vrijdag 25 januari 2013

NISO M.S. SHELL TANKERS B.V. ( SLOT.)

M.S.NISO HAAR LAATSTE REIS.

27-11-93 T/M 27-03-94.

Na voor de laatste keer de lading gelost te hebben te Whangarei in Nieuw Zeeland werd er begonnen met het schoonwassen van de ladingtanks en het gasvrij ventileren daarvan. Alle laatste olieresten werden in een speciale tank opgeslagen om later te Singapore afgegeven te worden.


Ook werd er ijverig een lange lijst van het hoofdkantoor afgewerkt met het verzoek om diverse artikelen die voor belang waren voor de Maatschappij te verzamelen en in kisten in te pakken. Tevens werd al de verf die nog in gesloten blikken zat, speciale smeeroliƫn en vetten in drummen, nog nieuwe trossen en schalmen klaar gezet om op de rede van Singapore te worden afgeven.

Na een korte stop op de rede van Singapore alwaar ook de leerling stuurlieden en werktuikundigen van boord gingen vervolgde we onze reis naar Chittagong. Met alleen schone ballast in onze ballasttanks voeren we via de Straat Malakka en de Indische Oceaan naar het scheepskerkhof.
Tijdens deze reis werden verder al de documentatie en papieren waar het Shell logo opstond  verzameld. Tegelijk met overige boekwerken werd het geheel in de vuurhaard van een van de stoomketels verbrand. 


Op de rede van het strandingstrand te Chittagong werd de bemanning en het merendeel van de officieren van boord gehaald met al de persoonlijke bagage nadat al de ballast uit de ballasttanks was weggepompt. Ook de bagage van zes mensen die aan boord zouden blijven om het schip het strand op te varen. Dit waren de gezagvoerder met eerste- en derde stuurman en de hoofdwerktuigkundige met derde- en vijfde werktuigkundige.


Even voor hoogwater kwam de speciale 'groundingspilot' aan boord. En na het verwijderen van de beveiligingen van de hoofdmotor werd er koers gezet naar het strand. De 'smily' op de toerenteller van de hoofdmotor hadden we reeds aangepast. 


Hoog op het water liggend met de scheepsschroef gedeeltelijk boven het water naderen we de vaar route naar de ligplaats die is aangegeven met rode- en gele vlaggen .


Het klinkt misschien wrang; maar ook een gewoon kerkhof lig je nooit alleen!


Langzaam naderen we de afgebakende stranding route.


Hoog steek het schip uit boven het strand.


Op het voorschip maakte de eerste stuurman de beide ankers klaar om deze zodra we op het strand lagen te laten vallen.


Intussen draaide de hoofdmotor en zo ook de scheepsschroef meer dan 150 omwentelingen per minuut.
Alles schudde en kraakte in de machinekamer en het zweet stond ons in de handen.


Aan bakboord zijde van het schip lagen alleen nog de resten van de hoofdmotor boven water van het voormalige zusterschip van de Niso, de Natacina die de Niso reeds voorging.



Op het strand werd het steeds drukker met de aasgieren die straks over het schip zouden uitzwermen en alles wat los en vast zat en wat nog te verhandelen was zouden wegslopen.



De Niso ligt scheef op het strand. De ankers bleven rechtop staan in de modder. In de machinekamer werd er 'dood schip' gemaakt en de noodgenerator die voor de laatste energie voorziening had gezorgd gestopt.


 Met een van deze lekkende prauwen zouden we het schip voor de laatste keer verlaten in onze werkkleding  en een verschoning in  onze handbagage.



Het is maar een schip denkt je; maar voor ons was het een thuis voor vele maanden, ons werk en inkomen.
Daarom was het vooral voor die opvarenden die regelmatig dienst hadden gedaan op de Niso het een pijnlijk afscheid. Als laatste hadden we persoonlijk de Nederlandse driekleur en de Maatschappijvlag gestreken en deze meegenomen van boord.


Ruim 28 jaar had het schip dienst gedaan voor steeds de zelfde maatschappij. Veel mensen hadden goede ervaringen opgedaan vooral gedurende de lichter periode op de Noord Zee. Het schip had in die 28 jaar Chinese, Spaanse en Indonesische bemanning gekend. Het schip had Vietnamese boot vluchtingen opgepikt en veilig afgeleverd te Singapore. Een laatste blik op de Niso verlaten op het strand.
Zelf heb ik als herinnering de rondjes bel uit de scheepsbar en het scheepskompasje van de boot met de Vietnamese bootvluchtelingen. 


1 opmerking:

  1. Wat ben ik vaak op dit schip geweest! mijn vader,Herman Unger, heeft heel wat jaren samen met Hans Hillen als kapitein haar mogen varen. In 1985 was in september voor hem de laatste reis . Hij heeft dit lichterwerk vele jaren gedaan . Vooral bij de Shetland eilanden was het vaak slecht weer en kwam hij na 2.5 maand gebroken thuis.

    BeantwoordenVerwijderen