van de gepekelde doopdrank weg te spoelen, waarbij de chef een lekker hapje verzorgde wat beter smaakte dan de vieze brei. Een feit is dat over het verschijnen van Neptunes, aan boord van dit nieuw aan de vloot toegevoegde schip, nog lang werd nagepraat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten