SIBOLGA. WEST-SUMATRA.
INDONESIË. 1989.
SIBOLGA EN CORRUPTIE.
DINSDAG 3 JANUARI 1989.
Na een nachtelijke reis van 14 uur kwamen we in de haven van Sibolga aan. Hier stond me een nieuwe verrassing te wachten en maakte ik kennis met het corrupte politie systeem in Indonesië. Op het moment dat we de havenpoort uit wilden lopen werd ik vriendelijk verzocht om mee naar het havenkantoor te gaan door een havenautoriteit welke mij verzocht mijn bagage te openen. Het bleek hem uiteindelijk te doen te zijn om de zak waarin ik het houtsnijwerk en de kris had verpakt.
( Een houtsnijwerk voorstellende een Nias koning.)
Volgens dit figuur hadden we een export vergunning moeten hebben van het Nias Cultuur Departement. Toen we vroegen waar dit dan wel gehuisvest was wist hij dat zelf niet. Het was duidelijk dat het om geld te doen was en toen ik hem mijn lege beurs liet zien en hem duidelijk maakte dat als ik geld had gehad hem niets had betaald leverde hij ons aan de lokale politie uit.
( De Nias-kris welke ik ruilde tegen mijn Zwitsers zakmes.)
De politie bleek geen interesse te hebben in het houtsnijwerk, maar begon een moeilijk verhaal op te hangen over import van steekwapens op het eiland Sumatra en het was hun duidelijk om de kris te doen om die in te pikken.
Torang adviseerde mij om hier ook niet toe te geven en ik liet ze dit ook duidelijk merken en ik hun duidelijk vertelde dat ik van hun verhalen geen barst geloofde, daar Nias ook Indonesië was net als Sumatra en Java en in ieder huisgezin een dergelijk soort kris aanwezig was.
Nadat de hoogste in rang die daar aanwezig was zich er ook mee had bemoeid en me via Torang hed medegedeeld dat alles in beslag werd genomen begon het twee uur lang durende ambtelijke getik op een oude schrijmachine door de laagste in rang voor een proces verbaal op te maken. Het koste ze een hoop papierwerk en ze vingen van mij geen cent. ( Ik had mijn valuta bij Torang thuis achter gelaten voor we naar Nias vertrokken).
Alles werd op Torang zijn naam gezet, omdat zoals hij tegen mij verklaarde dit de enigste manier was om mijn eigendommen terug te krijgen, iets waar ik niet zo zeer in geloofde.
De gedachten gang van deze 'vriendelijke' autoriteiten was, dat Torang een lokale gids was en ik een rijke toerist die hem had ingehuurd.
(Twee uit kalksteen gesneden beeldjes voorstellende een koninklijk echtpaar.)
Zo bereikten we dan zonder mijn aandenken aan Nias Torang's ouderlijk huis waar het hele verhaal aan zijn vader werd verteld en zijn zwager die als aanklager bij het gerecht werkte. De vader van Torang bleek ook een man van aanzien te zijn in Sibolga daar hij er een artsenpraktijk had gehad en medeoprichter was van het lokale ziekenhuis. Ze zouden aktie ondernemen om mijn eigendommen terug te krijgen, daar ze geen recht hadden deze zomaar in beslag te nemen.
Na wat gegeten te hebben heb een hotelkamertje genomen bij een neef van Torang om de familie niet verder tot last te zijn en om wat slaap in te halen.
Torang vertelde ook de geschiedenis aan zijn neven in het hotelletje en deze wisten te vertellen dat deze 'hoge chef' een vieze schuinsmarcheerder was en er wel eens kwam met jonge meisjes voor een kamer. Ook dit werd weer aan de zwager van Torang doorgespeeld die werkte bij het gerechtshof.
Die avond in een klein restaurantje heerlijk gegeten en na gepraat over de afgelopen dagen.
Het was nu verder afwachten wat er zou gebeuren. Ook kwam ter sprake wat mijn verdere planning was en vertelde ik dat ik nog verder wilde reizen naar Bukit Tinggi. Alleen?; was de reactie van Torang. "Ja want jij moet weer naar Jakarta om te werken" was mijn antwoord.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten