INSTRUMENT
VOOR VASTSTELLEN
VAN TIJD EN BREEDTE.
NACHTWIJZER.
De nachtwijzer staat ook bekend onder de namen; nocturlabium en nocturniaal.
Het is een houten, koperen of papieren instrument voor het vaststellen van de tijd en de breedte door middel van de sterrenbeelden Grote- en Kleine Beer.
Het instrument werd voor het eerst afgebeeld door de Duitse geograaf en sterrenkundige Petrus Apianus in zijn Cosmographius Liber uit 1524.
Zeker is dat het instrument reeds eerder bekend was in zeevarende landen.
Het instrument bestaat uit twee ronde schijven, draaiend rond een kokervormige as, het vizier.
De grootste schijf, voorzien van een handvat, draagt op de rand een jaarkalender; de tweede schijf heeft op de rand twee tanden, respectievelijk voor een waarneming met de Grote of met de Kleine Beer en een uurschaal met gekartelde rand, om de tijd te kunnen voelen in het duister.
Om de as is een wijzer draaibaar aangebracht, die een eind buiten de grote schijf uitsteekt.
(Nachtwijzer in gebruik; de Poolster wordt in het vizier gehouden. De lokale tijd wordt op de kleine schaal afgelezen.)
Gebruik: één der tanden van de tweede schijf wordt op de datum van de waarneming geplaatst, aangegeven op de grote schijf.
Men houdt de Poolster in het vizier en men draait de wijzer zodanig, dat hij op het oog van de sterren Dubhe (a) en Mirach (b) van de Grote Beer raakt en dus evenwijdig loopt aan de verbindingslijn, of zodanig dat de wijzer evenwijdig loopt aan de verbindingslijn tussen de Poolster en Kobach (b Kleine Beer), al naar gelang van de instelling van een van de tanden van de tweede schijf.
Sommige nachtwijzers bieden nog meer mogelijkheden, onder meer het bepalen van de breedte.
De nachtwijzer werd gebruikt tot op het einde van de 18e eeuw.
Ook op het monument voor de Portugese ontdekkingsreizigers, Padrão dos Descombrimentos, in Lissabon aan de oever van de rivier de Taag, is de nachtwijzer afgebeeld in de handen van de tweede persoon van rechts op de afbeelding.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten