donderdag 25 juli 2024

BUKIT LAWANG ORANG-OETANG.NOORD-SUMATRA TERUGKEER. (DEEL 3)

 

EEN ORANG-OETANG RESERVAAT 

      IN HET GUNUNG LEUSER 

              NATIONAL PARK.

                                    DEEL 3.


NATIONAL PARK GUNUNG LEUSER.

Het National Park Gunung Leuser met een oppervlakte van 7.927 hectare (3.208 km²) overspant de grens van de Indonesische provincies Atjeh en Noord-Sumatra, respectievelijk een kwart en driekwart.
Het nationale park is gelegen in het Barisan-gebergte dat zich uitstrekt over de gehele lengte van Sumatra en is vernoemd naar de berg Leuser, met een hoogte van 3.119 meter.
Het park beschermt een groot scala aan ecosystemen. Een orang-oetangreservaat in Bukit Lawang bevindt zich in het park.
Samen met de parken Bukit Barisan Selatan en Kerinci Seblat vormt het een werelderfgoed, het tropisch regenwouderfgoed van Sumatra, sinds 2004.
Het Gunung Leuser National Park is ruim 150 kilometer lang en 100 kilometer breed en grotendeels bergachtig.
Ongeveer 40% van het park, voornamelijk in het noordwesten, is steil en meer dan 1.500 meter hoog. Deze regio wordt beschouwd als het grootste wildernisgebied in Zuidoost-Azië.
Ongeveer 12% van het park, in de onderste zuidelijke helft, ligt lager dan 600 meter boven zeeniveau. Elf bergtoppen zijn hoger dan 2.700 meter; Mount Leuser 3.119 meter is de op twee na hoogste piek op de Leuser Range. De hoogste piek is Mount Tanpa Nama met 3.466 meter, de op één na hoogste piek op Sumatra na Mount Kerinci met 3.805 meter.

Het Gunung Leuser National Park is een van de twee overgebleven leefgebieden voor de Sumatraanse orang-oetang de Pongo abelii.
Andere zoogdieren die in het park zijn te vinden zijn: de Sumatraanse olifant, de Sumatraanse tijger, de Sumatraanse neushoorn, het sambarhert en de luipaardkat, en vele andere kleine zoogdieren.
 Een groot probleem is de verminderde wateraanvulling in en rond het Leuser-ecosysteem. Grondwaterreservoirs raken snel uitgeput en verschillende rivieren vallen een deel van het jaar volledig droog.
Dit heeft niet alleen voor de dieren ernstige gevolgen maar ook voor de lokale gemeenschap. De klimaatsverandering speelt hier een grote rol. 


BUKIT LAWANG.

Bukit Lawang is een klein toeristisch dorp aan de oever van de Bahorok-rivier en is ongeveer 86 kilometer ten noordwesten van de hoofdstad Medan gelegen en staat bekend om het grootste dierenreservaat van de Sumatraanse orang-oetangs. In 1973 werd hier het Orang-Oetang Rehabilitatiecentrum geopend. Voormalige gevangen genomen orang-oetangs werden hier geholpen en vrijgelaten, terug in hun natuurlijke omgeving. Het Rehabilitatie centrum is tegenwoordig gesloten. Heden ten dagen bezetten 5.000 orang-oetangs het gebied en is tevens de toegangspoort tot het Gunung Leuser National Park aan de oostzijde.

Het gehele gebied werd opnieuw opgebouwd, nadat in 2003 het werd getroffen door een plotselinge overstroming van de rivier na zware regenval. Deze ramp verwoeste de toeristenoorden, ongeveer 400 huizen, drie moskeeën, acht bruggen, 280 kiosken en eetstalletjes, 35 hotels en pensions, acht bruggen en vonden 239 bewoners de dood waaronder 5 toeristen. In totaal verloren 1.400 lokale bewoners hun huis. Volgens lokale autoriteiten lag het aan illegale boomkap. Dank zij internationale  samenwerkingsorganisaties werd deze mooie site herbouwd en in juli 2004 opnieuw geopend.

SUMATRAANSE ORANG-OETANG.

De Sumatraanse orang-oetang, de Pongo abelii, is een van de drie diersoorten orang-oetangs. Ondanks het beschermde gebied waar ze nu kunnen leven zijn ze nog steeds bedreigd en komen zodoende alleen voor in het het noorden van het Indonesische eiland Sumatra.
Hij is zeldzamer dan zijn Borneose familielid, maar algemener dan de de onlangs geïdentificeerde Tapanuli-orang-oetang, die ook op Sumatra voorkomt.
De algemene naam is gebaseerd op twee afzonderlijke lokale woorden "orang", wat betekend mens of persoon en "hutan" wat betekend bos of oerwoud uit het Maleis, en dus vertaald wordt als 'persoon van het bos'.

De mannelijke Sumatraanse orang-oetangs worden ongeveer 1,7 meter lang en wegen ronde de 90 kilo, terwijl de vrouwtjes kleiner zijn, gemiddeld 90 centimeter lang en 45 kilogram wegen. Vergeleken met de Borneose familie zijn Sumatraanse orang-oetangs dunner en hebben ze langere gezichten; hun  haar is langer en heeft een lichter kleur.
De Sumatraanse orang-oetang is een fruit eter en vooral insecteneter. Favoriete vruchten zijn onder meer vijgen en jackfruit. Ze gebruiken vaak een afgebroken boomtak om bijenraten, verscholen in boomgaten, uit te porren en de larven op te eten. Onderzoek heeft vastgesteld dat ze een brouwsel van een medicinale plant gebruiken om hun eigen wonden te verzorgen.

OP ZOEK NAAR DE ORANG-OETANG.

Onze gids, Erwin Ginteng liet even op zich wachten, daar hij wat materiaal op moest halen voor jungle tocht. Hij had ons gevraagd of we ook iets van de natuur wilde zien, en zo beklommen we met z'n vieren eerst een steile bergrug, over luchtwortels en omgevallen gewas. De bodem was vochtig en glad en Erwin stak regelmatig een helpende hand toe. Een echt pas was soms niet terug te vinden zo snel overwoekerde de natuur het weer. Het zweet gutste ons van het lijf en onze meegebrachte drinkwater was dan ook snel op.


Erwin gaf ons tijdens de tocht de nodige uitleg over de bomen en andere gewassen en zo zagen we een boom met witte vruchten die in slingers uit de stam groeiden. De naam ben ik helaas vergeten.
Intussen geen droge draad meer aan het lijf en ondanks de lokfluitjes van Erwin nog steens geen orang-oetang gezien. Uiteindelijk werden we beloond met het zicht op een moeder orang-oetang met twee jongen. Ma lag op een splitsing van boomtakken te rusten en de jongen waren aan het spelen in lager gelegen boomtakken. 


Het was zonder meer een belevenis deze dieren in hun eigen leefomgeving te zien. Erwin trachtte met kleine zoete bananen ze dichter bij te lokken en ze waren naar ons onderweg toen er een gids verscheen met drie mannen die zeer luidruchtig aan het spreken waren in een Slavische taal. De jonge orang-oetangs trokken zich gelijk terug. Hierna vervolgden we onze weg over een meer begaanbaar pad en bij een rustplaats  haalde Erwin vers fruit uit zijn rugzak, zoals bananen, een watermeloen, een ananas en enige mangostan, wat een heerlijke verfrissing was. De niet opgegeten schillen van het fruit verstopte hij tussen het groen waar de dieren het konden vinden om op te eten.


(Met de klok mee: Onze gids Erwin Ginteng en het heerlijke fruit; Een kunstige creatie van de natuur; Een latexboom met aftappunt en terug bij de rivier Bahorok.)

Erwin was steeds bij me in de buurt tijdens de tocht, nadat hij mijn leeftijd had vernomen en me een compliment gaf deze tocht van ruim 2,5 uur vol te hebben gehouden.  Hij vertelde ons van hun strijd tegen het achteloos weggooien van afval in de jungle met etensresten er in. Dit lokte de dieren die het opaten en dan ziek worden en sterven. Het zijn niet de buitenlanders die dat doen, maar helaas mijn eigen bevolking. Hij had tijdens de tocht diverse plastic drinkflesjes op geraapt en in zijn rugzak gestopt. Het laatste stuk van de afdaling van de berg terug naar het dorp aan de rivier liep door een oude rubberbomenplantage.
In het gebied leven ook de wilde pauw en een soort vogel van de toekanfamilie. Deze wel gehoord maar niet gezien. Zo bereikten we moe maar voldaan de toegangspoort van het park aan het einde van onze tocht. Zoals de gids uitlegde dat deze route vooral werd gebruikt door gezinnen en mensen die de zware route die wij hadden genomen niet kunnen afleggen.

De familie vonden we terug onder een scherm tegen de zon aan de oever van de rivier. Aan de andere oever zat een groep lokale moslim families waarvan de vrouwen geheel gekleed in het water gingen baden.

In een lokaal restaurantje met onze gids nog een heerlijke bak koffie gedronken na eerst wat droge kleren aangetrokken te hebben.
Op de hogere overs zijn nu logementen verschenen met alle luxe en zelfs tv. Veel bloeiende planten sierden de omgeving.

Na afscheid genomen te hebben van onze gids en de wagen weer geladen te hebben met de bagage en reizigers keerden we terug in de richting van Medan en Siantar.
Onderweg even een stop gemaakt in een dorpje om de kleine te verschonen.
In de plaats Tabing Tinggi gelegen tussen Medan en Siantar in het India-restaurant het avondeten genoten..
We waren weer om 23.00 uur thuis en hadden die dag ruim 420 kilometer afgelegd. Bagage uitgepakt en na een heerlijk koud biertje de tempat tidor opgezocht voor een verdiende nachtrust.




                                    Zie vervolg: O4 T/M 06-07-24. GEO SITE SIPINSUR.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten